Rijksoverheid
2010Z10334
Vragen van het lid Van der Ham (D66) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over
het bericht dat Engelse les aan kleuters beter kan. (Ingezonden 1 juli 2010)
Vraag 1.
Wat betekenen de uitkomsten van het onderzoek van prof. Janet van Hell van de Radboud
Universiteit Nijmegen naar het leren van Engels op de basisschool voor uw beleid met betrekking tot
Engelse les op basisscholen? Hoe gaat u de kwaliteit van de Engelse les op de basisschool
versterken?
Antwoord
Het onderzoek van dr. Janet van Hell kijkt naar het leren en vervolgens het gebruik van een tweede
taal zoals dat op dit moment in het Nederlandse primair onderwijs gebeurt. Hieruit blijkt dat het leren
van een tweede taal op de basisschool, in dit geval het Engels vanaf groep 7, positief is. Het
kinderbrein blijkt prima in staat om de taallessen op school op een goede manier te verwerken. Ook
blijkt dat de realistische, aantrekkelijke methoden die in het primair onderwijs worden gebruikt, goed
zijn. Nederland doet het in dat opzicht goed.
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat wanneer we het nog beter willen doen, en dan met
name op het gebied van de Engelse uitspraak, het beter zou zijn om eerder te beginnen (vanaf groep
1) en om (near) native speakers de lessen Engels te laten verzorgen.
De uitkomst van dit onderzoek heeft geen gevolgen voor het beleid dat ik op dit moment voer rondom
het vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto).
Er is een verplichting om Engels aan te bieden in het primair onderwijs; de meeste scholen doen dit
vanaf groep 7 maar een groeiend aantal scholen begint vanaf groep 1 met Engels. Scholen houden
zich aan de Wet op het primair onderwijs en de kwaliteit is voldoende1.
Van de 279 scholen die het afgelopen schooljaar Engels hebben aangeboden vanaf groep 1, maakte
ongeveer de helft gebruik van (near) native speakers.
Daarnaast worden de leerkrachten die nu werken op scholen waar vroeg Engels wordt aangeboden,
geschoold via speciale cursussen om hun didactische kennis te verbreden en om hun taalvaardigheid
te vergroten naar minimaal B2-niveau (het niveau van een onafhankelijke gebruiker), maar vaak ook
naar C1-niveau (het niveau van een vaardige gebruiker).
Vraag 2.
Bent u van mening dat de pabo-opleidingen voldoende aandacht besteden aan beheersing van de
Engelse taal om kwaliteit van de Engelse lessen op basisscholen te garanderen? Zoja, waar baseert u
dat op? Zo nee, wat gaat u doen om daarin verandering aan te brengen?
Antwoord
In haar brief van 5 juni 2009 (31700-VIII-186) heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt aangegeven dat
alle pabo's tijdens de opleiding Engels aanbieden.
In 2009 heeft de NVAO2 besloten over de meeste accreditatieaanvragen van pabo's; een aantal
pabo's was daarvoor al geaccrediteerd. De NVAO neemt een positief besluit indien zij de opleiding
voldoende in staat acht studenten voor te bereiden op het lesgeven in alle vakken in het primair
onderwijs die binnen de bevoegdheid van de leraar basisonderwijs vallen.
Verder werken de pabo's gezamenlijk aan de invoering van een kennisbasis, waaronder ook voor
Engels. Daarmee wordt vastgelegd welke kennis de student aan het einde van opleiding moet
bezitten. Tot slot zal binnen het samenwerkingsverband dat het Europees Platform met een aantal
pabo's heeft gesloten, een standaard voor vvto-scholen worden ontwikkeld.
Onderzoek Inspectie EarlyBird, okt. 2009
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie