Rijksoverheid
Datum 3 augustus 2010
Betreft Beantwoording vragen over het betaalgedrag van gemeenten en
transparantie daarvan
Ons kenmerk
OI/O / 10106460
Uw kenmerk
2010Z10537
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen (SP) over
het betaalgedrag van gemeenten en de openbaarheid van dat betaalgedrag
(ingezonden 5 juli 2010 onder nummer 2010Z10537).
1
Kunt u aangeven hoe u tot de conclusie komt: "Deze openbaarheid lijkt een
gunstig effect op het betaalgedrag te hebben"? Is dit niet een voorbarige
conclusie, nu slechts een minderheid van de gemeenten in Nederland gehoor gaf
aan de oproep van MKB Nederland?1
Antwoord
De gebruikte gegevens zijn ontleend aan de inventarisatie door MKB!Nederland.
Het is waar dat niet alle gemeenten de enquête hebben beantwoord. Er is op
voorhand echter geen reden om aan te nemen dat de gemeenten die hebben
geantwoord niet representatief zijn voor de gehele groep.
2
Wilt u het volgende antwoord uit uw reactie op mijn eerdere vragen toelichten:
"Derhalve ben ik van mening dat geen aanleiding bestaat voor de
rijksoverheid om van overheden te vragen om betalingsgegevens openbaar te
maken en/of als rijksoverheid daartoe het initiatief te nemen"? Waarom ontkent u
dat er een aanleiding is om dit te vragen als er vanuit het bedrijfsleven klachten
zijn en bovendien een grote meerderheid van de gemeenten niet reageert op het
verzoek van MKB Nederland om informatie? Past het niet bij het eerder door het
kabinet geuite voornemen de overheid op tijd te laten betalen om deze
openbaarheid simpelweg te vragen?
Antwoord
Ik vind het goed dat MKB! Nederland het initiatief tot meer transparantie over
betalingstermijnen van gemeenten heeft genomen. Ik vind het belangrijk dat er
transparantie is over het betaalgedrag van gemeenten. Wanneer alle gemeenten
inzicht geven in hun betaalgedrag, wordt echt duidelijk hoe het betaalgedrag van
1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 20092010, nr. 2698
Pagina 2 van 3
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Ondernemen
Ons kenmerk
OI/O / 10106460
de gemeenten is. De rijksoverheid heeft echter geen zeggenschap over de
gemeenten en hun betaalgedrag. Daarom ligt het direct vragen naar gegevens
over dat betaalgedrag ook niet primair op de weg van de rijksoverheid. Wel zal ik
- vanwege het grote belang van goed betalingsgedrag en in het licht van het
beperkte aantal meewerkende gemeentes - in overleg met de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten per brief attenderen op het belang van (meer) transparantie over en
het hanteren van een redelijke betaaltermijn.
3
Wat is uw reactie op de brief van MKB Nederland!voorzitter Loek Hermans waarin
hij zich verbaast over het feit dat u concludeert dat het aantal slecht betalende
gemeenten is gedaald naar een op zes omdat de steekproef mede door de
vrijwilligheid en het uitblijven van reactie van veel gemeenten niet representatief
is?2
4
Deelt u de zorg van de heer Hermans, dat in de groep gemeenten die niet heeft
gereageerd op de oproep van MKB Nederland, het betalingsgedrag juist slechter
zal zijn, omdat gemeenten die niet goed scoren dit liever niet meedelen of omdat
er bij deze gemeenten überhaupt onvoldoende besef is dat het probleem moet
worden opgelost?
Antwoord
In de beantwoording op uw vragen van 21 juni 2010 (nummer 2010Z07724) heb
ik aangegeven dat, op basis van de reacties van gemeenten op het verzoek van
MKB!Nederland om inzicht te geven in hun betalingsgedrag, er een lichte
verbetering zichtbaar is. Dit is een positieve ontwikkeling, maar het is correct dat
daarmee niet te zeggen is hoe het betalingsgedrag van alle gemeenten is.
Van 260 gemeenten is nu nog niet bekend of zij een redelijke betalingstermijn
hanteren. Transparantie vanuit alle gemeenten vind ik van groot belang. Dit kan
ook een instrument zijn om te komen tot beter betalingsgedrag. Want uiteindelijk
gaat het erom dat alle gemeenten betaaltermijnen van maximaal 30 dagen gaan
hanteren. Daarom zal ik, in overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op het grote
belang van (meer) transparantie en het hanteren van een redelijke betaaltermijn
attenderen.
5
Kunt u aangeven op welke wijze u meent dat private partijen zelf maatregelen
moeten nemen om het betalingsprobleem op te lossen, als een poging hiertoe,
hoe zinvol ook voor een deel van het land, uiteindelijk niet meer oplevert dan het
boven tafel krijgen van informatie voor slechts een, zij het ruim, derde deel van
de gemeenten?
2 http://www.mkb.nl/index.php?pageID=4&messageID=5078&ss=
Pagina 3 van 3
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Ondernemen
Ons kenmerk
OI/O / 10106460
Antwoord
Aan de basis van betaalgedrag liggen de afspraken die tussen leverancier en
gemeente zijn gemaakt. Als leveranciers consequent betaaltermijnen van 30
dagen in hun overeenkomsten opnemen en aan late betaling ook gevolgen
verbinden (boeterente, geen nieuwe leveringen) zal daarvan naar mijn stellige
overtuiging een zeer disciplinerende werking uitgaan. Als gemeenten proberen in
onderhandeling een andere, langere betaaltermijn te verkrijgen, is het aan de
leveranciers om te bepalen of ze daarmee akkoord willen gaan, gezien de aard en
omvang van de bestelling of opdracht en de relatie met de gemeente als afnemer.
In antwoord op uw vorige vragen heb ik aangegeven hoe ik de rolverdeling tussen
rijksoverheid en private partijen zie en heb ik u ook aangegeven dat ik, samen
met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, initiatief neem
richting de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om hen te attenderen op
(meer) transparantie en het hanteren van redelijke betalingstermijnen.
6
Deelt u de mening dat, zowel in zware tijden van crisis als daarbuiten, het uw taak
is om, daar waar pogingen van marktpartijen op enig moment stranden, te
trachten informatie over betaalgedrag boven tafel te krijgen, temeer omdat van
deze informatie, juist doordat er bekendheid aan wordt gegeven, een positief
effect op het betaalgedrag van gemeenten zou uitgaan?
Antwoord
Zie mijn antwoord op uw eerdere vragen.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken
---- --