Rode Kruis Vlaanderen

Clustermunitie eindelijk verboden

Op 1 augustus 2010 treedt het Verdrag inzake clustermunitie in werking, dat door 30 staten(*) is geratificeerd. Dit is een belangrijke stap voorwaarts om een einde te maken aan het ongelofelijke leed dat dergelijke wapens de afgelopen decennia hebben veroorzaakt. Het verdrag verbiedt het gebruik, de productie, de opslag en de overdracht van clustermunitie.

Dit nieuwe instrument van het internationaal humanitair recht verbiedt niet alleen het gebruik van clustermunitie maar voorziet ook de ontruiming van verontreinigde grond, de vernietiging van bestaande voorraden en het verlenen van zorg en bijstand aan slachtoffers van clustermunitie. Het vereist bovendien de implementatie in nationale wet- en regelgeving om te garanderen dat het verdrag ook op nationaal niveau wordt toegepast.

Mijlpaal
âDit is een mijlpaal in het strijd tegen het gebruik van clustermunitieâ, aldus Jakob Kellenberger, voorzitter van het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC). âWe maken van deze gelegenheid gebruik door lidstaten op te roepen zonder vertraging te beginnen met de implementatie van het verdrag en we hopen dat de inwerkingtreding ook de praktijk van staten zal beïnvloeden die het verdrag nog niet naleven.â

"De inwerkingtreding van het verdrag geschiedt slechts 21 maanden nadat het verdrag open werd gesteld voor ondertekening in Oslo. Dit getuigt van een sterke toewijding vanuit de lidstaten en hun gezamenlijke wens om de humanitaire problemen die door deze wapens worden veroorzaakt aan te pakkenâ, voegde Kellenberger toe.

Van 8 tot 12 november 2010 komen de lidstaten samen in Vientiane te Laos om een actieplan te ontwikkelen voor de toepassing van het verdrag en om te beslissen over de procedures voor regelmatige controle en geboekte vooruitgang.

Internationaal humanitair recht en clustermunitie Het gebruik van clustermunitie gaat om verschillende redenen in tegen de basisbeginselen van het internationaal humanitair recht. Door het grote bereik van de wapens en de beperkte nauwkeurigheid is het moeilijk een onderscheid te maken tussen militaire doelwitten en de burgerbevolking en hun goederen. Bovendien blijkt heel wat van deze munitie in hoge mate onbetrouwbaar. Dit heeft tot gevolg dat veel submunitie niet ontploft, waardoor ze als explosieve oorlogsresten achterblijft. Ze hebben dan dezelfde werking als landmijnen, alleen zijn ze in de meeste gevallen veel dodelijker. Vooral de burgerbevolking wordt hiervan het slachtoffer, meestal wanneer de vijandelijkheden reeds lang gestaakt zijn.

De inwerkingtreding van het Verdrag inzake clustermunitie biedt het internationaal humanitair recht een breed kader om het leed dat onder de burgerbevolking wordt veroorzaakt door deze "wapens die niet stoppen met doden" te voorkomen of te beëindigen. Het Verdrag inzake antipersoonsmijnen van 1997, het Protocol inzake explosieve oorlogsresten van 2003 en het Verdrag inzake clustermunitie van 2008 vormen samen een verreikende reactie op de humanitaire gevolgen van niet-ontplofte munitie en bieden eindelijk een hoopvol perspectief voor de getroffen gemeenschappen.

Praktische informatie over clustermunitie en het nieuwe verdrag kan je vinden op :
http://www.icrc.org/Web/Eng/siteeng0.nsf/htmlall/section-ihl-cluster-mu nition?OpenDocument

(*) De lijst van de staten die het verdrag ondertekenen : Albanië, Oostenrijk, België, Burkina Faso, Burundi, Kroatië, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, Vaticaan, Ierland, Japan, Democratische Volksrepubliek van Laos, Luxemburg, Macedonië (voormalige Joegoslavische Republiek), Malawi, Malta, Mexico, de Republiek Moldavië , Montenegro, Nieuw-Zeeland Nicaragua, Niger, Noorwegen, de Republiek San Marino, Sierra Leone, Slovenië, Spanje, Uruguay, Zambia.

Mechelen, 30 juli 2010

(c) 2010 - Rode Kruis-Vlaanderen, Motstraat 40, 2800 Mechelen - tel. 015 44 33 22 - fax 015 44 33 11 - info@rodekruis.be - disclaimer - bankrek. 096-0000096-20