De Vlinderstichting

29 juli 2010

Nieuwe voortplantingsplek zuidelijke glazenmaker

Zuidelijke glazenmaker. Foto: Kim Huskens
De zuidelijke glazenmaker is een goede zwerver en kan grote afstanden afleggen. De meeste waarnemingen die in Nederland worden gedaan zijn van individuen die van Zuid-Europa naar Nederland komen. Voortplanting in Nederland is nog maar sporadisch vastgesteld. Dit jaar is de voortplanting van de soort in de Groenlanden bevestigd.

Al enkele jaren wordt de zuidelijke glazenmaker gezien in de Groenlanden en de Millingerwaard. Deze twee genoemde natuurgebieden zijn onderdeel van de Gelderse Poort: een natuurontwikkelingsgebied in de uitwaarden langs de IJssel, de Rijn en de Waal in de omgeving van Nijmegen en Arnhem. De uitwaarden, voorheen boerenland, zijn en worden nog ontkleid. Hierdoor ontstaan ondiepe plasjes die snel opwarmen en geschikt kunnen zijn voor zuidelijke soorten. In de Groenlanden is in een aantal van dit soort plasjes gezocht naar larvenhuidjes. Aanleiding hiervan was het waarnemen van een hoog aantal, meer dan twintig, zuidelijke glazenmakers in het gebied zowel patrouillerende mannetjes als een tandem. Ook in de Millingerwaard werden dit jaar al veel imago's van de zuidelijke glazenmaker gezien.

Na een half uur in een mogelijk voortplantingswater in de Groenlanden gezocht te hebben werden al twee huidjes gevonden en niet veel later werden er in een ander vergelijkbaar plasje zes huidjes gevonden. De plasjes waar de huidjes zijn gevonden zijn ondiepe kwelrijke plasjes met een goed ontwikkelde verlandingszone met soorten als gele lisdodde en egelskop (zie foto beneden). De plasjes drogen tijdelijk uit. De Groenlanden is de derde plek in Nederland waar huidjes van deze soort zijn gevonden. Andere plekken waar bewijzen of vermoedens zijn van voortplanting zijn in Limburg en in de duinen van Voorne.

Voortplantingswater. Foto: Kim Huskens

De larven van de zuidelijke glazenmaker hebben ondiepe vegetatierijke plasjes nodig die snel opwarmen waardoor ze snel kunnen ontwikkelen. Ze zijn goed bestand tegen het tijdelijk uitdrogen van de plasjes en brengen soms twee winters als larve door. In Zuid-Europa sluipen de larven eind mei - begin juni uit. Voor Nederland is nog niet echt duidelijk wanneer ze uitsluipen, omdat voortplanting tot nu toe nog maar sporadisch is gezien. Vermoedelijk ligt de uitsluippiek hier in juli. Het vinden van de larvenhuidjes in de Groenlanden in derde week van juli bevestigd dat.

Wilt u meer weten over de larvenhuidjes van de zuidelijke glazenmaker? Kijk dan voor meer informatie over de kenmerken van de larvenhuidjes hier.