beantwoording vragen over de arrestatie van een kopstuk van de radicaal
islamitische terreurbeweging Hamas
Kamerbrief inzake beantwoording vragen over de arrestatie van een kopstuk van
de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas
Kamerbrief | 28 juli 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie, de
antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden
Voordewind en Anker over de arrestatie van een kopstuk van de radicaal
islamitische terreurbeweging Hamas. Deze vragen werden ingezonden op 03
juni 2010 met kenmerk 2010Z09081.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Vragen van de leden Voordewind en Anker (Christen Unie) aan de minister
van Buitenlandse Zaken en de minister van Justitie over de arrestatie
van een kopstuk van de radicaal islamitische terreurbeweging Hamas
(ingezonden 03 juni 2010).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat een Nederlander van
Palestijnse afkomst die door Israël was gearresteerd, maar inmiddels
weer is vrijgelaten, een kopstuk is van de radicaal islamitische
terreurbeweging Hamas ^^1 ?
^
^Antwoord
^Ja.
^
^Vraag 2
Kunt u bevestigen dat deze Nederlander van Palestijnse afkomst lid is
van de Nederlandse tak van Hamas, c.q. andere verboden organisaties?
^
^Vraag 3
Is het waar dat betrokkene in het verleden eveneens werkzaam is geweest
voor al-Aksa, een Nederlandse stichting die verdacht werd van
fondsenwerving voor Hamas, en zo ja, bestaat er reden te vermoeden dat
hij, al dan niet in samenhang hiermee, voor de Nederlandse wet
strafbare feiten heeft begaan?
^
^Vraag 4
Kunt u aangeven of het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk
onderzoek overweegt op grond van bovenstaande feiten?
^
^Antwoord 2, 3 en 4
^Over individuele zaken zoals de onderhavige kan ik geen mededelingen
doen.
^
^Vraag 5
Hebben bovenstaande feiten, indien zij waar zijn, consequenties voor de
verblijfsrechtelijke status van betrokkene en zo ja, welke?
^
^Antwoord
^Zoals aangegeven in het antwoord op vragen 2 t/m 4 kan ik over
individuele zaken als de onderhavige geen mededelingen doen. In het
algemeen is het zo dat op grond van artikel 14, eerste lid van de
Rijkswet op het Nederlanderschap het Nederlanderschap kan worden
ingetrokken indien blijkt dat de betrokkene valse verklaringen heeft
afgelegd, bedrog heeft gepleegd of relevante feiten heeft verzwegen bij
de indiening van een naturalisatieverzoek of het afleggen van een
optieverklaring. Intrekking is niet mogelijk als een periode van twaalf
jaar is verstreken sinds de verkrijging of verlening van het
Nederlanderschap, tenzij sprake is van een veroordeling voor genocide,
misdaden tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven.
^
^Vraag 6
Kunt u deze vragen gezien de urgentie van de zaak zo spoedig mogelijk,
maar uiterlijk 3 juni beantwoorden?
^
^Antwoord
^Dat is vanwege het vereiste dossieronderzoek bij de betrokken
instanties helaas niet mogelijk gebleken.
^
^1 Elsevier, 2 juni 2010: "Nederlandse anti-Israël activist is kopstuk
van Hamas"
^
Ministerie van Buitenlandse Zaken