Gemeente Brummen
Tevreden én zorg over plannen IJssellijn
(Oorspronkelijke publicatie datum: 10-08-2010)
Het voorkeursbesluit over het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) van
het demissionaire kabinet heeft voor wat betreft de uitbreiding van
personenvervoer over het spoor de steun van de decentrale overheden in
Oost-Nederland. Over maatregelen als een betere Deltalijn/ICE naar
Duitsland, spoorboekloos rijden met intercitys en sprinters tussen
Utrecht en Arnhem/Nijmegen en Geldermalsen en Utrecht en enkele
infrastructuurprojecten heerst tevredenheid. Op een aantal punten
hebben de overheden echter nog grote zorgen.
Leefbaarheid
Zo geeft het kabinetsbesluit géén garanties over de leefbaarheid langs
de betrokken spoorlijnen in Oost-Nederland. PHS, en met name de
herroutering van goederentreinen, heeft in Oost-Nederland geleid tot
veel maatschappelijke onrust. Dit is duidelijk geworden tijdens een
bestuurlijke conferentie van betrokken gemeenten, regios en provincies
in Gelderland en Overijssel. Belangrijk punt is dat het kabinetsbesluit
geen garanties geeft voor de leefbaarheid langs de betrokken
spoorlijnen in Oost-Nederland. Er is door de Minister niet voldoende
inzichtelijk gemaakt welke concrete maatregelen getroffen gaan worden
om de aantasting van de leefbaarheid en de veiligheid van
waterwingebieden te voorkomen. De Minister moet zich houden aan zijn
uitspraak dat er eerst maatregelen moeten worden genomen alvorens er
sprake kan zijn van extra goederentreinen.
Verdeling lusten en lasten
Met betrekking tot het evenwichtig verdelen van lusten en lasten heeft
het kabinet gekozen voor een goederenvariant die de lasten beter
verdeelt: twee goederenpaden via Rotterdam, twee via Utrecht en twee
via Arnhem/IJssellijn. In grote delen van Oost-Nederland, met name in
de Stedendriehoek, Twente en het Rivierengebied, is echter van lusten
absoluut géén sprake. De groei van het goederenvervoer, aangejaagd door
de aanleg van de tweede Maasvlakte, drukt hiermee een groot stempel op
deze vitale economische kernen in Oost-Nederland zonder dat er inzicht
is in verzachtende maatregelen die zich richten op het aanpakken van
trillings- en geluidsoverlast en compensatie in openbaar vervoer of
andere infrastructuur.
Onderzoek vervoerstromen op spoor
Mede op verzoek van Oost-Nederland heeft het kabinet besloten een
onderzoek naar de toekomstige goederenstromen over het spoor uit te
voeren. Zoals nu verwoord in het voorkeursbesluit is het echter te
beperkt. Om op lange termijn tot duurzame oplossingen te komen dient
het onderzoek naar de mening van Oost-Nederland ook reizigersvervoer en
de mogelijkheden van regionaal openbaar vervoer te omvatten. Verder
dient het onderzoek de mogelijkheden voor routering in en door
Duitsland, mede in relatie tot de Europese goederenstromen, en de
gevolgen van het goederenvervoer op het landelijk reizigersvervoer over
de spoorlijnen in Oost-Nederland te bezien.
Ook over het nakomen van bestuurlijke afspraken naar aanleiding van het
niet doorgaan van de noordelijke aftakking van de Betuwe-route (NaNOV)
wordt geen duidelijkheid gegeven. Binnen deze bestuurlijke afspraken is
slechts sprake van twéé goederenpaden over de Twentelijn
(DeventerOldenzaal) en één goederenpad vanaf Elst richting Arnhem en
niet de nu in het kabinetsbesluit genoemde drie respectievelijk twee
goederenpaden.
Ruimtelijke ontwikkelingen
Tot slot vraagt Oost-Nederland nadrukkelijk aandacht voor de
consequenties van het Programma Hoogfrequent Spoor voor de ruimtelijke
ontwikkeling langs de spoorlijnen. Door de maatregelen uit PHS worden
bijvoorbeeld op verschillende plekken langs de IJssellijn ruimtelijke
ontwikkelingsplannen als woningbouw en bedrijventerreinen in Zutphen en
Deventer beïnvloed of belemmerd.
Oost-Nederland heeft haar reactie op het voorkeursbesluit naar de
Tweede Kamer gestuurd. In september behandelt de Tweede Kamer het
kabinetsbesluit. Meer informatie over dit onderwerp, waaronder een
groot aantal achtergronddocumenten, vindt u op deze speciale
gemeentelijke projectpagina over de IJssellijn.
De samenwerkende overheden in Oost-Nederland zijn de provincie
Overijssel, provincie Gelderland, Stadsregio Arnhem Nijmegen, Regio
Twente, Regio Stedendriehoek, Regio Rivierenland en de Colleges van B&W
van Almelo, Apeldoorn, Arnhem, Barneveld, Borne, Brummen, Culemborg,
Deventer, Geldermalsen, Hengelo, Hof van Twente, Lochem, Maasdriel,
Neerijnen, Oldenzaal, Overbetuwe, Rheden, Rijssen-Holten, Tiel,
Wierden, Zaltbommel, Zutphen, Zwolle