Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Biologische grondontsmetting biedt perspectief voor alle grondgebonden
teelten
4 aug 2010
Onderdeel: Wageningen UR Glastuinbouw
Bij biologische grondontsmetting wordt gefermenteerd organisch
materiaal ondergewerkt en vervolgens wordt de grond afgedekt met
plastic. Er komen dan stoffen vrij die ontsmettend werken en die
aaltjes en hardnekkige bodemschimmels effectief doden. Dit blijkt uit
oriënterend onderzoek van PPO-AGV en Wageningen UR Glastuinbouw. De
methode moet verder praktijkrijp gemaakt voor toepassing in de
chrysantenteelt en andere grondgebonden teelten onder glas.
Om hardnekkige grondgebonden plagen te onderdrukken wordt in de
chrysantenteelt veelvuldig gestoomd. Dat kost veel energie; gemiddeld
wordt daarbij zoân 35.000 m^3 gas per hectare verbruikt. Bovendien is
stomen vaak maar gedurende een aantal teelten effectief, daarna kunnen
opnieuw ernstige problemen met plagen en bodemziekten ontstaan.
Wageningen UR Glastuinbouw werkt daarom op dit moment aan een nieuwe
grondontsmettingsmethode als mogelijk alternatief voor stomen. Bij deze
methode wordt een hoeveelheid gefermenteerd organisch materiaal met een
bekende en vaste samenstelling door de grond gewerkt. Na het afdekken
van de grond met plastic ontstaan zuurstofloze omstandigheden en komen
natuurlijke omzettingsprocessen op gang. Bij deze processen komen
stoffen vrij die een ontsmettend effect hebben op de grond.
Effectief maar langzaam
In oriënterend onderzoek is gebleken dat het ontsmettend effect van de
methode indrukwekkend is. Schadelijke aaltjes, zoals het wortellesie
aaltje, en complexe overlevingssporen van de verwelkingsziekte
Verticillium dahliae worden gedood. De nieuwe ontsmettingsmethode
vraagt echter twee tot vier weken tijd en ten opzichte van het
reguliere stomen is dat lang.Â
De tijd die nodig is voor het ontsmettend effect, vormt nu nog een
knelpunt voor een brede toepassing van biologische grondontsmetting in
de praktijk. Een mogelijk voordeel ten opzichte van stomen is dat de
ontsmettende werking wel over een langere periode zou kunnen
standhouden. Om deze en andere vragen omtrent de nieuwe methode te
kunnen beantwoorden, is verder onderzoek nodig. Omdat de methode
interessant is voor alle grondgebonden teelten en omdat er veel energie
te besparen is, zal het onderzoek zich niet alleen op chrysant richten
maar ook op andere grondgebonden teelten.
Contact
Daniël Ludeking