Resultaten
KBC Groep 2e kwartaal 2010 en 1e halfjaar 2010
Dit perscommuniqué bevat informatie die is onderworpen aan transparantievoorschriften voor beursgenoteerde vennootschappen.
Publicatiedatum: 5 augustus 2010, 7 uur CEZT
KBC sloot het tweede kwartaal van 2010 af met een nettowinst van 149 miljoen euro, vergeleken met een nettowinst van 442 miljoen euro in het vorige kwartaal en 302 miljoen euro in het overeenkomstige kwartaal van 2009. Als we de uitzonderlijke posten buiten beschouwing laten, bedroeg de 'onderliggende' nettowinst voor het kwartaal 554 miljoen euro, ten opzichte van 543 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2010 en 409 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2009.
Bijgevolg bedroeg de nettowinst in de eerste zes maanden van het jaar 591 miljoen euro, vergeleken met een nettoverlies van 3 298 miljoen euro in de eerste helft van 2009 (dit omvatte een aanzienlijk CDO-gerelateerd verlies in het eerste kwartaal van 2009).
Jan Vanhevel, Groeps-CEO: "Over het algemeen zijn we tevreden over het resultaat dat we in het tweede kwartaal van het jaar bereikt hebben. Ons onderliggend resultaat, dat voornamelijk bereikt werd door ons te richten op onze kernmarkten en -activiteiten, was met 554 miljoen euro uitstekend. Dat is te danken aan een aangehouden goede inkomstengeneratie in combinatie met een verdere daling van de kredietkosten. Een aantal uitzonderlijke elementen, die per saldo een negatieve invloed van ongeveer 400 miljoen euro op het resultaat hadden, brachten de gerapporteerde nettowinst voor het kwartaal op een positieve 149 miljoen euro. Deze elementen zijn grotendeels verbonden met ons afbouwprogramma dat we onverminderd voortzetten.'
De samenvattende tabellen van de resultaten volgens IFRS en de onderliggende resultaten vindt u verder in dit verslag.
Financiële hoofdlijnen voor het tweede kwartaal 2010:
* De nettorente-inkomsten blijven op een hoog niveau dankzij gezonde nettorentemarges en een gematigde volumegroei
* Positieve trend bij provisie-inkomsten zet zich voort
* Daling van de gecombineerde ratio als gevolg van gedaalde premies op groepsniveau en hogere schadelast als gevolg van de overstromingen in Centraal-Europa
* Zwakke dealingroomresultaten
* De exploitatiekosten bleven laag in het tweede kwartaal; voortzetting van de strenge kostencontrole
* Aanzienlijk lagere waardeverminderingen voor kredietrisico's, vooral in merchantbanking
* Afbouw van de blootstelling aan Griekse overheidsobligaties, in het kader van de beheersing van overheidsrisico's
* De Tier 1-ratio van de groep met inbegrip van de impact van de verkoop van KBL EPB zou ongeveer 12,2% bedragen, waardoor er een kapitaaloverschot van ca. 3 miljard euro beschikbaar is boven de Tier 1-doelstelling van 10%.
Financiële hoofdlijnen tweede kwartaal 2010
Jan Vanhevel, groeps-CEO, vat het onderliggende resultaat voor het tweede kwartaal van 2010 als volgt samen:
* De onderliggende nettorente-inkomsten uit depositowerving en kredietverlening bedroegen 1 394 miljoen euro. De gemiddelde nettorentemarge was 1,87% in vergelijking met 1,82% voor het vorige kwartaal. De deposito- en kredietmarges bleven zowel in België als in Centraal-Europa gezond.
* De provisie-inkomsten bedroegen 454 miljoen euro, 16% meer dan vorig jaar. Dat cijfer bevestigt de positieve trend die we waarnemen. Evenwel dienen we rekening te houden met een scenario van gematigde en kwetsbare groei voor de wereldeconomie.
* De dealingroomactiviteiten beleefden een moeilijk kwartaal. Daardoor bedroeg de nettowinst uit financiële instrumenten tegen reële waarde 147 miljoen euro, tegenover 320 miljoen euro in het vorige kwartaal.
* De exploitatiekosten daalden verder tot 1 150 miljoen euro, vergeleken met 1 158 miljoen euro in het vorige kwartaal.
