beantwoording vragen over het lot van politieke gevangenen in Indonesië
Kamerbrief inzake beantwoording vragen over het lot van politieke gevangenen
in Indonesië
Kamerbrief | 30 juli 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over het lot van politieke gevangenen
in Indonesië. Deze vragen werden ingezonden op 2 juli 2010 met kenmerk
2010Z10474.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken ,
mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken, op vragen van het lid
Van Bommel (SP) over het lot van politieke gevangenen in Indonesië.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de aanbevelingen van het rapport van Human
Rights Watch "Prosecuting Political Aspiration, Indonesia's Political
Prisoners"? Deelt u deze aanbevelingen? Indien neen, waarom niet? 1) Zo
ja, op welke wijze wilt u deze bij de Indonesische regering inbrengen?
Antwoord
Ja, ik heb kennisgenomen van dat rapport. Nederland volgt de
mensenrechtensituatie in Indonesië nauwlettend, zowel bilateraal als in
EU-verband. Tijdens de EU-Indonesië mensenrechtendialoog op 29 juni
2010 werden door de EU onderwerpen als vrijheid van meningsuiting en de
ontwikkeling van de rechtsstaat opgebracht. Ook over de rechten van
gedetineerden vond een constructieve dialoog met Indonesie plaats.
Nederland zal ook in de toekomst in het kader van de bilaterale
politieke dialoog met Indonesië aandacht blijven vragen voor de
behandeling van politieke gevangenen.
Vraag 2
Bent u bereid de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating te
verlangen van alle personen die op geweldloze wijze hun politieke
opvattingen hebben geuit in Indonesië? Bent u bereid in het bijzonder
de gevallen van de mensen die met Molukse en Papoea vlaggen en andere
onafhankelijkheidssymbolen geweldloos actie hebben gevoerd daarbij aan
de orde te stellen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Nederland staat voor de vrijheid van meningsuiting en probeert waar
mogelijk, bilateraal of multilateraal, op te komen voor personen die
voor het uiten van hun mening gestraft of gevangen genomen worden.
Dit gebeurde tijdens mijn bezoek aan Indonesië in januari 2009, tijdens
de bilaterale politieke dialoog met Indonesië in november 2009 en meer
recent door medewerkers van de Nederlandse ambassade in Jakarta, te
weten in mei en juni jl. Tevens is over de situatie van politieke
gevangenen gesproken tijdens de EU mensenrechtendialoog op 29 juni jl.
De regering zal de vervolging en gevangenzetting van alle personen die
op geweldloze wijze hun politieke opvattingen ventileren bij elke zich
daartoe lenende gelegenheid onder de aandacht van de Indonesische
regering blijven brengen.
Vraag 3
Herinnert u zich uw antwoord op schriftelijke vragen van 29 april 2008
waarin u meldt dat Nederland Indonesië heeft gevraagd de artikelen 106
en 107 van het Wetboek van strafrecht en Regeringsbesluit 77/2007 in
lijn te brengen met vigerende internationaalrechtelijke verplichtingen?
Deelt u de mening dat Indonesië tot op heden daaraan geen gehoor heeft
gegeven? Bent u daarom bereid rechtstreeks aan te dringen bij de
Indonesische regering de door u gewenste maatregelen door te voeren? 2)
Antwoord
Ja. Ik ben bereid de Indonesische regering nogmaals te vragen de
artikelen 106 en 107 van het Wetboek van strafrecht en Regeringsbesluit
77/2007 in lijn te brengen met vigerende internationaalrechtelijke
verplichtingen.
Vraag 4
Hebt u inmiddels precieze cijfers ontvangen over het aantal politieke
gevangenen in de Molukken en elders in Indonesië? Zo ja, om hoeveel
mensen gaat het daarbij? 3)
Antwoord
Het rapport van Human Rights Watch spreekt over tenminste 100 politieke
gevangenen uit de regio's Molukken en Papoea. De Indonesische
autoriteiten maken geen cijfers hierover bekend.
Vraag 5
Bent u bereid te pleiten voor onafhankelijk onderzoek naar marteling
van deze politieke gevangenen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
De berichten over mogelijke martelingen in Indonesische gevangenissen
baren mij grote zorgen. Het onderwerp is zowel bilateraal als in
EU-verband aan de orde gesteld. Ik zal deze kwestie blijven agenderen.
