Kabul-conferentie
Kamerbrief inzake Kabul-conferentie
Kamerbrief | 6 augustus 2010
In vervolg op mijn brief van 16 juli jl., kenmerk DAO-267/10, wil ik u
hierbij informeren over de uitkomsten van de internationale
Afghanistanconferentie die op 20 juli jl. plaatsvond in Kabul en de
Nederlandse appreciatie daarvan.
De Kabul-conferentie markeerde een belangrijk moment: het was de eerste
keer dat een grote internationale conferentie over Afghanistan in dat
land zelf plaatsvond en geheel door de Afghaanse regering zelf was
georganiseerd, daarin ondersteund door UNAMA. De symbolische waarde
werd nog vergroot doordat de bijeenkomst door de Afghanen goed was
voorbereid en zowel inhoudelijk, organisatorisch als
veiligheidstechnisch naar ieders tevredenheid verliep. Alleen rond het
vliegveld van Kabul deed zich helaas een aantal geweldsincidenten voor
(raketaanvallen), waarbij enkele burgerdoden vielen te betreuren.
De Kabul-conferentie weerspiegelde het streven van de Afghaanse
regering naar meer Afghaanse sturing en leiderschap en de geleidelijke
overdracht van verantwoordelijkheden, zoals overeengekomen tijdens de
vorige Afghanistanconferentie in Londen, januari jl. De conferentie
stond onder covoorzitterschap van de Afghaanse autoriteiten en de VN en
werd geopend en afgesloten door president Karzai en Secretaris-Generaal
van de Verenigde Naties Ban Ki-moon. Meer dan 65 internationale
delegaties namen deel. De Amerikaanse Secretary of State, Hillary
Clinton, de Britse minister van Buitenlandse Zaken William Hague, de
Secretaris-Generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen, de EU Hoge
Vertegenwoordiger Barones Catherine Ashton en een groot aantal
ministers van Buitenlandse Zaken woonden de conferentie bij. De
Nederlandse delegatie stond onder leiding van Directeur-Generaal
Internationale Samenwerking, mw. Joke Brandt.
Zoals aangegeven in mijn eerdere brief, waren de hoofdonderwerpen van
de conferentie vrede en veiligheid, goed bestuur en ontwikkeling, en
regionale samenwerking. Het belangrijkste resultaat van de conferentie
was dat de beleidsdoelstellingen die op deze onderscheiden terreinen in
Londen waren geformuleerd, tijdens de conferentie in Kabul zijn
geoperationaliseerd. De Afghaanse regering heeft voor ieder van de
genoemde onderwerpen concrete beleidsplannen gepresenteerd en
uiteengezet hoe zij de komende jaren de daarin beschreven
doelstellingen wil bereiken. Voor veel van de gepresenteerde plannen
zijn benchmarks opgesteld met tijdslijnen variërend van zes maanden tot
drie jaar.
Op het gebied van vrede en veiligheid presenteerde de Afghaanse
regering haar plannen met betrekking tot de geleidelijke transitie van
verantwoordelijkheden naar het Afghaanse leger en de politie. President
Karzai sprak de overtuiging uit dat het Afghaanse leger en de politie
tegen het einde van 2014 in het gehele land de verantwoordelijkheid
voor de veiligheid kunnen dragen. Hierbij gaf hij aan dat deze
verantwoordelijkheid ingekaderd moet zijn binnen de rechtsstaat en dat
het leger en de politie rekenschap dienen af te afleggen ("to create a
culture of accountability").
Met de internationale gemeenschap werd afgesproken dat de Afghaanse
regering en NAVO/ISAF gezamenlijk zullen besluiten over de criteria die
ten grondslag dienen te liggen aan een transitieproces per provincie of
groep provincies. Ook de besluitvorming over welke provincies klaar
zijn om het transitieproces in te gaan zal gezamenlijk plaatsvinden. De
doelstelling hierbij is om tegen het eind van 2010 een eerste besluit
te nemen over welke provincie(s) in 2011 aan de voorwaarden voldoen.
Aanwezige internationale delegaties wezen erop dat transitie niet
gelijk staat aan een begin van terugtrekking van internationale
troepen, maar een verschuiving in focus van gevechtstroepen naar op
training en mentoring gerichte ondersteuning betekent. De
internationale gemeenschap committeerde zich aan continuering van de
assistentie op het gebied van training, equipering en financiering van
het Afghaanse leger en de politie.
In het kader van veiligheid werd ook gesproken over verzoening en
re-integratie. De uitkomsten van de vredesjirga in Kabul, begin juni
jl., werden verwelkomd, evenals de aanstaande oprichting van een `High
Peace Council' en de te organiseren lokale vredesjirga's.