* De ommekeer in de kredietcyclus die we vorig kwartaal vaststelden werd dit kwartaal bevestigd met kredietvoorzieningen ter waarde van 278 miljoen euro in vergelijking met 355 miljoen euro voor het vorige kwartaal en 567 miljoen euro een jaar geleden. De kredietkostenratio sinds het begin van het jaar bedroeg voor de hele groep 0,77%. Vooral in Centraal-Europa zagen we een daling van 1,70% in 2009 tot 1,23% sinds het begin van het jaar. In de divisie Merchantbanking bedroeg de kredietkostenratio 1,03% voor de eerste helft van 2010, tegenover 1,19% in 2009.
* Aan het einde van het kwartaal had de KBC-groep in het reglementair kapitaal een overschot van ongeveer 3 miljard euro opgebouwd boven de Tier 1-doelstelling van 10% (inclusief de impact van de verkoop van KBL EPB).
Hoofdlijnen van het onderliggende resultaat per divisie:
* Alle divisies leverden een positieve bijdrage tot het onderliggende nettoresultaat.
* In België werd het resultaat bepaald door aanhoudend bevredigende nettorente-inkomsten en nettoprovisie-inkomsten. Samen met de stabilisatie van de exploitatiekosten leidde dat voor het kwartaal tot een winstbijdrage van goed 298 miljoen euro.
* Als gevolg van hogere inkomsten en lagere waardeverminderingen ten opzichte van een jaar geleden, bedroeg de nettowinst 112 miljoen euro in Centraal-Europa. De beduidend hogere verzekeringspremie-inkomsten werden gecompenseerd door de hogere schadelast ten gevolge van de overstromingen in de regio. Algemeen gezien blijven de resultaten in Centraal-Europa goed.
* De divisie Merchantbanking werd geconfronteerd met een uitdagend financieel klimaat voor de dealingroomactiviteiten, waardoor het nettoresultaat voor deze activiteiten aanzienlijk daalde. De activiteiten in commercial banking profiteerden van een betere economische omgeving, wat leidde tot stabiele inkomsten en aanzienlijk lagere waardeverminderingen (vooral in Ierland). Het nettoresultaat voor de divisie Merchantbanking bedroeg 121 miljoen euro.
* Opmerking: de geplande desinvesteringen van de KBC-groep zijn opgenomen in het Groepscenter en niet in de respectieve divisies. De bedoeling is om een duidelijk overzicht te verschaffen van de financiële resultaten van de behouden activiteiten enerzijds en van de geplande desinvesteringen anderzijds. In het tweede kwartaal 2010 bedroeg het nettoresultaat van het Groepscenter 23 miljoen euro.
Het kwartaal werd ook gekenmerkt door een aantal eenmalige elementen die niet behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening en dus niet zijn opgenomen in de onderliggende resultaten. Gezamenlijk hadden ze in het tweede kwartaal 2010 een negatieve invloed van 0,4 miljard euro. De belangrijkste elementen waren:
* Eind april beslisten de Belgische belastingautoriteiten dat een kwijtschelding van intercompanyschulden, gerelateerd aan de verliezen in de CDO-portefeuille opgelopen in de afgelopen jaren, onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar is van de belastingen. In de praktijk betekent dit dat KBC voor het tweede kwartaal 2010 voor 0,4 miljard euro aan positieve belastinglatenties kon boeken, wat de verliezen van vorige periodes gedeeltelijk compenseerde.
* De verkoop van KBL EPB resulteerde in een waardevermindering op goodwill van 0,3 miljard euro die in het resultaat voor het tweede kwartaal is opgenomen hoewel de verkooptransactie nog niet is afgesloten. Dat zal waarschijnlijk in de tweede jaarhelft gebeuren.
* Een afwaardering van het CDO-risico ten bedrage van 0,2 miljard euro die vooral een gevolg is van de verslechtering van de kredietomgeving.
* Een tradingverlies van 0,1 miljard euro dat verband houdt met de 'legacy'-posities in gestructureerde derivaten in KBC Financial Products (Divisie Merchantbanking). Zoals vermeld in de vorige kwartalen, kunnen bijkomende verliezen in de volgende kwartalen van 2010 niet uitgesloten worden terwijl de risicoposities verder worden afgebouwd.
