Gemeente Utrecht

Utrecht: Vragen van de heer J.L. Ravesteijn en mevrouw A.H. de Boer inzake Arbeidsparticipatie

(ingekomen 29 juli 2010)

Op 13 juli werd bekend dat de helft van de allochtone moeders in Nederland geen betaald werk heeft (publicatie rapport "Alle hens aan dek" van het CBS). Dat is twee keer zo veel als het aantal werkloze autochtone moeders. GroenLinks vindt dat het beleid zich meer moet richten op de werkloze allochtone moeders.

GroenLinks vindt de cijfers zorgwekkend. Zij vraagt zich af hoe de situatie in Utrecht is en wat het college gaat doen om de arbeidsdeelname van met name Turkse en Marokkaanse moeders te bevorderen. Het project via Al Amal is natuurlijk een mooie eerste stap, maar GroenLinks wil op zoek naar manieren om meer allochtone moeders te bereiken en te activeren, zoals het wijk- en welzijnswerk. Daarom heeft GroenLinks de volgende vragen:

1. Bent u bekend met het zorgwekkende bericht dat ruim de helft van de allochtone moeders geen betaald werk heeft, tegen een kwart van de autochtone moeders ('Allochtone moeder werken vaker niet', Nu.nl, 13 juli 2010 gebaseerd op het rapport "Alle hens aan dek" van het Centraal Bureau voor de Statistiek)?
2. Is bekend hoe de situatie in Utrecht zich verhoudt tot dit landelijke beeld?
3. Deelt het college de mening dat het een goed streven is dat zoveel mogelijk vrouwen zelfredzaam en economisch zelfstandig zijn? Zo nee, waarom niet?
4. Bent u voorts met GroenLinks van mening dat er een groot arbeidspotentieel bestaat onder allochtone moeders, dat met het oog op de vergrijzingproblematiek benut zou moeten worden? Zo ja, welke rol ziet u hierin voor uzelf als college weggelegd? Zo nee, waarom niet?
5. Wat vindt u van de visie van Heinz Schiller, zoals verwoord in het boek 'De kunst van het stijgen'? Deelt u de mening dat het welzijnswerk allochtone moeders in mindere mate moet benaderen als 'moeder', maar meer 'als vrouw met eigen ontwikkelingsmogelijkheden en ambities'? Zo nee, waarom niet?
6. Welke maatregelen gaat het college treffen om het wijkenbeleid en het welzijnswerk in buurten met achterstanden meer te laten richten op de sociale stijging, in het bijzonder van allochtone moeders?