Overeengekomen werd dat de Afghaanse regering samen met de
VN-Veiligheidsraad en de internationale gemeenschap zich op basis van
een transparant proces zullen buigen over een mogelijke herziening van
de sanctielijst van de VN-Veiligheidsraad. Zoals ik heb toegezegd
tijdens het jongste Algemeen Overleg met uw Kamer over Afghanistan,
heeft Nederland er in de aanloop naar de Kabul-conferentie
herhaaldelijk op gewezen dat re-integranten geweld zullen moeten
afzweren, niet alleen tegen Afghanen, maar ook tegen de internationale
gemeenschap. Ook in de EU-boodschap voor de Kabul-conferentie werd dit
benadrukt. In het communiqué van de Kabul-conferentie is deze algemene
formulering over het afzweren van geweld overgenomen. Ook het
re-integratieprogramma dat de Afghaanse overheid presenteerde zal
alleen open staan voor Afghaanse opstandelingen die geweld afzweren,
geen banden hebben met internationale terroristische organisaties, de
grondwet respecteren en bereid zijn bij te dragen aan de opbouw van een
vreedzaam Afghanistan.
In verschillende interventies verwezen internationale
vertegenwoordigers naar de positie van vrouwen, wier rechten niet
geofferd mogen worden in het kader van verzoening. Ook de twee
vertegenwoordigers van het Afghaanse maatschappelijk middenveld
benadrukten in deze context het belang van vrouwenrechten. Zonder
betrokkenheid van en respect voor de vrouwen van Afghanistan, zou
daadwerkelijke stabiliteit nooit kunnen worden bereikt.
Helaas is de door Nederland voorgestelde revisie en hernieuwde nadruk
op het `Action Plan for Peace, Reconciliation and Justice' niet in het
communiqué zelf opgenomen. Ook wordt ten aanzien van verzoening niet
aangegeven dat straffeloosheid dient te worden voorkomen. Dit zijn
punten waarvan Nederland tijdens de follow-up van de Kabul-conferentie
het belang zal blijven benadrukken. Overigens is de wenselijkheid van
vernieuwing van genoemd actieplan wel opgenomen in de beleidsdocumenten
die aan de conferentie en het communiqué ten grondslag lagen.
Ten aanzien van sociale en economische ontwikkeling zette de Afghaanse
regering de nieuwe ontwikkelingsagenda uiteen, gericht op het creëren
van banen en brede economische groei. De basis wordt gevormd door
nationale beleidsprogramma's op het gebied van landbouw en rurale
ontwikkeling, de ontwikkeling van human resources en investering in
vitale infrastructuur. De Afghaanse regering zegde toe een `Public
Financial Management Roadmap' op te stellen ter versterking van de
aansprakelijkheid en transparantie van overheidssystemen. Binnen zes
maanden zal, in samenwerking met de Wereldbank en de Aziatische
Ontwikkelingsbank, een speciaal trustfund opgezet worden voor
investeringen in infrastructuur. De Afghaanse regering gaf aan te
zullen streven naar een groei van de eigen overheidsinkomsten van 0,7 %
van het BNP per maart 2011.
Zoals tevoren overeengekomen, werd van Afghaanse kant niet aangedrongen
op meer financiële middelen, maar wel op sterkere aansluiting van
bestaande steun op de Afghaanse beleidsprioriteiten. President Karzai
riep de internationale gemeenschap op tot betere coördinatie, meer
alignment, kanalisering van een groter deel van de financiële middelen
via de Afghaanse begroting, meer focus op duurzaamheid, alsmede grotere
transparantie bij het toekennen van contracten. De internationale
deelnemers bevestigden hun toezeggingen, gedaan in Londen, om minstens
50% van de ontwikkelingshulp aan Afghanistan via de Afghaanse begroting
te kanaliseren, mits de afgesproken noodzakelijke hervormingen op onder
meer het gebied van financieel beheer en de bestrijding van corruptie
door de Afghaanse autoriteiten worden doorgevoerd. Daarnaast werd
toegezegd dat de internationale steun steeds meer in lijn zal worden
gebracht met de Afghaanse nationale beleidsprogramma's, met als doel
binnen twee jaar 80% alignment te bereiken. Namens de Europese Unie
kondigde Hoge Vertegenwoordiger Barones Ashton aan dat de EU de
hulpinspanningen in het nieuwe meerjarenprogramma 2011-2013 verder in
lijn zal brengen met Afghaanse prioriteiten.
Met betrekking tot de verbetering van het openbaar bestuur, verwees
Karzai expliciet naar de bevindingen van de vredesjirga dat zwak
bestuur en machtsmisbruik oorzaken zijn van instabiliteit. Karzai
kondigde plannen aan voor verbetering van de overheidsdiensten en
bestrijding van corruptie. Zo zal binnen zes maanden een strategie
worden geïnitieerd voor electorale hervormingen, zullen nationale
overheidsdiensten worden hervormd en zal het onlangs aangenomen, nieuwe
beleidskader voor decentraal bestuur in de komende twaalf maanden
gefaseerd worden geïmplementeerd. Procedures voor de rekrutering en
benoeming van overheidsfunctionarissen zullen de volgende zes maanden
worden aangepast, conform transparante standaarden en op basis van
merites.
Verder sprak president Karzai over het belang van de versterking van de
rechtsstaat, met de grondwet als basis, en over de professionalisering
van het justitiëel apparaat. In de komende zes maanden zal in dit kader
een agenda worden gepresenteerd voor wetshervormingen, waaronder de
herziening van het strafrecht. Voorts zal in het komende jaar de
verlening van rechtshulpdiensten worden verbeterd en zal een strategie
worden ontwikkeld om informele rechtspraak meer te koppelen aan het
systeem van formele rechtspraak.
Om corruptie aan te pakken zegde de Afghaanse regering toe dat binnen
twaalf maanden de wettelijke basis zal worden geformuleerd voor de
`Major Crimes Task Force' en de anti-corruptie rechtbanken. Binnen zes
maanden zal een wet voor accountantscontrole conform internationale
standaarden worden ingediend, in het kader van de versterking en de
onafhankelijkheid van de `Control and Audit Office'. Het Afghaanse
ministerie van Financiën zal geautoriseerd worden om interne
accountantscontroles uit te voeren binnen het gehele overheidsapparaat.
Afghaanse wetgeving zal worden gecontroleerd op conformiteit met de VN-
conventie tegen corruptie. Waar inconsistenties worden gevonden zal
deze wetgeving worden herzien. Ten slotte zal binnen drie maanden een
`Joint Monitoring and Evaluation Committee' worden opgericht, met
internationale deelname, dat de uitvoering van nieuwe
corruptiebestrijdingsmaatregelen moet gaan overzien. De voortgang zal
worden gemeten op basis van een raamwerk met duidelijke doelstellingen,
benchmarks en tijdslijnen. Tijdens de conferentie gaven verschillende
vertegenwoordigers van de internationale gemeenschap aan dat er op het
gebied van corruptiebestrijding belangrijke stappen waren gezet, maar
dat nog veel werk diende te worden verzet. Zowel de internationale
gemeenschap als het Afghaanse volk verwachten resultaten op dit
terrein.
Ten aanzien van mensenrechten heeft de Afghaanse regering zich gebonden
aan samenwerking met het maatschappelijk middenveld en de Afghaanse
onafhankelijke mensenrechtencommissie om het nationale beleidsprogramma
voor mensenrechten af te ronden en te implementeren. Ook zegde de
Afghaanse regering toe de wettelijk vastgelegde financiële staatssteun
voor de onafhankelijke mensenrechtencommissie te zullen verlenen. Met
betrekking tot de positie van vrouwen werd het belang van implementatie
van het `National Action Plan for the Women of Afghanistan' onderkend.
Binnen zes maanden dienen binnen ieder overheidscluster benchmarks te
zijn opgesteld aan de hand waarvan de voortgang in de implementatie van
dit actieplan kan worden gemeten. Tevens zal in die tijd een plan van
aanpak zijn ontwikkeld voor de uitvoering van de wet inzake de
uitbanning van geweld tegen vrouwen.
Ten slotte werd ook gesproken over regionale samenwerking. In dit kader
sprak president Karzai over het economisch potentieel van Afghanistan
als toekomstige `rotonde' voor de Aziatische regionale handel. Veel van
de aanwezigen prezen de kort voor de conferentie afgesloten `Trade and
Transit Agreement' (TTA) met Pakistan. De Verenigde Staten roemde het
handelsakkoord tussen Afghanistan en Pakistan zelfs als het
belangrijkste akkoord tussen deze twee landen in bijna 50 jaar.
Nederland is op basis van het voorgaande van mening dat de resultaten
van de conferentie positief zijn (het communiqué van de
Kabul-conferentie is als bijlage bij deze brief bijgevoegd). Nederland
is met name verheugd over het feit dat verbetering van openbaar bestuur
en bestrijding van corruptie door alle aanwezigen, inclusief de
Afghaanse regering, werden erkend als zijnde van cruciaal belang voor
voortgang binnen alle sectoren en werkterreinen. Mede omdat de
afgelopen tijd reeds belangrijke stappen zijn gezet heeft de
Nederlandse regering besloten de bijdrage voor 2010 voor het
`Afghanistan Reconstruction Trust Fund' (ARTF) vrij te geven.
De conferentie heeft voldaan aan de doelstelling om de afspraken die in
Londen werden gemaakt te operationaliseren en daar heldere benchmarks
en tijdslijnen aan te verbinden. Duidelijk is wel dat nog veel werk
moet worden verzet. Meerdere verplichtingen die de Afghaanse regering
in Kabul is aangegaan, zijn ook al in eerdere stadia besproken en soms
ook toegezegd, maar tot op heden niet uitgevoerd. Thans is een goede en
bemoedigende stap voorwaarts gemaakt, maar de voornemens bestaan nog
steeds vooral op papier, zij het veel operationeler dan voorheen. Waar
het nu op aankomt zijn resultaten. De Afghaanse autoriteiten zullen de
gemaakte beloftes aan het eigen volk en de internationale gemeenschap
ook na moeten komen. De Afghaanse regering heeft zelf terecht
aangegeven dat het `Kabul-proces' niet eindigt met de conferentie. Het
is van belang dat de internationale gemeenschap de Afghaanse regering
daarin blijft steunen en haar tevens nauwgezet houdt aan haar plannen
en toezeggingen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Ministerie van Buitenlandse Zaken