Heerlen, 2 augustus 2010
PERSBERICHT
Fietsersbond: Buitenring heeft veel nadelen voor fietsers.
Als de Buitenring zo zal worden aangelegd, zoals deze nu gepland is, dan gaat de weg amper voordeel maar wel veel nadelen veroorzaken voor de fietsers. Een groot aantal van deze nadelen vindt de Fietsersbond niet acceptabel. De Fietsersbond verzoekt Provinciale Staten dan ook de plannen voor de Buitenring niet zo vast te stellen. Dit stelt de Fietsersbond in zijn onlangs gestuurde zienswijze over de plannen voor de Buitenring.
De Fietsersbond heeft de plannen beoordeeld uit oogpunt van het belang van de fietsers. Daarbij staan de verkeersveiligheid en de gebruikersvriendelijkheid centraal voor de fietsers op alle wegen die geraakt worden door of in verband met de aanleg van de Buitenring.
De Fietsersbond is van oordeel dat deze plannen zo niet mogen worden vastgesteld en uitgevoerd. Het is niet aannemelijk dat het zich maatschappelijk 'loont' om de Buitenring aan te leggen. Het is zeer onzeker dat de maatschappelijke en in het bijzonder de verkeerskundige voordelen in overwegende mate groter zijn dan de nadelen en kosten. De in het Verkeerskundig Onderzoek gedane voorspellingen van de toenemende verkeersdrukte zijn onvoldoende onderbouwd en daarmee is het onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze weg in deze omvang noodzakelijk is. De te verwachten verbeteringen in de verkeersstructuur zijn onvoldoende om een weg met deze allure als een effectieve maatregel te beschouwen.
Uit oogpunt van de fietsers zijn er hoofdzakelijk nadelen te verwachten. Nadelen waarmee talrijke fietsers gedurende tientallen jaren worden geconfronteerd! Deze nadelen zijn niet acceptabel. De gepresenteerde plannen dienen dan ook te worden aangepast.
De belangrijkste nadelen voor fietsers hebben te maken met de barrièrewerking van de Buitenring ofwel problemen bij het kruisen van de Buitenring. Omdat de Buitenring bestaande wegen gaat doorsnijden, zullen fietsers op veel plaatsen een langere route krijgen en dus moeten omrijden.
Veel mensen genieten van het landschap door er te fietsen of te wandelen. Voor deze mensen wordt de Buitenring een storend object in het landschap.
Waar het fietsverkeer niet wordt omgeleid, zal het de op- en afritten moeten kruisen. Dit zijn altijd gevaarlijke conflictpunten en daarmee vormen deze een groot nadeel van de Buitenring voor het fietsverkeer. De Fietsersbond staat erop dat dit nadeel wordt geminimaliseerd, waarbij de oplossingen niet ten koste gaan van een veilige en gemakkelijke oversteekbaarheid voor de fietser.
Door de aanleg van de Buitenring veranderen ook verkeersstromen in het lokale wegennet. Hierdoor moet het wegennet op veel plaatsen worden aangepast. In de plannen zijn deze aanpassingen niet meegenomen en de kosten daarvan op de verschillende gemeentes afgewenteld. Daardoor is er geen waarborg gegeven dat deze maatregelen ook op een acceptabele manier worden uitgevoerd.
Blz. 2.
De Fietsersbond heeft 11 plaatselijke knelpunten geconstateerd, waar het voorgestelde plan niet acceptabel is en/of waar de fietsers echt profijt kan hebben van aanpassing van de plannen.
Wellicht blijkt uit beter onderbouwde plannen dat kan worden volstaan met een gedeeltelijke aanleg van een 2-strooks weg die een meer menselijke maat benadert, en zowel de impact op het landschap verkleint alsook de barrièrewerking voor het kruisend (fiets)verkeer aanzienlijk vermindert. Daarbij dienen wel enkele verspreid liggende verkeersknelpunten te worden aangepakt.
De Fietsersbond heeft Provinciale Staten dan ook geadviseerd om de voorliggende plannen voor de Buitenring zo niet vast te stellen. De Fietsersbond stelt daarbij voor om:
a. een betere analyse te maken van de verkeersontwikkelingen in de komende 20 - 30 jaar;
b. te zorgen voor het oplossen van bestaande verkeerskundige knelpunten en daarbij vooral ook oplossingen te zoeken bij de bevordering van het fietsgebruik en het openbaar vervoer;
c. de aanleg te overwegen van een tweestrokenweg van de Randweg ter hoogte van Mariarade tot de Streekweg S20 (N276), ter ontlasting van wegen in de bebouwde kom die daadwerkelijk hierbij baat hebben (bijvoorbeeld een deel van de Randweg en de Paterweg in Hoensbroek en de Trichterweg in Treebeek); en
d. bovenal oplossingen te zoeken die geen nadelige gevolgen hebben voor langzaam verkeer en in het bijzonder voor fietsverkeer.
---