Datum 10 augustus 2010
Betreft Tijdelijke nano-referentiewaarden
In haar advies over veilig werken met nanodeeltjes (maart 2009) introduceerde
de SER Commissie Arbeidsomstandigheden het begrip nano-referentiewaarde.
Daarbij stelde de SER dat het gaat om "een in de praktijk bruikbare waarde die
geen wetenschappelijk afgeleide gezondheidskundige waarde is en ook niet als
zodanig mag worden gehanteerd." De SER beval aan om een onafhankelijke
Commissie nano-referentiewaarden af te laten leiden. Aan deze aanbeveling lag
een publicatie van de buitenlandse organisatie BSI ten grondslag. Er was weinig
tot geen ervaring met het gebruik van het concept nano-referentiewaarden.
Op 2 juli 2009 heeft uw Kamer een motie aangenomen (motie Gesthuizen-
Besselink, 29338, nr. 87), waarin de regering verzocht werd om het
expertisecentrum KIR-Nano (Kennis- en Informatiepunt Risico's van
nanotechnologie) voor kerst 2009 nano-referentiewaarden te laten opstellen voor
gebruik door bedrijven.
Ik heb KIR-nano (onderdeel van het RIVM) en via KIR-nano het door hen per 1
september 2009 ingestelde deskundigenplatform Arbo hierom verzocht. Ik heb
hen verzocht zich uit te spreken over de bruikbaarheid van het concept nano-
referentiewaarden en van de gepubliceerde methoden om deze af te leiden en,
indien bruikbaar, de nano-referentiewaarden te publiceren.
Per brief van 21 december 2009 bent u geïnformeerd over de uitvoering van de
motie en het resultaat. Het eindrapport van de opdracht aan het RIVM was toen
nog niet beschikbaar. Ik heb dit rapport recent ontvangen. Ik zend u dit rapport
hierbij toe met een duiding van de inhoud en beleidsmatige betekenis.
Overigens zult u over enige weken door de Minister van VROM, mede namens
VWS, SZW, EZ en LNV, worden ingelicht over het risicobeleid van het Kabinet
omtrent nanodeeltjes in den brede, waar het arbeidsomstandighedenbeleid op het
gebied van nanodeeltjes een onderdeel van uitmaakt.
Inhoud van het rapport en beleidsmatige duiding
KIR- Nano, en via KIR- Nano het door hen ingestelde deskundigenplatform Arbo,
hebben zich uitgesproken over de bruikbaarheid van het concept nano-
referentiewaarden. Tevens is door hen de geschiktheid van de gepubliceerde
methoden beoordeeld, m.n. de vraag of deze conform de stand van de
Pagina 1 van 2
wetenschap zijn. Volgens KIR- Nano en het deskundigenplatform Arbo is het
concept van tijdelijke nano-referentiewaarden bruikbaar. Zij zijn van mening dat
de gepubliceerde methoden de stand van de wetenschap weergeven; de
bestaande kennis is benut, maar er zijn nog veel hiaten in kennis over de effecten Datum
van nanomaterialen. Tot het moment dat er voldoende kennis beschikbaar is om
gezondheidskundig onderbouwde grenswaarden af te leiden zouden de tijdelijke
nano- referentiewaarden kunnen worden gebruikt als pragmatische richtwaarden. Onze referentie
KIR-nano en het deskundigenplatform Arbo doen ook een uitspraak over welke G&VW/GW/2010/14925
van de 2 gepubliceerde methoden daartoe het meest geschikt is (de zogenaamde
"IFA- methode"). Ook heeft KIR-nano voor de meest toegepaste nanodeeltjes,
voor zover mogelijk, de tijdelijke nano-referentiewaarden die het toepassen van
de geschikte methode oplevert, berekend.
De toevoeging van het woord "tijdelijk" in de benaming "tijdelijke nano-
referentiewaarden" benadrukt dat op het moment dat voldoende gegevens
beschikbaar zijn, specifieke gezondheidskundige waarden zullen moeten worden
gebruikt.
Met deze exercitie is de stand van de wetenschap op het gebied van het omgaan
met nanodeeltjes verhelderd. Dit is van belang in verband met de verplichting van
de werkgever in de Arbowet om te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van
werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten, en zich daarbij te
baseren op deze stand van de wetenschap. De stand van de wetenschap is
richtinggevend voor de vraag of in redelijkheid maatregelen kunnen worden
verlangd om de blootstelling te voorkomen of beperken. Daarmee is dit ook het
uitgangspunt bij handhaving op de naleving van de verplichtingen.
De stand van de wetenschap wordt bepaald aan de hand van wetenschappelijk
draagvlak. Het advies van KIR-nano wordt gedragen door deskundigen van het
RIVM en door het deskundigenplatform Arbo waarin ook deskundigen van andere
vooraanstaande Nederlandse onderzoeksgroepen en instellingen zijn
vertegenwoordigd. Daarmee mag de aanpak van tijdelijke nano-
referentiewaarden beschouwd worden als onderdeel van de stand van de
wetenschap.
Duidelijk moet wel zijn dat het hier niet gaat om gezondheidkundig onderbouwde
waarden waardoor ze niet als veilige blootstellingslimiet kunnen worden gezien.
Tot het moment dat gezondheidskundige grenswaarden kunnen worden afgeleid,
blijft het dus van belang dat werkgevers de blootstelling zo laag mogelijk houden,
ook bij blootstelling onder de tijdelijke nano-referentiewaarde.
Sinds maart 2010 loopt een door mij gesubsidieerd project van werkgevers en
werknemers (VNO-NCW, FNV en CNV) om het draagvlak voor tijdelijke nano-
referentiewaarden te verkennen en het gebruik in de praktijk uit te testen. Dit
project zal het inzicht in de bruikbaarheid in bedrijven vergroten. Tevens zal er
daarbij ook internationaal in beeld gebracht worden hoe er over het gebruik van
tijdelijke nano-referentiewaarden wordt gedacht. Het project loopt door tot eind
2011, en eindigt met conclusies en aanbevelingen van sociale partners over het
gebruik van tijdelijke nano-referentiewaarden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner
Pagina 2 van 2
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid