Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft een uitgebreid pakket EU-sancties tegen Iran vastgesteld ter uitvoering en onder-
steuning van maatregelen van de VN-Veiligheidsraad; de sancties zijn gericht tegen personen,
bedrijven en sectoren die rechtstreeks betrokken zijn bij het nucleaire programma van Iran, en tegen
andere gebieden. Ook nam de Raad conclusies aan waarin wordt herhaald dat de EU zich onver-
minderd blijft inzetten voor een diplomatieke oplossing voor het Iraanse nucleaire vraagstuk.
De Raad hield een brede strategische discussie over de toekomstige betrekkingen tussen de EU en
Sudan, en nam conclusies aan waarin wordt onderstreept dat het alomvattend vredesakkoord
volledig moet worden uitgevoerd.
De hoge vertegenwoordiger bracht de Raad verslag uit over haar recente reis naar het Midden-
Oosten, en meer in het bijzonder over haar bezoek aan Gaza. De Raad onderstreepte dat de
economie van Gaza moet worden hersteld, en herhaalde de oproep van de EU dat de indirecte
besprekingen zo spoedig mogelijk moeten leiden tot de hervatting van directe vredesonder-
handelingen die binnen 24 maanden zouden moeten uitmonden in een regeling op basis van de
tweestatenoplossing.
De ministers bogen zich tijdens de lunch over de Westelijke Balkan. Zij benadrukten dat er na de
verkiezingen van oktober behoefte is aan een nieuwe impuls voor verandering in Bosniė en
Herzegovina. De ministers bespraken ook Kosovo, naar aanleiding van de uitspraak van het Inter-
nationaal Gerechtshof van vorige week.
De Raad nam een verklaring aan waarin hij de executie van de Fransman Michel Germaneau
veroordeelt, die gegijzeld was door de organisatie Al Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM).
Ook nam de Raad conclusies aan over Kirgiziƫ en het Europees nabuurschapsbeleid. 26.VII.2010
1
? Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
? De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://www.consilium.europa.eu.
? Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
12560/10 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS..................................................................................................................................4
BESPROKEN PUNTEN
SUDAN................................................................................................................................................6
IRAN..................................................................................................................................................10
Het nucleaire programma van Iran - Raadsconclusies.......................................................................10
GAZA / VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN...............................................................12
WESTELIJKE BALKAN..................................................................................................................13
ANDERE PUNTEN OP DE AGENDA.............................................................................................14
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
BUITENLANDSE ZAKEN
- Europees nabuurschapsbeleid - Conclusies van de Raad.......................................................................................15
- Kirgiziƫ - Conclusies van de Raad.........................................................................................................................17
- EU-waarnemingsmissie in Georgiƫ.......................................................................................................................18
- Beperkende maatregelen tegen Eritrea..................................................................................................................18
SOCIAAL BELEID
- Uitvoering van VN-resoluties over vrouwen, vrede en veiligheid.........................................................................19 26.VII.2010
12560/10 4
NL
DEELNEMERS
Hoge vertegenwoordiger
mevrouw Catherine ASHTON Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse
zaken en veiligheidsbeleid
Belgiƫ:
de heer Steven VANACKERE vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en
Institutionele Hervormingen
Bulgarije:
de heer Nickolay MLADENOV minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechiƫ:
de heer Karel SCHWARZENBERG minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Michael ZILMER-JOHNS staatssecretaris van Buitenlands Beleid
Duitsland:
de heer Guido WESTERWELLE minister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Raul MĆLK permanent vertegenwoordiger
Ierland:
de heer Dick ROCHE staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Griekenland:
de heer Dimitris DROUTSAS onderminister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ćngel MORATINOS CUYAUBĆ minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk:
de heer Pierre LELLOUCHE staatssecretaris, belast met Europese Zaken
Italiƫ:
de heer Franco FRATTINI minister van Buitenlandse Zaken
Cyprus:
de heer Markos KYPRIANOU minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Aivis RONIS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Audronius AĀUBALIS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
Hongarije:
de heer JƔnos MARTONYI minister van Buitenlandse Zaken
Malta:
de heer Tonio BORG viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken
Nederland:
de heer Tom de BRUIJN permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
de heer Michael SPINDELEGGER minister van Europese en Internationale Zaken
Polen:
de heer Radoslaw SIKORSKI minister van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer LuĆs AMADO minister van Buitenlandse Zaken
de heer Pedro LOURTIE staatssecretaris van Europese Zaken
Roemeniƫ:
de heer Teodor BACONSCHI minister van Buitenlandse Zaken 26.VII.2010
12560/10 5
NL
Sloveniƫ:
de heer Samuel ĀBOGAR minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Mikulas DZURINDA minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Jan STORE permanent vertegenwoordiger
Zweden:
de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer William HAGUE First Secretary of State en minister van Buitenlandse
Zaken en Gemenebestzaken
Commissie:
mevrouw Kristalina GEORGIEVA lid
de heer Ātefan FĆLE lid 26.VII.2010
12560/10 6
NL
BESPROKEN PUNTEN
SUDAN
De Raad heeft een brede strategische discussie gehouden over de betrekkingen tussen de Europese
Unie en Sudan, na de algemene verkiezingen van april en voor het referendum over de zelf-
beschikking van Zuid-Sudan in januari. Hij nam de volgende conclusies aan.
"1. De Raad onderkent de enorme uitdagingen waaraan Sudan de komende maanden het hoofd
moet bieden, maar wijst tevens op de mogelijkheden die er zijn om het Sudanese volk
blijvende vrede en stabiliteit te brengen. In deze cruciale periode, tijdens de laatste fasen
van het alomvattend vredesakkoord (CPA), onderstreept de Raad dat de EU bereid is haar
steun te geven aan:
- de komende referendumprocessen in Zuid-Sudan en Abyei, in de vorm van substan-
tiƫle technische en financiƫle bijstand,
- een vreedzame uitvoering van het CPA, waarbij een akkoord wordt bereikt over post-
referendumaangelegenheden en wordt toegewerkt naar regionale stabiliteit op de
lange termijn,
- het werk van het Implementatiepanel op hoog niveau van de Afrikaanse Unie,
- capaciteitsopbouw en bijstand met het oog op de uitdagingen waarvoor Zuid-Sudan
staat,
- inspanningen om de onveiligheid te bestrijden en een duurzame vredesregeling voor
Darfur tot stand te brengen,
- het werk van het Internationaal Strafhof,
- verdere ontwikkeling en humanitaire bijstand in heel Sudan.
De EU herhaalt dat zij haar inzet nauw wil coƶrdineren met de Sudanese partijen, de
Afrikaanse Unie (AU), de Verenigde Naties (VN), de IGAD, de Verenigde Staten en
andere nationale, regionale en internationale partners. 26.VII.2010
12560/10 7
NL
2. De Raad betuigt opnieuw zijn krachtige steun voor de volledige en tijdige uitvoering van
het CPA, waaronder het organiseren van de referenda over Abyei, respectievelijk zelf-
beschikking in Zuid-Sudan in januari 2011. De Raad uit zijn bezorgdheid over de
vertragingen en dringt er bij de Sudanese partijen op aan voortgang te maken ten aanzien
van cruciale onderdelen van de uitvoering van het CPA, zoals het voltooien van de grens-
afbakening en de organisatie van het referendum over Abyei. De Raad spoort de Sudanese
autoriteiten aan voort te gaan met de voorbereidingen voor geloofwaardige en inclusieve
volksraadplegingen in zuidelijk Kordofan en de regio van de Blauwe Nijl.
3. Het bewerkstelligen van vreedzame en constructieve betrekkingen tussen de partijen,
ongeacht de uitslag van het referendum, is van cruciaal belang voor de bevolking van
Sudan en de regio eromheen. De Raad is verheugd dat onlangs de onderhandelingen over
post-referendumaangelegenheden formeel zijn ingeluid en dat daarbij de belangrijkste
partijen in Khartoum en Juba betrokken zijn, en hij roept alle partijen ertoe op te streven
naar inclusiviteit in dit proces. De Raad beklemtoont het belang van een akkoord voordat
het referendum over zelfbeschikking van Zuid-Sudan wordt gehouden. Hij steunt het door
oud-president Thabo Mbeki geleide Implementatiepanel op hoog niveau van de AU. Het
Overlegforum voor Sudan speelt eveneens een cruciale rol bij het ondersteunen van de
inspanningen van de Sudanese partijen om hun afspraken na te komen. Daarnaast
benadrukt de Raad de belangrijke rol van de Commissie voor beoordeling en evaluatie.
4. De Raad is verheugd over de instelling van de commissie die het referendum in Zuid-
Sudan moet voorbereiden en spoort alle actoren aan vaart te zetten achter de verdere voor-
bereidingen, met name wat de registratie van kiezers betreft. De EU blijft ten volle
betrokken bij het steunen van de voorbereidingen van het referendum, met name via nauwe
samenwerking met UNMIS (VN-missie in Sudan). De Raad onderstreept het belang van
transparante en geloofwaardige referenda die de wil van het volk duidelijk tot uitdrukking
brengen en waarvan de uitkomst door iedereen worden aanvaard.
5. De Raad verklaart zich bereid tijdig een EU-verkiezingswaarnemingsmissie naar Sudan te
sturen die alle fasen van het referendumproces, waaronder de kiezersregistratie, kan obser-
veren, en ziet ernaar uit daartoe in een vroeg stadium een uitnodiging van de Sudanese
autoriteiten te ontvangen. Hij memoreert de aanbevelingen die de EU-waarnemingsmissie
in de follow-up van de Sudanese verkiezingen in april 2010 heeft gedaan en waarvan de
kernelementen in aanmerking dienen te worden genomen bij de voorbereiding van het
referendum. Het betreft met name de nodige verbeteringen bij de registratie van kiezers, de
neutraliteit van de veiligheidsdiensten en de strijdkrachten, de vrijheid van media en de
naleving van de mensenrechten alsmede de transparantie van het proces in zijn totaliteit. 26.VII.2010
12560/10 8
NL
6. De Raad onderkent dat Zuid-Sudan voor aanzienlijke ontwikkelingsuitdagingen staat,
ongeacht de uitslag van het referendum. De Raad dringt er bij de regering van Zuid-Sudan
op aan actief te overwegen hoe zij deze uitdagingen zal aanpakken, met name die in
verband met governance, capaciteitsopbouw en het vermogen een elementaire sociale
dienstverlening te verzorgen. De EU heeft het vaste voornemen de regering van Zuid-
Sudan met behulp van Unie-instrumenten en bilaterale samenwerking door lidstaten te
steunen bij het aanpakken van deze problemen. De EU blijft tevens streven naar een inten-
sieve politieke dialoog met de regering van Sudan in Khartoum over kwesties van weder-
zijds belang.
7. De Raad spreekt zijn bezorgdheid uit over een patroon van toenemende politieke repressie
en het verslechterende klimaat voor civiele en politieke rechten in alle delen van Sudan.
Hij is in dit verband diep bezorgd over de recente sluiting van kranten en de arrestaties van
een aantal journalisten. Hij blijft ernstig bezorgd over de algehele mensenrechtensituatie in
Sudan, met name wat pleitbezorgers van de mensenrechten betreft. Bijzondere aandacht
dient te worden geschonken aan het vraagstuk van kinderen die te lijden hebben onder
gewapende conflicten.
8. De Raad doet een beroep op alle partijen om de vijandelijkheden in Darfur te beƫindigen
en maakt zich steeds meer zorgen over de afnemende veiligheid en de verslechterende
humanitaire situatie. Aanvallen op burgers en op de United Nations - African Union
Mission in Darfur (UNAMID) zijn oorlogsmisdaden. Het toenemende aantal ontvoeringen
van humanitaire hulpverleners, zowel Sudanese als internationale, is onaanvaardbaar. De
Raad beklemtoont dat de regering van Sudan de specifieke taak heeft doeltreffend tegen de
daders op te treden en een eind te maken aan straffeloosheid. De Raad verzoekt alle
partijen, waaronder de regering van Sudan, dringend ongehinderde toegang toe te staan tot
alle bevolkingsgroepen die humanitaire bijstand behoeven. De Raad steunt de belangrijke
rol van UNAMID in Darfur, verklaart opnieuw dat prioriteit moet worden verleend aan de
bescherming van burgers en het toelaten van humanitaire hulp, en verzoekt de regering van
Sudan alle belemmeringen te verwijderen die verhinderen dat UNAMID zich volledig en
naar behoren kan kwijten van haar mandaat.
9. De Raad roept op tot grotere internationale inspanningen ter ondersteuning van de lopende
AU/VN-initiatieven voor een inclusieve politieke oplossing in Darfur die de oorzaken van
het conflict bij de wortel aanpakt en voorziet in de bescherming en bevordering van de
mensenrechten, gerechtigheid en verzoening en een behoorlijke deelneming van het maat-
schappelijk middenveld. Hij betuigt zijn steun voor de AU/VN-bemiddeling en spreekt zijn
waardering uit voor de tot dusverre geboekte resultaten, met inbegrip van de inspanningen
die erop gericht zijn de inwoners van Darfur, met name vrouwen, maatschappelijke organi-
saties en intern ontheemden en vluchtelingen, meer te doen deelnemen aan het vredes-
proces. 26.VII.2010
12560/10 9
NL
10. De Raad is verheugd over de ondertekening van een kaderakkoord tussen de regering van
Sudan en de beweging voor bevrijding en gerechtigheid dat moet leiden tot een algemeen
vredesakkoord, roept andere rebellengroeperingen op deel te nemen aan de onderhande-
lingen en beklemtoont de noodzaak van een proces waarbij alle partijen zijn betrokken en
dat uitmondt in de sluiting van een alomvattend vredesakkoord voor Darfur.
11. De EU blijft zich inzetten voor het lenigen van de humanitaire behoeften in alle delen van
Sudan. Voorts herinnert de Raad aan zijn besluit om geannuleerde middelen uit het 9e EOF
(150 miljoen euro) te gebruiken voor de behoeften van de meest kwetsbare bevolkings-
groepen in Sudan, met name in de oorlogsgebieden, waaronder het zuiden van Sudan en
Darfur, in de grensregio tussen Noord- en Zuid-Sudan ("de drie gebieden") en in Oost-
Sudan. Deze financiering vormt een aanvulling op het ontwikkelingsprogramma en het
humanitaire programma die in Sudan worden uitgevoerd en waarvoor sinds 2005 meer dan
500 miljoen euro, respectievelijk sinds 2003 meer dan 750 miljoen euro is uitgetrokken.
Daarnaast wordt in het kader van het stabiliteitsinstrument (15 miljoen euro) steun
verstrekt voor de verlening van elementaire diensten in Zuid-Sudan en het referendum-
proces.
12. De Raad onderkent de regionale complexiteit en de interne en grensoverschrijdende
implicaties van conflicten alsmede de uitdagingen in verband met de kwestie van het Nijl-
water als hulpbron. De EU zal de diplomatieke inspanningen met de AU, de Liga van
Arabische Staten (LAS), de IGAD en de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (OAG) intensi-
veren om de regionale integratie te stimuleren.
13. De Raad memoreert dat oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en genocide in
de ogen van de internationale gemeenschap de ernstigste misdrijven zijn en dat nooit kan
worden aanvaard dat de plegers van deze misdaden vrijuit gaan. De Raad spreekt opnieuw
zijn steun uit voor het Internationaal Strafhof (ICC) en roept de regering van Sudan op ten
volle met het ICC samen te werken, overeenkomstig de verplichtingen die krachtens het
internationaal recht op haar rusten." 26.VII.2010
12560/10 10
NL
IRAN
De Raad heeft vandaag gediscussieerd over het Iraanse nucleaire programma en heeft in reactie op
het verzoek van de Europese Raad van 17 juni 2010 en ter uitvoering van Resolutie 1929/2010 van
de VN-Veiligheidsraad, waarin een vierde pakket sancties werd opgelegd, een pakket beperkende
maatregelen tegen Iran vastgesteld.
De Raad nam conclusies aan en stelde een besluit vast inzake een pakket beperkende maatregelen
tegen Iran op het gebied van handel, financiƫle diensten, energie en vervoer, alsook een verordening
tot uitbreiding van de lijst van entiteiten en personen waarvan de activa zijn bevroren.
Het nucleaire programma van Iran - Raadsconclusies
De Raad wijst erop dat de Europese Raad zijn groeiende bezorgdheid over het nucleaire programma
van Iran herhaaldelijk heeft onderstreept en dat hij zich in dat verband ingenomen heeft getoond
met de aanneming van Resolutie 1929 van de VN-Veiligheidsraad betreffende de invoering van
nieuwe beperkende maatregelen tegen Iran.
De Raad heeft vandaag, in overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad van 17 juni,
een besluit tot uitvoering van de in Resolutie 1929 van de VN-Veiligheidsraad opgenomen maat-
regelen, alsmede begeleidende maatregelen, vastgesteld met het oog op een via onderhandelingen
tot stand te brengen oplossing voor alle resterende problemen in verband met de ontwikkeling, door
Iran, van gevoelige technologieƫn ter ondersteuning van zijn nucleaire programma en zijn raketten-
programma.
De Raad wijst erop dat het Besluit van de Raad voorziet in een alomvattend en krachtig pakket
maatregelen inzake handel, financiƫle diensten, energie, vervoer, alsmede in bijkomende visum-
verboden en bevriezingen van activa met name met betrekking tot Iraanse banken, de Islamitische
Revolutionaire garde (IRGC) en de Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL). Deze maat-
regelen stemmen overeen met de in juni door de Europese Raad aangewezen gebieden.
De Raad bevestigt nogmaals de langdurige inzet van de Europese Unie voor een diplomatieke
oplossing van het Iraanse nucleaire probleem. De Raad verwelkomt en verleent zijn volledige steun
aan de inspanningen van de hoge vertegenwoordiger van de EU voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid om te dien einde de gesprekken te hervatten. De Raad roept Iran op deze kans om
tegemoet te komen aan de bezwaren van de internationale gemeenschap bij zijn nucleaire
programma, te grijpen en een concrete datum af te spreken voor besprekingen met de hoge
vertegenwoordiger van de EU, samen met de zes landen. 26.VII.2010
12560/10 11
NL
De Raad herbevestigt de geldigheid van de voorstellen die in juni 2008 aan Iran zijn gedaan. De EU
streeft naar een alomvattende regeling op lange termijn die het internationaal vertrouwen in het uit-
sluitend vreedzame karakter van het nucleaire programma van Iran herstelt en tegelijk het legitieme
recht van Iran op vreedzaam gebruik van kernenergie krachtens het NPV eerbiedigt. De Raad
brengt in herinnering dat de doelstelling van de EU erin blijft bestaan te komen tot zinvolle onder-
handelingen over het Iraanse nucleaire programma en andere kwesties van gemeenschappelijk
belang, met als uiteindelijk doel het tot stand brengen van een alomvattende relatie tussen de EU en
Iran, gekenmerkt door tot wederzijds voordeel strekkende samenwerking op alle terreinen (eco-
nomie, nucleaire energie voor vreedzame doeleinden, politiek en veiligheid)." 26.VII.2010
12560/10 12
NL
GAZA / VREDESPROCES IN HET MIDDEN-OOSTEN
De hoge vertegenwoordiger heeft de Raad verslag uitgebracht over haar recente reis naar het
Midden-Oosten, en meer in het bijzonder over haar bezoek aan Gaza. De Raad onderstreepte dat er
dringend een duurzame oplossing moet worden gevonden voor de situatie in Gaza en voor het
economisch herstel in dat gebied. De Raad riep op tot de onmiddellijke, voortdurende en onvoor-
waardelijke opening van de overgangen voor de stroom humanitaire hulp, commerciƫle goederen en
personen naar en uit Gaza. Hij besprak hoe de EU zou kunnen bijdragen tot een betere toeganke-
lijkheid.
In een persverklaring namens de Raad herhaalde de hoge vertegenwoordiger de oproep van de EU
dat de indirecte besprekingen zo spoedig mogelijk moeten leiden tot hervatting van directe vredes-
onderhandelingen, die binnen 24 maanden zouden moeten uitmonden in een regeling op basis van
de tweestatenoplossing. Zij riep de partijen op de vraagstukken in verband met de definitieve status
op een bevredigende manier tot een oplossing te brengen, zei dat de EU achter haar in de Raads-
conclusies van december 2009 geformuleerde standpunt ten aanzien van het vredesproces in het
Midden-Oosten blijft staan, riep de Israƫlische regering op het nederzettingenbeleid te stoppen,
verzocht beide kanten dringend om provocaties te vermijden, en riep op tot onmiddellijke vrijlating
van Gilad Shalit. 26.VII.2010
12560/10 13
NL
WESTELIJKE BALKAN
De ministers hebben zich tijdens de werklunch over de Westelijke Balkan gebogen. Zij wezen eens
te meer op de ondubbelzinnig steun van de EU voor het Europees perspectief van de landen van de
Westelijke Balkan, in overeenstemming met de agenda van Thessaloniki. Zij overlegden over de
situatie in Bosniƫ en Herzegovina op basis van informatie van de hoge vertegenwoordiger en van
Stefan FĆ¼le, Commissielid belast met uitbreiding en Europees nabuurschap. Zij bespraken dat er na
de verkiezingen van oktober behoefte is aan een nieuwe impuls voor verandering in Bosniƫ en
Herzegovina, en dat de EU prominenter aanwezig moet zijn om het perspectief van de EU voor BiH
als stimulans voor verandering te gebruiken.
Tijdens de lunch bespraken de ministers ook de situatie in Kosovo en het toekomstige traject dat
Kosovo de EU moet binnenleiden, in het licht van de bekendmaking van het juridisch advies van
het Internationaal Gerechtshof van 22 juli. Zij bespraken hoe het verder moet en benadrukten dat
het advies een nieuwe stadium inluidt, en dat de blik nu op de toekomst gericht moet zijn. Zij
herhaalden dat de EU bereid blijft om te helpen een dialoog tussen Pristina en Belgrado op gang te
krijgen. Doel van deze dialoog zou zijn om de samenwerking te bevorderen, Europa dichterbij te
brengen en de levensomstandigheden van de mensen te verbeteren. 26.VII.2010
12560/10 14
NL
ANDERE PUNTEN OP DE AGENDA
De Raad nam een verklaring aan waarin hij de executie van de Fransman Michel Germaneau
veroordeelt.
Onder diversen kreeg de Raad een uiteenzetting van de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken
over Cuba. Ook besprak de Raad kort GeorgiĆ«, OekraĆÆne, Kaliningrad en de komende top
EU-Afrika.
26.VII.2010
12560/10 15
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
BUITENLANDSE ZAKEN
Europees nabuurschapsbeleid - Conclusies van de Raad
"1. De Raad herinnert aan zijn conclusies van 18-19 juni 2007 en van 18 februari 2008 en
dankt de Commissie voor haar mededeling van 12 mei 2010, waarin zij de balans opmaakt
van het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB), verheugt zich over de vorderingen die tot nu
toe zijn geboekt en bevestigt dat het opbouwen van hechte betrekkingen met de buren op
basis van gemeenschappelijke waarden voor de Europese Unie van strategisch belang is.
De mededeling biedt de Raad een goed uitgangspunt voor beraad over de verdere uit-
voering van het ENB, met als doel dit beleid voor alle ENB-partners doeltreffender en
aantrekkelijker te maken.
2. Het ENB is in 2004 op de rails gezet als een ondeelbaar beleidskader, dat onder meer stoelt
op partnerschap en gezamenlijke zeggenschap, alsmede op differentiatie op basis van
prestaties en bijstand op maat, en heeft zowel ENB-partners als de EU concrete voordelen
gebracht. Daarenboven hebben het Oostelijk Partnerschap en de Unie voor het Middel-
landse Zeegebied een regionale dimensie toegevoegd. Ook heeft het ENB de betrekkingen
meer diepgang gegeven en de versterking van de bilaterale samenwerking met de mediter-
rane en oostelijke partners aanzienlijk bevorderd, allemaal punten die voor de EU van
strategisch belang zijn. De EU zal graag om verder werken aan deze ontwikkelingen.
Tegelijkertijd moeten de partners concrete vorderingen boeken in de richting van goed
bestuur en politieke hervormingen, als kernelementen voor de ontwikkeling van nauwere
betrekkingen met de EU. Voor hechtere betrekkingen is het nodig dat er krachtige toe-
zeggingen worden gedaan op alle gebieden van die betrekkingen, waaronder democratie,
mensenrechten en de rechtsstaat. De EU zal met de ENB-partners blijven werken aan de
verwezenlijking van die toezeggingen.
3. De Raad is zich bewust van de voordelen die de openstelling van de markt zowel de EU als
de ENB-partners heeft opgeleverd en streeft naar een verdere vrijmaking van de handel en
naar een grotere toegankelijkheid van de markt. In dit verband is het van bijzonder belang
dat regelgevingen op elkaar worden afgestemd en ENB-partners moeten zich meer
inspannen om profijt te trekken van de voordelen daarvan. De EU zal tevens voortgaan
met het tot stand brengen van diepe en brede vrijhandelszones met ENB-partners, na een
grondige economische analyse en zodra de partners voldoen aan de gestelde voorwaarden. 26.VII.2010
12560/10 16
NL
4. De Raad herinnert aan de grote rol van menselijke contacten bij het kweken van wederzijds
begrip en het smeden van banden op zakelijk vlak, in het maatschappelijk middenveld en
op cultureel gebied. De Raad verheugt zich over de vorderingen op dit gebied bij
verscheidene ENB-partners. De EU is zich terdege bewust van het belang van een veilige
omgeving en zal zich graag inzetten voor een goed beheerde mobiliteit van burgers van het
Oostelijk Partnerschap en van mediterrane partners.
5. De Raad erkent dat de openstelling van de markt, de economische integratie en de onder-
linge afstemming van de regelgeving, alsmede het proces van de versterking van de bilate-
rale betrekkingen, in het gehele nabuurschap, gepaard moeten gaan met passende finan-
ciƫle steun, technische bijstand en vermogensopbouw. De Raad brengt in herinnering dat
de bedragen worden vastgesteld met "gebruikmaking van transparante en objectieve
criteria en rekening houdend met de specifieke kenmerken en behoeften van het betrokken
land en de betrokken regio, het streefniveau van het partnerschap van de EU met een
bepaald land, de vooruitgang met de implementatie van vastgestelde doelen, met inbegrip
van goed bestuur en hervormingen en het vermogen om de hulp van de Gemeenschap te
beheren en op te nemen"
1
. De Raad zal de financiƫle hulp opnieuw aan de orde stellen in
het kader van de debatten over het volgende financiƫle meerjarenkader. Verder is de ENB-
investeringsfaciliteit een nuttig initiatief gebleken voor steun ten behoeve van de eco-
nomische ontwikkeling van ENB-partners en hun band met de EU.
6. De Raad is tevreden over de vorderingen met betrekking tot de multilaterale initiatieven
van het ENB, in het bijzonder over de uitvoering van het multilaterale traject van het
Oostelijke Partnerschap, de oprichting van het secretariaat van de Unie voor het Middel-
landse Zeegebied, en hij ziet uit naar de verdere verwezenlijking van concrete regionale
projecten.
7. De Raad stelt met bezorgdheid vast dat onopgeloste conflicten in het Nabuurschap een
belemmering blijven vormen voor de economische en politieke ontwikkeling van ENB-
partners en voor de regionale samenwerking, stabiliteit en veiligheid. De EU blijft zoeken
naar manieren om in overleg alle dienstige beleidsinstrumenten te ontwikkelen en te
gebruiken, rekening houdend met overeengekomen onderhandelingsafspraken en
processen.
8. De Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de Commissie om, op basis van de mede-
deling van de Commissie, een gedachtewisseling op gang te brengen over de toekomstige
uitvoering van het ENB en daartoe binnen de Unie en met ENB-partners overleg te voeren,
zodat de Raad in de eerste helft van 2011 een alomvattend debat kan voeren."
1
ENPI-Verordening ((EG) nr. 1638/2006 van 24 oktober 2006). 26.VII.2010
12560/10 17
NL
Kirgiziƫ - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad constateert met voldoening dat het constitutionele referendum in Kirgiziƫ over het
algemeen succesvol is verlopen; het betreft een belangrijke stap in de vestiging van een
democratisch institutioneel bestel en van rechtsstatelijkheid in het land. De Raad verzoekt
de Kirgizische autoriteiten voluit gevolg te geven aan de aanbevelingen die het ODIHR
van de OVSE heeft gedaan met het oog op de parlementsverkiezingen die in het najaar
moeten plaatsvinden. De EU blijft klaar staan om Kirgiziƫ in dit proces bijstand te
verlenen.
