ChristenUnie
'Fermwillend drietal mag niet onduidelijk blijven over rechtstaat'
woensdag 04 augustus 2010 14:00 ,,De drie heren met hun ferme wil zijn
langs de opdracht van Hare Majesteit en de informateur heen, hun eigen
weg gegaan.'' Dat zei Arie Slob, vice-fractievoorzitter van de
ChristenUnie in de Tweede Kamer, vanmiddag in het debat met informateur
Lubbers. ,,Er mag geen enkele onduidelijkheid zijn over de wijze waarop
we in dit land met onze rechtsstaat omgaan.''
Hieronder volgt de inbreng van Arie Slob in de eerste termijn van het
debat:
,,Mevrouw de voorzitter, via u wil ik de 'dienstwillige dienaar van
Hare Majesteit de Koningin', zoals de heer Lubbers zichzelf zo fraai
noemde, hartelijk bedanken voor het uitgebreide eindverslag van zijn
werkzaamheden zoals wij dat gistermiddag mochten ontvangen. We konden
wel enige uitleg gebruiken bij de ontwikkelingen zoals die zich in de
afgelopen tijd hebben voorgedaan. En zelfs na het lezen van het voor
een deel chronologische verslag blijven er nog de nodige vragen over.
Jammer dat de drie 'mannen van ferme wil` vandaag er het zwijgen toe
doen. Zijn ze bang dat de broze eenheid in de kiem wordt gesmoord? Als
de heer Wilders dit bedoelde toen hij in het debat over de eerste
formatieronde van 29 juni jl. betoogde dat de informatie transparanter
moest worden, dan vind ik dit wel een heel bijzondere vorm van
transparantie. Het valt me ook tegen. Uit verslag van informateur
blijkt dat de drie heren toch redelijk langs de opdracht van Hare
Majesteit en de informateur heen hun eigen weg zijn gegaan. Dat vraagt
om het afleggen van verantwoording.
Mijn fractie heeft voor dit debat geen behoefte aan uitgebreid
zwartepieten over de vraag of er nu wel of niet aan een
informatieopdracht is voldaan en wie al of niet de matchmaker van een
mogelijk straks te vormen kabinet is. Al kunnen we ons wat het laatste
betreft goed voorstellen dat de rode druiven bij bepaalde partijen erg
zuur zijn. En alleen naar anderen wijzen volstaat dan niet.
Niet zwartepieten dus, maar er zijn wel veel vragen te stellen over de
gang van zaken in de informatieronde onder leiding van de heer Lubbers.
Onder meer over de conclusie die hij op vrijdagmorgen 23 juli direct na
het vertrek van de heer Verhagen al trok. Nog voordat een aantal
fractievoorzitters met hem had gesproken. In zijn eindverslag schrijft
de heer Lubbers dat hij dit deed om verwarring en speculaties in de
media te voorkomen. Voor welke verwarring en speculaties was hij
bevreesd, vraag ik hem. En wat dreef hem nu ten diepste om hiervoor te
kiezen en niet terug te gaan naar HM de Koningin met de boodschap dat
uitvoering van zijn opdracht (te weten het in beeld brengen van een
stabiel meerderheidskabinet) door de opstelling van onder anderen VVD,
PVV, GroenLinks en PvdA niet mogelijk was?
Zowel in het verslag als tijdens persconferentie is er in de
omschrijving van het toekomstig kabinet creatief met taal omgegaan. Dat
werkt echter versluierend. Uit oogpunt van staatsrechtelijke helderheid
vraag ik - via de voorzitter - de heer Lubbers of hij de formulering
uit zijn opdracht: '...dat kan rekenen op een vruchtbare samenwerking
met de Staten-Generaal' heeft verstaan zoals we dat gewend zijn,
namelijk doelend op een regulier meerderheidskabinet dat kan rekenen op
steun in zowel de Tweede als de Eerste Kamer. Als dit het geval is,
kunnen we niet anders dan concluderen dat de informatiepoging van de
heer Lubbers mislukt is.
