Rijksoverheid
Datum 10 augustus 2010
Betreft Vragen VCEZ over het jaarrapport wapenexportbeleid 2009
Uw vaste commissie voor Economische Zaken heeft een reeks schriftelijke vragen
gesteld naar aanleiding van mijn brief van 23 juni 2010 inzake de rapportage
over het wapenexportbeleid in de 2009 (Kamerstuk 2009!2010, 22054, nr. 149).
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken de
antwoorden op bovengenoemde schriftelijke vragen aan.
1
Kunt u uiteenzetten waarom de voortdurende politieke instabiliteit in Thailand
geen beletsel is voor de export van grote bedragen aan militaire goederen?
Antwoord
Exportaanvragen voor Thailand worden zorgvuldig beoordeeld op basis van het
soort goed, de eindgebruiker en het eindgebruik. Ook wordt in het bijzonder
rekening gehouden met de politieke situatie in het land en wordt een vergunning
slechts afgegeven indien de goederen niet kunnen worden ingezet bij botsingen
tussen de Thaise strijdkrachten en de politieke oppositie. Zo waren de militaire
goederen, die in 2009 naar Thailand zijn geëxporteerd (onderdelen van)
radarsystemen t.b.v. de Thaise Marine. Hiermee is ingestemd omdat dit onderdeel
van de Thaise strijdkrachten niet in verband wordt gebracht met schendingen van
mensenrechten of met de interne gewapende conflicten.
2
Kunt u de kaders schetsen van de overdracht van scheepsbouwtechnologie naar
Vietnam, in het bijzonder ten aanzien van wederexport naar derde landen?
Antwoord
De overdracht van scheepsbouwtechnologie naar Vietnam betrof documentatie om
op een lokale Vietnamese werf Offshore Patrol Vessels (OPV) te bouwen, die
bestemd zijn voor de Vietnamese Kustwacht. Voor deze overdracht heeft de
Vietnamese partij een eindgebruiksverklaring afgegeven waarin wordt gesteld dat
deze schepen slechts mogen worden doorverkocht of geëxporteerd na
toestemming van de Staat der Nederlanden.
3
Kunt u nader uiteenzetten waarom u een exportvergunning voor radarsystemen
voor de landmacht van Saoedi!Arabië heeft verleend, ondermeer het conflict in
het grensgebied met Jemen in ogenschouw nemend?
Wat is uw oordeel over de verkoop van militaire goederen aan Saoedi!Arabië in
relatie tot het regime van dat land?
Antwoord
Iedere exportaanvraag voor Saoedi!Arabië wordt separaat beoordeeld. Hierbij
wordt gekeken naar het soort goederen, de eindgebruiker en het eindgebruik. In
het bijzonder wordt aandacht besteed aan de criteria betreffende de
mensenrechtensituatie en regionale stabiliteit.
De mensenrechtensituatie in Saoedi!Arabië kent nog vele (ernstige)
tekortkomingen, al is er sprake van een voorzichtige positieve ontwikkeling. Ook
is er grotere openheid op mensenrechtengebied. De Saoedische autoriteiten zijn in
toenemende mate bereid gesprekken aan te gaan over mensenrechten!
onderwerpen. Het land is toegankelijker geworden voor externe onderzoeken en
consultaties, zoals het bezoek van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten
(2010), van de Speciale Rapporteur on Domestic Violence (2008) en van Human
Rights Watch. Ook contacten met mensenrechten!NGO's in het buitenland gaat
men niet uit de weg. Saoedi!Arabië kent twee officiële mensenrechten!
organisaties: de National Society for Human Rights (NSHR) - een semi!overheids
NGO (2004), en de National Human Rights Commission (NHRC) - een volledig
overheidsorgaan (2005). Saoedi!Arabië werd in 2009 voor drie jaar herkozen als
lid van de VN Mensenrechtenraad.
Daarnaast wordt gekeken naar de regionale situatie en wordt rekening gehouden
met de rol die Saoedi Arabië speelt in het Midden!Oosten vredesproces.
De exportvergunning voor radarsystemen betrof draagbare rondzoekradars met
een kort bereik (10!20 km) t.b.v. de Saoedi!Arabische National Guard. Deze
radars worden ingezet bij bewaking van olievelden, electriciteitscentrales en
andere mogelijke doelwitten voor terroristische aanslagen. Ook kunnen ze
gebruikt worden bij anti!drugs bestrijding en tegen illegale grensoverschrijdingen.
Zoals ieder land, heeft Saoedi!Arabië het legitieme recht om zich te beschermen
tegen (infiltratie van) terroristen.
BEB/HPG / 10117070
4
Kunt u bevestigen dat het bij de vergunning voor delen van
raketlanceerinrichtingen voor de Verenigde Arabische Emiraten om Patriot
raketlanceerinrichtingen gaat? Hoe beziet u de proliferatie van raket! and anti!
raketsystemen in het Midden!Oosten en kunt u daarbij aangeven of de recente
aanschaf door de Verenigde Arabische Emiraten van nieuwe PAC!3 Patriot
raketten ter waarde van naar schatting 3,3 miljard USD bijdraagt aan die
bewapeningsspiraal?
Antwoord
De exportvergunning voor de Verenigde Arabische Emiraten betrof delen voor Sea
Sparrow raketlanceerinrichtingen t.b.v. Bayunah multi!mission korvetten voor
Marine en Kustwacht.
De Nederlandse regering is van mening dat elke staat het recht heeft om zijn
eigen veiligheidsbehoefte te bepalen en op basis van die beoordeling zich te
bewapenen teneinde over het vermogen te kunnen beschikken zich tegen
(regionale) dreigingen te verdedigen. De Patriot is een raket die exclusief bedoeld
is ter verdediging tegen inkomende raketten.
