beantwoording vragen over het bericht dat jaarlijks een derde van al
het ontwikkelingsgeld weglekt
Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het bericht dat jaarlijks een
derde van al het ontwikkelingsgeld weglekt
Kamerbrief | 3 augustus 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Driessen over het bericht dat jaarlijks een derde
van al het ontwikkelingsgeld weglekt. Deze vragen werden ingezonden op
5 juli 2010 met kenmerk 2010Z10539.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid Driessen (PVV) over het bericht dat jaarlijks een
derde van al het ontwikkelingsgeld weglekt.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht `Jaarlijks lekt $40 miljard weg'?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat jaarlijks één derde, tientallen miljarden dollar, van
alle wereldwijde ontwikkelingshulp weglekt door inefficiëntie?
Antwoord
Het cijfer dat Van Kesteren noemt is geen "hard" cijfer. Van Kesteren
is van mening dat er door een beter gecoördineerd en meer samenhangend
optreden van de gezamenlijke donoren, betere prestaties geleverd kunnen
worden met het beschikbare budget voor ontwikkelingssamenwerking.
Vraag 3
Hoeveel Nederlands ontwikkelingsgeld lekt jaarlijks weg? Bent u bereid
onderzoek in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De heer Van Kesteren signaleert dat het totale systeem efficiënter zou
moeten werken. Geld zou nog beter kunnen worden gebruikt. Nederland zet
zich al jarenlang in voor vermindering van de versnippering, zowel in
internationaal verband als in Nederland. De Parijs Verklaring uit 2005
en de daarop volgende Accra Agenda for Action 2008 zijn mede door
actieve Nederlandse inzet tot stand gekomen. Ik ijver in OESO- en
EU-verband voor harmonisatie en een betere werkverdeling onder donoren.
Uiteraard betrek ik hier onze partnerlanden ook bij. Bovendien zijn
concrete stappen gezet om samenwerking tussen de diverse spelers aan
Nederlandse zijde te bevorderen, zoals in het MFS II stelsel. Nederland
spant zich dus zowel op nationaal als internationaal niveau ten volste
in om de hulp zo effectief mogelijk te besteden. Van het letterlijk
`weglekken' van ontwikkelingsgeld is in dit verband geen sprake. Ik zie
dan ook geen aanleiding om een onderzoek in te stellen.
Vraag 4
Bent u bereid, op noodhulp na, te stoppen met het geven van
ontwikkelingshulp? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, ik ben niet bereid te stoppen met ontwikkelingssamenwerking. De
feiten geven mij daar geen aanleiding toe. Met de inzet die de
internationale donorgemeenschap - en daarbinnen Nederland als actieve
speler - het afgelopen decennium heeft verricht, zijn goede resultaten
geboekt.
Ontwikkelingssamenwerking is een stapsgewijze inzet in moeilijke
omgevingen zonder pasklare antwoorden. Tegen die achtergrond zijn de
sterke verbeteringen in levensverwachting, gezondheid, onderwijs en
water & sanitatie opmerkelijk. Hierover wordt tweejaarlijks in de
rapportage `Resultaten in Ontwikkeling' gerapporteerd. Sterfte van
kinderen onder 5 jaar bedroeg in 1960 nog 20 mln, in 2005 was dat nog
10 mln, terwijl het aantal kinderen onder de 5 jaar in diezelfde
periode toenam van 110 mln naar 135 mln. Sinds 1990 hebben 1,6 mld
mensen toegang gekregen tot schoon drinkwater en tussen 1999 en 2006
groeide de deelname aan basisonderwijs van 79% naar 85%. Deze
resultaten zijn dankzij structurele hulp gerealiseerd en hebben een
bijdrage geleverd aan de Millennium Ontwikkelingsdoelen.
Internationaal zijn stevige afspraken gemaakt in Parijs en Accra om
hulp effectiever te maken. Daarin worden langzaam vorderingen gemaakt.
Nederland scoort goed op de gemaakte afspraken en zal naar verdere
verbetering blijven streven.
Pagina 3 van 3
Ministerie van Buitenlandse Zaken