VU medisch centrum

Amerikanen pakken `bowelmanagement' heel anders aan

Studiereis kinderverpleegkundigen naar VS

28 juli 2010

Kinderverpleegkundigen Edith Ekkerman en Cees van Oene zijn net terug uit de Verenigde Staten. Met steun van Agis bezochten ze het Colorectal Center for Children in het kinderziekenhuis van Cincinnati, hét wereldwijde kenniscentrum op het gebied van aangeboren afwijkingen aan het feacale (`poep') systeem.

Per jaar komen in Nederland zo'n veertig kinderen ter wereld bij wie de anus niet goed of niet is ontwikkeld. Daarnaast zijn er jaarlijks nog eens zo'n zelfde aantal zuigelingen met de ziekte van Hirschsprung; hierbij ontbreken de zenuwen die zorgen voor transport en afvoer van ontlasting in de dikke darm, vaak met chronische incontinentie of obstipatie als gevolg.

Trainen
Als verpleegkundig consulent continentie en stomazorg traint Edith Ekkerman deze kinderen. Meestal gebeurt dat als ze 3 jaar of ouder zijn, samen met de ouders. Door middel van darmspoelingen met water lukt het de meeste kinderen uiteindelijk hun ontlasting onder controle te houden. Seniorverpleegkundige Cees van Oene is betrokken bij de opzet van een zogeheten transitiepoli, ter ondersteuning en voorlichting aan jongeren en volwassenen die met een dergelijke aandoening leven. Dat gebeurt op initiatief van de patiëntenvereniging en met subsidie van Agis.

Snel resultaat
Ekkerman en Van Oene gingen naar de VS om inspiratie op te doen. "Het was interessant om te zien dat zij daar klysma's gebruiken met toevoegingen om de darmen te prikkelen, zoals zout, in combinatie met bijvoorbeeld glycerine en/of fosfaat. Aan de hand van darmfoto's, die elke dag worden gemaakt, werken ze toe naar de optimale samenstelling voor elke patiënt. Wij gebruiken alleen water en bereiken daar goede resultaten mee, al duurt dat gemiddeld zo'n zes weken. In Cincinnati zeggen ze dat 95% van de kinderen binnen tien dagen zindelijk zijn. Dus het kan voor ons zinvol zijn om nog eens goed naar hun aanpak te kijken."

Contrast
Het tweetal was minder positief verrast door de manier van werken. De ouders en kinderen krijgen een soort stoomcursus, na vooraf 6.000 dollar (4.735 euro) te hebben betaald. Ekkerman: "Er is een groepsgewijze instructie, met een kort praatje van de hoogleraar en dan gaan ze vervolgens tien dagen lang met hun kind oefenen in een hotel in de buurt en komen elke ochtend naar het ziekenhuis voor een buikfoto. Dat is het. Daarna gaan ze naar huis."
Een groot contrast met de persoonlijke, intensieve begeleiding in VUmc. Bovendien is er niet altijd een follow-up. "Jongeren met deze kwaal kunnen in de puberteit tegen allerlei vragen en problemen oplopen", zegt Van Oene, "en door het taboe op dit onderwerp kan het ook voor volwassenen lastig kan zijn ermee te leven. Daarom vinden wij die transitiepoli zo belangrijk. Maar die functie zal zo'n expertisecentrum als in Cincinnati nooit kunnen hebben. In zo'n groot land is het voor veel patiënten al snel te ver en dus ook vaak te kostbaar om naartoe te reizen."

Marianne Meijerink
bron: Tracer