Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Verslag Informele Milieuraad 11, 12 en 13 juli 2010

Van 11 tot 13 juli vond in Gent de Informele Milieuraad plaats. Het thema was "duurzaam gebruik van materialen". Onder leiding van de Vlaamse milieuminister Joke Schauvliege hebben de 27 EU-landen en 7 andere Europese landen, de meeste op politieke niveau vertegenwoordigd, als ook Commissie, Parlement, milieuagentschap EMA en milieubeweging EEB, over dit thema van gedachten gewisseld. Tijdens de lunch op 13 juli is er in beperkte samenstelling ook gesproken over de stand van zaken in de klimaatonderhandelingen en de "weg naar Cancún". Nederland werd op de Informele Milieuraad op ambassadeursniveau vertegenwoordigd.

Duurzaam gebruik van materialen
De centrale vraagstelling van de bijeenkomst luidde: " Hoe kan EU-beleid ervoor zorgen dat materialen (grondstoffen, producten en afvalstoffen) zo efficiënt en milieuvriendelijk mogelijk worden benut? Oftewel, hoe kunnen we het natuurlijk kapitaal behouden en de milieudruk van de gehele levenscyclus reduceren, van winning via productie en consumptie tot en met afvalbeheer?"

Het gaat hierbij om biotische en abiotische hulpbronnen en een integrale aanpak van het thema, in een mondiaal perspectief. In de vergadering was veel steun voor de agendering van het onderwerp door het Belgisch voorzitterschap.

Hoewel de analyse van de urgentie van het probleem van de hulpbronnen breed werd gedeeld, viel in het debat op dat er tussen de lidstaten nog wel verschillen zitten in denken en praktijk. Sommige landen zijn goed op weg in hun transitie om zo min mogelijk afval over te houden en zoveel mogelijk materialen te recyclen, of materialen te gebruiken als brandstof. Andere landen zijn nog volop bezig met het opzetten van gescheiden inzameling en recyclingcapaciteit en hebben daar de (Europese) steun hard bij nodig. Sommige landen betrokken ook ecosysteemdiensten bij de behandeling van het thema. Enkele landen wilden met name focus op de (schaarse) metalen.

In het debat werd een sterke samenhang bepleit met de nieuwe strategie voor banen en groei, EU2020. Commissaris Potocnik kreeg veel steun voor het verder uitwerken van zijn "Vlaggenschipinitiatief Hulpbronnenefficiëntie"; onderdeel van de EU2020 strategie. Bij het uitwerken en uitvoeren van dit initiatief zal de aandacht voor hulpbronnenefficiëntie ook moeten doorwerken in het innovatiebeleid en de technologieontwikkeling, R&D, de publieke financiën en fiscale omvorming (belastingdruk op hulpbronnen in plaats van arbeid). Van veel kanten kwam de oproep om coördinatie op het gebied van milieubelastingen. Er werd een verband gelegd met reeds lopend beleid zoals het Actieplan Duurzaam Consumeren en Produceren (ecodesign, duurzaam inkopen, labelling). Zo werd er herhaaldelijk gepleit voor uitbreiding van de ecodesignrichtlijn naar andere dan energieproducten.

Nederland benadrukte de integraliteit en de mondiale invalshoek (WTO) en gaf het Nederlandse "initiatief duurzame handel" als een concreet voorbeeld van hoe actie kan worden ondernomen. Daarnaast pleitte Nederland om een ambitieuze aanzet die zou moeten leren van de aanpak bij klimaat.

Klimaat
Op 13 juli is tijdens de lunch ook gesproken over de klimaatonderhandelingen en de ,,weg naar Cancún". Tijdens de lunch gaf Klimaatcommissaris Conny Hedegaard aan dat de EU in de ,,drivers seat moet blijven, met één stem moet spreken en




moet vermijden de "zwarte piet" te krijgen. In plaats van een alles-of-niets- aanpak wil de EU een stapsgewijze aanpak. Voor Cancún moet de Unie concrete voorstellen doen ten aanzien van meten, rapporteren en verifiëren (MRV), brug slaan tussen China en VS, voorkoming ontbossing (REDD+), adaptatie, technologie, evt. marktmechanismen en ,,fast start finance'. De EU moet verder blijven streven naar een akkoord over financieringsarchitectuur, verdere CO2- reducties, hogere geldbeloften en juridische structuur (inclusief voortzetting Kyoto Protocol).

Wat betreft de discussie over de 2020 doelstelling tekenden zich drie groepen af. De eerste groep met drie grote lidstaten wil dat de EU zijn voorwaarden voor de - 30% CO2-uitstoot loslaat en opener staat voor de verlenging van het Kyoto Protocol. De tweede groep wil juist meer voorwaarden inbouwen bij een EU- boodschap voor Cancún. De derde groep waaronder Nederland steunt de lijn van de Commissie. Deze heeft in haar mededeling aangegeven dat 30% emissiereductie als heldere en geloofwaardige ambitie moet blijven, maar een unilaterale overgang in de mondiale onderhandelingen nu niet opportuun is.

Het Belgische Voorzitterschap concludeerde dat het onacceptabel zou zijn om geen uitkomst in Cancún te hebben. Enkele concrete besluiten moeten in Cancún mogelijk zijn en verder moet er overeenstemming komen over een ,,road map naar Zuid-Afrika volgend jaar. Wat betreft het Voorzitterschap is het nu niet het moment om de Europese voorwaarden verbonden aan -30% emissiereductie en de inzet ten aanzien van Kyoto-verlenging te laten vallen. Op het gebied van klimaat moet de EU een actieve rol op het wereldtoneel blijven vervullen. Tot slot gaf de Vlaamse milieuminister Joke Schauvliege aan dat het belangrijk is om in de Milieuraad van 14 oktober in Luxemburg verdere stappen te zetten.