Rijswijkse verdacht van betrokkenheid bij moord op echtgenoot ter
observatie naar PBC
Den Haag, 3 augustus 2010 - De rechtbank 's-Gravenhage heeft vandaag in
een tussenvonnis beslist dat de Rijswijkse vrouw, die ervan wordt
verdacht met vier medeverdachten betrokken te zijn geweest bij de moord
op haar echtgenoot, Antonio Ferrigno, op 24 december 2009, ter
observatie moet worden overgebracht naar het Pieter Baan Centrum (PBC)
in Utrecht. De officier van justitie had dit tijdens een pro
forma-zitting in deze zaak op 20 juli jl. gevorderd.
De vrouw was niet op deze zitting verschenen en heeft tot nu toe
gebruik gemaakt van haar recht om te zwijgen.
De rechtbank acht het noodzakelijk dat onderzoek wordt verricht naar de
persoonlijkheid, de geestvermogens en de toerekeningsvatbaarheid van de
vrouw. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit onderzoek niet op een
andere wijze plaatsvinden dan door observatie in het PBC.
De vordering van de officier om ook de vier medeverdachten in het
Pieter Baan Centrum te laten onderzoeken is door de rechtbank
afgewezen.
Het tussenvonnis in de zaak tegen de vrouw is te openen via onderstaand
LJ-nummer.
LJ Nummer
BN3100
Zie het origineel
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 3 augustus 2010
Rechtbank 's-Gravenhage