Wageningen Universiteit en Researchcentrum

4 aug 2010

Onderdeel: Wageningen UR Glastuinbouw

Onderzoekers van Wageningen UR Glastuinbouw hebben bij veldonderzoek in het natuurgebied Kinderdijk natuurlijke vijanden gevonden van Tuta absoluta, de gevreesde tomatenmineermot. Enkele van deze natuurlijke vijanden lijken perspectief te bieden voor de biologische bestrijding van de mineermot.

Tuta absoluta, de tomatemineermot, komt van oorsprong voor in Zuid-Amerika, waar het een bekende plaag is op tomaat en aardappel. Sinds 2007 vormt dit insect een ernstig probleem in de Spaanse en Marokkaanse tomatenteelt. Inmiddels heeft de aantasting zich in korte tijd over het hele Middellandse Zee-gebied verspreid en vorig jaar stelde de nVWA (voorheen Plantenziektenkundige Dienst) vast dat de mot nu ook in Nederland kan worden gevonden, met name in pakstations die Zuid-Europese tomaten invoeren.
Nederlandse tomatentelers zien dit als een ernstige bedreiging. Zij vrezen dat de opmars van deze plaag een bedreiging zou kunnen worden voor het residu-arm telen, dat juist in deze teelt een belangrijk concurrentievoordeel is ten opzichte van de Spaanse en Marokkaanse productie. De sector heeft daarom aan Wageningen UR Glastuinbouw en het Produktschap Tuinbouw gevraagd alvast na te gaan of er natuurlijke vijanden zijn die Tuta absoluta in bedwang kunnen houden.

Lokaas
Om te weten te komen of deze uitheemse mineerder ook in Nederland natuurlijke vijanden heeft, is Tuta absoluta als lokaas aangeboden aan de inheemse fauna. Tomatenplanten met eieren zijn daarvoor meegenomen naar Kinderdijk, een natuurgebied dat rijk is aan insecten. Onderzoekers van Wageningen UR Glastuinbouw hebben in het veld directe waarnemingen gedaan aan de activiteit van natuurlijke vijanden. Voordat de rupsen gaan verpoppen hebben zij de planten mee teruggenomen naar het laboratorium en in een kooi gezet om eventuele parasieten uit te kweken.
Planten met veel rupsen bleken als een magneet te werken op allerlei predatoren. Naast âgelegenheidspredatorenâ vonden de onderzoekers ook een roofwants die op tomaat goed uit de voeten kan. Verrassend was dat er meteen ook sluipwespen actief waren, waarschijnlijk afkomstig van verwante motten. Inmiddels heeft één daarvan succesvol geparasiteerd en nakomelingen opgeleverd. De sluipwesp wordt voor nader onderzoek in kweek gehouden, voorlopig op Tuta absoluta. Bij gebleken geschiktheid wordt een verwante, maar onschadelijke mot gezocht voor het ontwikkelen van een massakweek en een introductiemethode.