Het moet gezegd worden dat het van de heer Lubbers - bedoeld of
onbedoeld - een knappe prestatie is geweest om de heer Verhagen nu
wel bij VVD en PVV aan de onderhandelingstafel te krijgen. Eind juni
nog zei Verhagen dat hij zich niet aan de onderhandelingstafel liet
praten. Toen gaf Verhagen namens de CDA-fractie aan dat hij absolute
duidelijkheid van de PVV wilde over de grootste verschillen met het
CDA: onder meer over de beginselen van de democratische rechtsstaat,
etnische registratie en de strijd tegen de islam als kernpunt van het
buitenlands beleid van Nederland. VVD en PVV moesten daar
geloofwaardige oplossingen voor vinden. Over zulke zaken ga ik niet
marchanderen, aldus Verhagen. Kan hij met droge ogen volhouden dat door
de nu gemaakte keuze deze lastige maar zeer terechte vragen over de
rechtsstaat omzeild zijn? Dat gelooft hij toch zelf niet. Zeker niet nu
we begrepen hebben dat de PVV `gewoon' gaat meeonderhandelen over het
regeerakkoord.
De heer Lubbers was tijdens zijn persconferentie overigens duidelijker
dan in zijn verslag: dit wordt een bijzonder meerderheidskabinet
waarvan één van de partijen geen ministers levert. Daarmee is de PVV
dus één van de constituerende partijen van het te vormen kabinet én dus
gewoon regeringspartij. Ik stel het maar vast en als ik door Rutte en
Verhagen niet beargumenteerd wordt tegengesproken, ga ik ervan uit dat
ze deze conclusie delen.
Mede gelet op de stevige inzet van de heer Verhagen in de beginfase van
de formatie mogen we nu toch van hem verwachten dat hij nu klare wijn
zal schenken over de positie van het CDA. In maart van dit jaar (nog
geen vijf maanden geleden) gaf de heer Verhagen aan dat Wilders angst
en haat verspreidt. Hij zou op een onsmakelijke wijze mensen tegen
elkaar opzetten. En de belangen van de Nederlandse bevolking en de
reputatie van Nederland in de wereld beschadigen. Vindt Verhagen dat
nog steeds, vraag ik hem. En als Wilders met een provocerende Fitna II
komt en opnieuw de Turkse premier Erdogan voor total freak uitscheld,
valt dat straks allemaal onder de strekking van de verlovingsverklaring
van de heren Rutte, Wilders en Verhagen waarin ze melden dat de
partijen 'elkaars verschil van inzicht accepteren en op grond van eigen
inzicht daarnaar zullen handelen'? Ik ben ook benieuwd wat de heer
Rutte daar van vindt. Het is opvallend hoe stil de VVD is als het om
dit soort wezenlijke zaken gaat.
Zoals in het eindverslag van de heer Lubbers al is terug te vinden,
vindt de fractie van de ChristenUnie de conclusie van de heer Lubbers
om te onderzoeken of er een kabinet van VVD/CDA met gedoogsteun van PVV
kan komen, de slechtst denkbare uitkomst van deze informatie. Naar onze
opvatting past in deze tijd van financiële en economische crisis een
stabiel meerderheidskabinet. We waren het eens met de heer Rutte die
eind juni nog opmerkte dat er een stabiel kabinet moet komen dat met
een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zijn hele termijn zal
uitzitten. Die zekerheid is er nu niet en dan formuleer ik het
optimistisch. De opgaven waar we in deze tijd voor staan zijn immens
groot. Dit is geen tijd voor wilde en ondoordachte experimenten. Ook
niet voor blokkaden van mogelijkheden om wel tot een stabiel
meerderheidskabinet te komen dan nu wordt voorgesteld. Nog niet alles
is op dat punt onderzocht. De schouders moeten tegen elkaar aan. En er
mag ook geen enkele onduidelijkheid zijn over de wijze waarop we in dit
land met onze rechtsstaat omgaan. In tegenstelling tot veel andere
landen in de wereld, zijn onze vrijheden ongedeeld en gelden ze voor
iedereen gelijkelijk.
Voor dit moment wachten we af wat de volgende stap van Hare Majesteit
de Koningin zal zijn. Voorts zullen wij, zoals het hoort, een nieuw
kabinet uiteindelijk beoordelen op de inhoud van het regeerakkoord.
Arie Slob