2. De Raad verzoekt de Commissie in dit verband de Kirgizische autoriteiten te blijven
helpen - met name via nieuwe bijstandprogramma's - bij de uitvoering van hun
hervormingsplan, en bij te dragen tot een duurzame economische en sociale ontwikkeling
van het land. Het stemt de Raad tevreden dat op 27 juli in Bisjkek het ontwikkelingsforum
(de donorenconferentie) van de Wereldbank plaatsvindt.
3. De onstabiele veiligheidssituatie in het land en de voortdurende meldingen van mishande-
ling van mensenrechtenactivisten en leden van de Oezbeekse minderheid blijven de Raad
echter zorgen baren. De Raad dringt er bij de Kirgizische autoriteiten op aan alle mogelijke
maatregelen te treffen om de bevolking te behoeden voor discriminatie en geweld, etnische
verzoening aan te moedigen, en de rechtsstatelijkheid en de mensenrechten in het gehele
land strikt te handhaven. In dit verband is de Raad ingenomen met het recente akkoord
over de beginselen en nadere bepalingen met betrekking tot een politiƫle adviesgroep van
de OVSE die naar Kirgiziƫ zal worden gestuurd.
4. De Raad is bezorgd omtrent het lot van teruggekeerden en ontheemden, en verzoekt de
Kirgizische autoriteiten om zich met behulp van de internationale gemeenschap over hen te
ontfermen, vooral wat de behoefte aan herstel en wederopbouw betreft, en hun
bescherming te waarborgen. De Raad verwelkomt de humanitaire hulp die reeds door de
Commissie, de lidstaten en andere internationale actoren wordt verstrekt. 26.VII.2010
12560/10 18
NL
5. Opheldering omtrent de recente gewelddadigheden in Zuid-Kirgiziƫ is een essentiƫle voor-
waarde om verantwoording, vrede en etnische verzoening te kunnen bewerkstelligen. De
Raad neemt er nota van dat de Kirgizische leiders een onderzoek naar deze gebeurtenissen
hebben ingesteld. Hij vraagt de Kirgizische autoriteiten erop toe te zien dat dit onderzoek
grondig en op een onpartijdige en transparante wijze wordt gevoerd, in overeenstemming
met de internationale normen. De EU is voorts bereid haar steun te verlenen aan het
instellen van een onafhankelijk internationaal onderzoek, ter aanvulling van de stappen die
door de Kirgizische autoriteiten worden ondernomen; daarbij zouden met betrekking tot de
gebeurtenissen van juni onbeperkt getuigen kunnen worden gehoord en bewijsmateriaal
kan worden verzameld.
6. De EU zal de situatie in Kirgiziƫ nauwlettend blijven volgen en haar optreden coƶrdineren
met de OVSE, de VN en andere bevoegde internationale organisaties en actoren."
EU-waarnemingsmissie in Georgiƫ
De Raad stelde een besluit vast tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/736/GBVB
inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgiƫ (EUMM Georgia), waarbij het
financieel referentiebedrag met 2,5 miljoen euro wordt verhoogd om nieuwe operationele behoeften
van de missie te kunnen dekken (11116/10).
Beperkende maatregelen tegen Eritrea
De Raad stelde een besluit vast tot wijziging van een aantal procedurele aspecten van Besluit
2010/127/GBVB inzake beperkende maatregelen tegen Eritrea (11958/10).
Ook stelde hij een verordening vast tot uitvoering van bepaalde delen van Besluit 2010/127/GBVB
(11959/10). 26.VII.2010
12560/10 19
NL
SOCIAAL BELEID
Uitvoering van VN-resoluties over vrouwen, vrede en veiligheid
De Raad hechtte zijn goedkeuring aan indicatoren waarmee de EU uitvoering kan geven aan de
Resoluties 1325 en 1820 van de VN-Veiligheidsraad over vrouwen, vrede en veiligheid.
Met behulp van deze indicatoren wordt de verantwoordingsplicht bij het nakomen van de
verplichtingen van de EU inzake vrouwen, vrede en veiligheid aangescherpt, en kan worden vast-
gesteld welke vorderingen en concrete resultaten er worden geboekt ten aanzien van die
verplichtingen en met de uitvoering van het beleid.