* De mark-to-marketwaardering van de tradingderivaten die als afdekkingsinstrument worden gebruikt leed tijdens het tweede kwartaal onder een negatieve kredietomgeving, wat resulteerde in een afwaardering van 0,3 miljard euro (vóór belastingen). De hoofdoorzaak was de toename van de creditspreads, vooral in de PIIGS-landen en in België.
Eerste zes maanden van 2010: resultaten per rubriek
Toelichting per rubriek van de resultatenrekening volgens IFRS voor het eerste halfjaar van 2010 (zie samenvattende tabellen op de volgende pagina):
* Het nettoresultaat voor de eerste zes maanden van het boekjaar 2010 bedroeg 591 miljoen euro, tegenover -3,3 miljard euro in 1h2009, toen in het eerste kwartaal aanzienlijke verliezen werden geboekt, onder meer gerelateerd aan CDO's en aandelen. Als we de uitzonderlijke posten buiten beschouwing laten, bedroeg de onderliggende nettowinst voor de eerste zes maanden van 2010 1 097 miljoen euro, een stijging van 25% in vergelijking met de eerste zes maanden van 2009.
* De nettorente-inkomsten bedroegen 3 086 miljoen euro, 11% meer dan in 1h2009. Op vergelijkbare basis zijn de kredietvolumes gedaald ten opzichte van een jaar voordien (vooral in merchantbanking), terwijl de cliëntendeposito's zijn toegenomen. De nettorentemarge steeg van 1,79% in 1h2009 naar 1,84% in 1h2010.
* De bruto verdiende verzekeringspremies bedroegen 2 392 miljoen euro, dat is 7% minder dan in de eerste helft van vorig jaar. Na aftrek van technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 147 miljoen euro. Het niveau van schadeclaims blijft hoog in het eerste halfjaar van 2010, onder meer als gevolg van de storm Xynthia en de overstromingen in Centraal-Europa.
* De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 658 miljoen euro, 28% meer dan in de eerste helft van vorig jaar. De omzet van deze activiteiten en daaraan gekoppelde provisie-inkomsten blijven groeien na de historisch lage niveaus tijdens de financiële crisis.
* De netto (niet-)gerealiseerde winst uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg -733 miljoen euro. Op onderliggende basis (d.w.z. zonder de uitzonderlijke posten, zoals waardecorrecties op gestructureerde kredieten, verliezen gerelateerd aan de stopzetting van activiteiten van KBC Financial Products, enz.) bedroeg het trading- en reëlewaarderesultaat 467 miljoen euro, tegenover 551 miljoen euro in het eerste halfjaar van 2009.
* De andere inkomstencomponenten waren als volgt: de dividendinkomsten uit aandelenbeleggingen bedroegen 56 miljoen euro (77 miljoen euro in 1h2009), de netto gerealiseerde winst uit voor verkoop beschikbare financiële activa (obligaties en aandelen) bedroeg 50 miljoen euro (33 miljoen euro in 1h2009) en de overige netto-inkomsten bedroegen 280 miljoen euro (266 miljoen euro in 1h2009).
* De exploitatiekosten bedroegen 2 116 miljoen euro, een daling van 16% ten opzichte van de eerste helft van vorig jaar. Dat is duidelijk het gevolg van ons strategisch herfocusseringprogramma waarbij een aantal activiteiten wordt afgebouwd. De onderliggende kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten, een maatstaf voor kostenefficiëntie, bedroeg 52% ten opzichte van 56% voor het eerste halfjaar van 2009.
* Bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 633 miljoen euro, 28% minder dan in het eerste halfjaar van 2009, voornamelijk dankzij Centraal-Europa en Merchantbanking (met name de ABS- en Ierse portefeuille). Op jaarbasis bedroeg de kredietkostenratio voor het eerste halfjaar van 2010 daardoor 0,77%, lager dan de 1,11% voor het boekjaar 2009. De overige bijzondere waardeverminderingen bedroegen 47 miljoen euro in het eerste halfjaar van 2010 en hadden betrekking op voor verkoop beschikbare financiële activa (aandelen en obligaties, 17 miljoen euro), goodwill op dochtermaatschappijen (28 miljoen euro) en andere bijzondere waardeverminderingen (2 miljoen euro).
* De belastingen bedroegen een positieve 140 miljoen euro voor het afgelopen halfjaar. Dat cijfer omvat een positieve belastinglatentie van 0,4 miljard euro.
* De nettowinst na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bedroeg een negatieve 271 miljoen euro. Dat cijfer omvat de resultaten en waardeverminderingen met betrekking tot de verkoop van KBL EPB, die zijn ondergebracht in deze post, in lijn met de IFRS-boekhoudregels (de referentiecijfers werden overeenkomstig aangepast).
* Aan het einde van het eerste halfjaar van 2010 bedroeg het totaal eigen vermogen 17,8 miljard euro. Dat is een stijging van 0,6 miljard euro ten opzichte van het begin van het jaar en die is voornamelijk het gevolg van de insluiting van het positieve resultaat voor de eerste zes maanden van 2010. De Tier 1-kapitaalratio van de groep, een maatstaf voor financiële draagkracht, bedroeg een stevige 11,4% van de risicogewogen activa. Als we KBL EPB buiten beschouwing laten, bedroeg de pro forma Tier 1-ratio zelfs ongeveer 12,2%.
Resultatenoverzicht volgens IFRS
Hieronder vindt u een overzicht van de winst-en-verliesrekening van de KBC-groep, gebaseerd op de International Financial Reporting Standards (IFRS). In het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag vindt u een volledig overzicht van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening en balans volgens IFRS. In datzelfde deel vindt u eveneens een vereenvoudigd overzicht van de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten, van de eigenvermogenmutaties en de kasstromentabel, evenals verschillende toelichtingen. Om u een duidelijk inzicht te verschaffen in de onderliggende gang van zaken, publiceert KBC (in het volgende deel) ook zijn 'onderliggende' resultaten.
Omdat de verkoop van KBL EPB beschouwd wordt als een beëindigde bedrijfsactiviteit, werden alle resultaten van en met betrekking tot KBL EPB ondergebracht in één post Nettowinst na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten. Alle referentiekwartalen werden overeenkomstig aangepast.
Overzicht van de onderliggende resultaten
Om u meer inzicht te verschaffen in de gang van zaken, verstrekt KBC u, boven op de cijfers volgens IFRS, ook enkele 'onderliggende' cijfers. De verschillen met de IFRS-cijfers hebben te maken met de uitsluiting van uitzonderlijke of niet-operationele elementen en een andere boekhoudkundige verwerking van bepaalde hedgingresultaten en kapitaalmarktinkomsten. Gezien hun aard en omvang is het belangrijk de resultaten voor die factoren aan te passen voor een goed begrip van de resultaatsontwikkeling. Een volledige verklaring van de verschillen tussen IFRS en de onderliggende cijfers vindt u in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag, onder Segmentinformatie. Hieronder vindt u een aansluitingstabel voor de nettowinst.
Om het eenvoudig te houden, en in tegenstelling tot de weergave volgens IFRS (zie vorige titel), worden de resultaten van KBL EPB nog altijd vermeld in elke relevante post van de onderliggende winst-en-verliesrekening (dus niet ondergebracht in één post Nettowinst na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten). De waardevermindering op goodwill van 0,3 miljard euro met betrekking tot die verkoop wordt beschouwd als een uitzonderlijk element en daarom niet opgenomen in de onderliggende cijfers.
Overige informatie
Strategische hoofdlijnen en belangrijkste gebeurtenissen
* In het tweede kwartaal van het jaar zetten we de uitvoering van onze strategische herfocussering voort en slaagden we er zelfs in een van onze belangrijkste projecten in termen van kapitaalvrijgave, de verkoop van ons Europese privatebankingnetwerk (KBL EPB), rond te krijgen. In mei werd de overeenkomst over de verkoop van de betrokken activiteiten voor 1,35 miljard euro aan Hinduja Group of India ondertekend. Daardoor kwam 1,3 miljard euro kapitaal vrij (gedeeltelijk dankzij een vermindering van de risicogewogen activa met 5,5 miljard euro).
Bovendien boekten we naast dit project ook vooruitgang bij een aantal andere desinvesteringen, zoals de overeenkomsten inzake de verkoop van de Britse en Ierse activiteiten van KBC Asset Management aan respectievelijk het management en aan RHJ International. Verder werden verkoopovereenkomsten ondertekend voor Secura (aan QBE), BIC (aan het management), KBC Peel Hunt (aan het management) en de activiteiten in converteerbare obligaties en Aziatische aandelenderivaten van KBC Financial Products (aan Daiwa). De closing van al deze overeenkomsten wordt verwacht in de volgende maanden. We voltooiden ook de schuldvernieuwingstransacties (novation) met het oog op een aanzienlijke vermindering van de kredietderivaten van de groep (als onderdeel van de herstructurering van KBC Financial Products) van ruwweg 1,5 miljard euro aan risicogewogen activa in 2kw2010. Ook de geleidelijke afbouw van de kredietportefeuille buiten de thuismarkten verloopt vlot: eind juni 2010 was al ongeveer 50% van de beoogde organische afbouw van de risicogewogen activa in de internationale kredietportefeuille gerealiseerd. De voorbereidingen om een minderheidsbelang in onze Tsjechische bankdochter op de beurs te brengen zijn goed gevorderd. De ontvlechting van onze aanvullende verkoopkanalen in België (Centea en Fidea), met als doel ze klaar te maken voor een verkoop, werd afgerond, zodat we klaar zijn om het verkoopproces in gang te zetten in de tweede jaarhelft.
* We herhalen dat KBC de bedoeling heeft de kernkapitaaleffecten uitgegeven aan de overheid terug te betalen, grotendeels door winstgeneratie en vrijmaking van kapitaal dat momenteel vastzit in niet-kernactiva waarvoor een desinvestering is gepland. KBC neemt zich ook voor een reglementaire Tier 1-kapitaalratio van 10% aan te houden, waarvan 8% kernkapitaal conform de Basel II-kapitaalvereisten (in een eerste fase omvat het kernkapitaal ook de kernkapitaaleffecten waarop de overheid heeft ingetekend).
* In het tweede kwartaal was de blootstelling van financiële instellingen aan overheidsobligaties een duidelijke zorg van de markt. In dat verband is het interessant erop te wijzen dat ten gevolge van een reductie van zowel de bank- als de handelsportefeuille de blootstelling van KBC aan Griekse overheidsobligaties op 30 juni 2010 gedaald was tot 1 miljard euro. Meer informatie over de blootstelling van KBC aan overheidsobligaties van een aantal Zuid-Europese landen wordt gegeven in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag.
* Het CEBS organiseerde een stresstest voor 91 Europese banken om hun solvabiliteit te controleren. KBC was verheugd dat het de test heeft doorstaan met een Tier 1-ratio van 9,4% in het adverse scenario, met toepassing van een bijkomende scenarioschok inzake overheidsobligaties. Uiteraard doet KBC ook regelmatig interne stresstests op basis van zijn risicobeheerskader.
Verklaring m.b.t. risico
* De KBC-groep is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder en loopt daardoor een aantal typische risico's, zoals "Y maar zeker niet exclusief kredietrisico, interestrisico, marktrisico, muntrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationeel risico, risico ten aanzien van opkomende markten, wijzigingen in regelgeving, betwistingen van cliënten en de economie in het algemeen. Het bedrijfsrisico omvat ook het feit dat zowel de macro-economische omgeving als de lopende herstructureringsplannen een negatieve invloed kunnen hebben op de waarde van activa of bijkomende niet-voorziene kosten kunnen teweegbrengen.
* Veranderingen in de regelgeving staan momenteel hoog op de agenda en KBC volgt de ontwikkelingen op dat vlak van nabij om er onmiddellijk en adequaat op te kunnen inspelen. We verwijzen in dat verband naar de aankondigingen over Basel III en de wetgevende initiatieven waar men momenteel in Hongarije mee bezig is.
* De belangrijkste gegevens in verband met risicobeheer vindt u in het jaarverslag, de kwartaalverslagen en in de risicoverslagen, die beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Aanvullende informatie bij de resultaten
* In het eerste halfjaar van 2010 waren er geen wijzigingen in de consolidatiekring of aan de waarderingsregels die een wezenlijke netto-invloed hadden op de resultaten.
* In het eerste halfjaar van 2010 steeg de waarde van de lokale munten op de Centraal- en Oost-Europese markten van KBC met (een gewogen gemiddelde van) 7% ten opzichte van de euro in vergelijking met het eerste halfjaar van 2009. In het tweede kwartaal van 2010 was het overeenkomstige cijfer +1% ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 en
publicatiedata van de resultaten en de data van analisten- en beleggersvergaderingen, is beschikbaar op www.kbc.com.