Vraag 6
Bent u bereid opnieuw te pleiten voor het overplaatsen van Molukse
politieke gevangenen naar een gevangenis op de Molukken? 4)
Antwoord
Ja. Nederland werkt overigens samen met de Indonesische autoriteiten om
het functioneren van de rechtsstaat op de Molukken te verbeteren.
Vraag 7
Herinnert u zich vraag 4 van schriftelijke vragen van 30 juni 2008,
waarin gevraagd wordt naar de eventuele strafvervolging van leden van
Densus 88? 5) Is het in Indonesië tot strafvervolging gekomen van leden
van Densus 88? Hoe beoordeelt u de aanbeveling van Human Rights Watch
dat de VS en Australië moeten ophouden met het trainen van leden van
Densus 88, omdat zij betrokken waren bij de marteling van deelnemers
aan de dansactie van 29 juni 2007? Deelt u deze aanbeveling? Indien
neen, waarom niet?
Antwoord
Ja. Voor zover mij bekend zijn er geen leden van Densus 88 vervolgd.
Het is aan de VS en Australië om een afweging te maken over het al dan
niet voortzetten van trainingen aan Indonesische politiediensten.
Vraag 8
Op welke wijze ziet Nederland toe op de voortgang van de hervorming van
de veiligheidssector, zoals u op 31 augustus 2007 beloofde en eerder in
een beleidsnotitie d.d.13 juni 2006 aankondigde? Wat is de stand van
zaken op dit gebied? 6)
Antwoord
Nederland steunt thans de Indonesische politie met opleidingen en
trainingen, vooral op het gebied van `community policing', goed
bestuur, verkeerspolitie en recherche (cybercrime, financiële zaken en
milieu). Tevens voert Nederland bilateraal en multilateraal gesprekken
met de Indonesische regering over de verdere hervormingen van de
veiligheidssector. Het gaat dan vooral om het terugdringen van de
militaire participatie in de economie, de verhouding leger en politie,
de rol van politie, leger en veiligheidsdiensten in een democratie
en de versterking van de kennis van mensenrechten bij de
veiligheidsautoriteiten. Daarnaast steunt Nederland meerdere lokale
NGO's die actief zijn op het gebied van mensenrechten en democratie.
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat in de samenwerking tussen Nederland en Indonesië
in het kader van terrorismebestrijding Nederlandse inbreng leidt tot
mensenrechtenschendingen? Indien neen, welke maatregelen neemt u naar
aanleiding van de bevindingen van dit rapport?
Antwoord
Bij de samenwerking tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op
het terrein van terrorismebestrijding zijn democratische inbedding en
het respect voor de mensenrechten een essentieel onderdeel van de
besluitvorming omtrent het aangaan en onderhouden van de relaties met
de desbetreffende dienst.
Dit ligt in het verlengde van artikel 59 WIV 2002 waarin onder meer is
bepaald dat de samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en
veiligheidsdiensten slechts plaatsvindt voor zover de belangen die zij
behartigen niet onverenigbaar zijn met de belangen die Nederland heeft
te behartigen, waaronder de grond- en mensenrechten, die zijn
neergelegd in de Grondwet en in internationale verdragen die door
Nederland zijn geratificeerd.
Vraag 10
Deelt u de mening dat deze politieke gevangenen vrij moeten zijn
voordat president Yudhoyono zijn voorgenomen bezoek aan Nederland kan
brengen, later dit jaar? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Graag verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2. Het voorgenomen bezoek
van president Yudhoyono weerspiegelt de uitstekende en veelzijdige
relatie tussen Nederland en Indonesië. Een constructieve en open
dialoog over mensenrechten is daar onderdeel van.
1) "Prosecuting Political Aspiration, Indonesia's Political Prisoners"
Zie blz 15,
http://www.hrw.org/en/reports/2010/06/23/prosecuting-political-aspirati
on-0
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2217
3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 3096
4) Kamerstuk 26049, nr 69.
5) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 3096, vraag 4.
6) Kamerstukken 26049 nr 58 en 26049 nr 51. Zie m.n. blz 10 "Voorts
werd in november 2005 tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en
de Indonesische politie een MoU ondertekend als basis voor toekomstige
samenwerking. Dit richt zich op trainingen op het gebied van de
verkeersveiligheid en de bestrijding van terrorisme en transnationale
misdaad."
Pagina 5 van 5
Ministerie van Buitenlandse Zaken