5
Kunt u voor de exportvergunning voor fregatten met bestemming Marokko ter
waarde van 555 miljoen euro zo precies mogelijk aangeven hoe u criterium 8 in
die beslissing hebt meegewogen, daarbij de situatie in Marokko op het gebied van
armoede en onderwijs in ogenschouw nemend?
Antwoord
Marokko is volgens OESO/DAC een Lower Middle Income Country, maar is geen
OS!partnerland. In het geval van de toetsing van criterium 8 voor de
vergunningaanvraag betreffende de korvetten, is mede wegens het grote bedrag
dat met de aanvraag gemoeid was, zeer nauwkeurig getoetst. Hieronder volgt een
weergave op hoofdlijnen van de toetsing. Het gaat hierbij om het omschrijven van
socio!economische uitgaven en defensie uitgaven en hoe deze zich tot elkaar
verhouden.
Marokko heeft geen Poverty Reduction Strategy Program. Niettemin maakt
armoedebestrijding deel uit van nationale ontwikkelingsplannen die deels door
Marokko zelf en deels in samenwerking met internationale financiële instellingen
zijn ontwikkeld, o.a. de Wereldbank (WB), de EU en de Afrikaanse
Ontwikkelingsbank (AOB) die tevens ook de grootste financiële ondersteuning
leveren. Sinds enkele jaren heeft Marokko grote voortgang gemaakt aangaande
de verbetering van de primaire sociale voorzieningen op het platteland. Het accent
ligt daarbij op verbetering van de toegang van de armen tot de sociale diensten
(de zgn. politique de proximité).
Samen met de EU, AOB, WB en French Development Agency wordt een nationaal
onderwijsprogramma, Parsem, ondersteund om ontwikkelingsdoelen te behalen.
De overheid geeft hierbij prioriteit aan het bestrijden van analfabetisme. De
Marokkaanse inspanning en financiële bijdrage aan onderwijs laten zien dat het de
Marokkaanse overheid serieus is om deze doelstellingen te halen. In 2008 was het
percentage van het BBP dat aan onderwijs werd uitgegeven 5,7%. Op het gebied
van gezondheidszorg heeft de overheid een strategisch plan ontwikkeld om vóór
2015 een nationaal medisch netwerk te creëren om de bereikbaarheid van
gezondheidszorg te verbeteren. In 2005 was het percentage van het BBP dat aan
gezondheidszorg werd uitgegeven 5,3%.
Daarnaast kan erop worden gewezen dat Marokko de afgelopen jaren een vrij
consistent patroon van defensie!uitgaven had, variërend van 3,7% in 2003 tot
3,4% in 2008. Kanttekening hierbij was dat aankopen van militair materieel
gefinancierd worden buiten het Marokkaanse defensiebudget om. De aankoop van
de fregatten komt derhalve bovenop het huidige defensiebudget, maar wordt over
12 jaar verspreid.
Alle factoren samen afgewogen, heeft de regering geconcludeerd dat Marokko zich
stapsgewijs verandert in een stabiel, toenemend democratisch en internationaal
participerend buurland van de EU. Hoewel de jaarlijkse Marokkaanse defensie!
uitgaven relatief hoog zijn, vinden additionele militaire aankopen slechts
sporadisch plaats. Daarnaast wordt veel vooruitgang geboekt op
ontwikkelingsgebied. Bovendien is Marokko door de succesvolle vooruitgang in
armoedebestrijding en toegenomen welvaart en stabiliteit bereid en in staat meer
internationale verantwoordelijkheid te nemen. Op basis hiervan heeft de regering
geconcludeerd dat de toets aan criterium 8 positief kon zijn.
6
Kunt u voor de exportvergunning voor Marokko uiteenzetten hoe u de situatie van
de afgelopen jaren beoordeelt met grootschalige bewapening door zowel Marokko
als Algerije, door veel analisten als regionale wapenwedloop betiteld? Kunt u
bevestigen dat Marokko vanwege een toenemende schuldenlast zich tot Saoedi!
Arabië heeft gewend voor schuldenverlichting1?
Antwoord
Algerije en Marokko zijn bezig met de modernisering van hun defensie!materieel.
Naast het feit dat modernisering in beide landen noodzakelijk is gezien de
omstandigheid dat beide landen nu vooral over verouderd materieel beschikken,
zijn de Algerijnse aankopen vooral gericht op capaciteitsverbetering voor de
binnenlandse strijd tegen terroristische organisaties. Marokko, daarentegen, wil
efficiënter kunnen optreden in de strijd tegen piraterij op zee. Beide inspanningen
juicht de regering toe.
1 'Morocco', Middle East Defense Newsletter, vol.5 nr. 48, 15 december 2008
Voor de modernisering van de krijgsmacht in de komende 10 jaar beschikt BEB/HPG / 10117070
Marokko over een budget van 55 miljard Dirham (ca. ¤5 mld.). Dit budget is
gebaseerd op schenkingen en leningen van o.a. Saoedi!Arabië en de Verenigde
Arabische Emiraten. Van dit budget is ongeveer ¤3,5 mld. reeds besteed. Tevens
is de Amerikaanse militaire steun aan Marokko verdubbeld en de economische
hulp verviervoudigd. Tenslotte heeft Marokko de laatste jaren een robuuste
economische groei doorgemaakt (7,8% in 2006, 2,7% in 2007, 5,6% in 2008,
4,9% in 2009), die zich naar verwachting van IHS Global Insight zal voortzetten.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken