Rijksoverheid
Brief aan de Tweede Kamer over de sterkteontwikkeling van de Nederlandse
politie in 2009
Met deze brief brengt de minister de Tweede Kamer op de hoogte van de
ontwikkeling van de sterkte van de Nederlandse politie en biedt hij de
rapportage over de audit naar de operationele sterkte van de politie in
2008 aan. Tevens maakt de minister van de gelegenheid gebruik om te
informeren over de afwikkeling van de toezegging die zijn
ambtsvoorgangster heeft gedaan tijdens de begrotingsbehandeling op 24
november 2009, naar aanleiding van een mondelinge vraag van het lid
Brinkman (PVV), om te reageren op de petitie die het "Platform Bezorgde
Dienders" op 23 november 2009 heeft aangeboden.
1
1. Inleiding
Met deze brief breng ik u op de hoogte van de ontwikkeling van de sterkte van de
Nederlandse politie en ik bied u de rapportage over de audit naar de operationele
sterkte van de politie in 2008 aan. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om
u te informeren over de afwikkeling van de toezegging die mijn ambtsvoorgangster
heeft gedaan tijdens de begrotingsbehandeling op 24 november 2009, naar
aanleiding van een mondelinge vraag van het lid Brinkman (PVV), om te reageren
op de petitie die het "Platform Bezorgde Dienders" op 23 november 2009 aan haar
heeft aangeboden.
Het kabinet heeft momenteel een demissionaire status en de formatie van een
nieuw kabinet is in volle gang. Een aantal zaken dat van invloed is op de sterkte
van de Nederlandse politie, is hierin onderwerp van gesprek. Ik doel hierbij op het
Normkostenonderzoek, de herijking van het Budget Verdeel Systeem en de
herziening van het politiebestel. Daarnaast worden in de formatie de politieke
ambities ten aanzien van veiligheid in het algemeen en politie in het bijzonder
bepaald. Daarom ga ik in mijn brief vooral in op de stand van zaken tot dit
moment.
2. Sterkteontwikkeling
Criminaliteit, overlast en verloedering zijn de afgelopen jaren gedaald en deze trend
zet zich ook in het jaar 2009 voort. Dit is mede te danken aan de inzet van de
politie en de groei van het aantal politiemedewerkers. De politiesterkte is de
afgelopen jaren toegenomen. Sinds 2001 zijn er ruim 3.800 politiemedewerkers
bijgekomen (figuur 1).
In 2007 heeft uw Kamer ingestemd met de door mijn ambtsvoorgangster
voorgestelde sterkteafspraak. De afspraak was dat eind 2010 de politie een sterkte
van 52.200 fte moet hebben. Deze sterkteafspraak omvat alle politiemensen
werkzaam in het primaire proces van de politie bij de regionale korpsen en het
Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) en de ondersteuning daarvan. Hierbij
worden niet meegerekend de medewerkers in opleiding, het personeel van de
voorziening tot samenwerking Politie Nederland en de Politieacademie. Eind 2008 -
twee jaar eerder dan gepland ! was deze sterkte al gerealiseerd. Inmiddels is de
sterktedoelstelling al ruim overschreden: op 31!12!2009 bedroeg zij 53.348 fte.
Eind 2009 had de politie, inclusief de Politieacademie, de aspiranten en de
voorziening tot samenwerking Politie Nederland, in totaal 63.513 fte in dienst.
Figuur 1: sterkteontwikkeling van de Nederlandse politie sinds 2001
In en uitstroomcijfers 2009
De ontwikkeling van de sterkte van de Nederlandse Politie wordt bepaald door het
aantal medewerkers dat de politie in 2009 heeft verlaten en dat bij de politie in
dienst is gekomen. In het overzicht in figuur 2 is voor de categorieën uit de
sterkteafspraak en voor de aspiranten te zien welke in! en uitstroom er in 2009 is
geweest. Bij medewerkers met een executieve aanstelling is het onderscheid tussen
onvoorziene en voorziene uitstroom gemaakt.
Met voorziene uitstroom wordt bedoeld, dat een persoon met pensioen gaat of met
een regeling eerder uittreedt. Onvoorziene uitstroom betekent, dat een
medewerker om een andere reden de organisatie verlaat.
Het aantal aspiranten daalde in 2009 met 57 fte tot 6.186 fte. In 2009 hebben
1.842 aspiranten de Politieacademie verlaten. Het merendeel daarvan is bij de
korpsen ingestroomd en een deel heeft de opleiding voortijdig beëindigd. Er zijn
1.785 fte aan nieuwe aspiranten op de Politieacademie binnengekomen
In onderstaande tabel is de verandering van personeelscategorie meegenomen als
in! en uitstroom. Bijvoorbeeld: een aspirant die klaar is met de opleiding stroomt
(in de meeste gevallen) uit als aspirant en weer in als executief.
Personeelsbewegingen tussen korpsen onderling zonder verandering van
personeelscategorie (interregionale mobiliteit) is in deze cijfers niet meegenomen
als in! of uitstroom.
Figuur 2: in! en uitstroom bij de Nederlandse politie in 2009 (bron: PoLBIS)
Sterkteontwikkeling Nederlandse Politie, 26 korpsen
(bron: PolBIS)
49.000
50.000
51.000
52.000
53.000
54.000
eind
2001
eind
2002
eind
2003
eind
2004
eind
2005
eind
2006
eind
2007
eind
2008
eind
2009
Fte's
Totalen op
31-12-2008
2009 Totalen op
Voorzien Onvoorzien In/Uit Aspirant Overig 31-12-2009
Executief 35.463 -153 -847 1.493 542 36.498
Admin-Techn 16.859 23 1.279 16.850
Aspiranten 6.243 -1.842 1.785 6.186
Uit In
-1.311
Uw Kamer is er in november 2009 mee akkoord gegaan in het vervolg te sturen op
de operationele sterkte van de politie. Dat is de optelsom van alle medewerkers
werkzaam in het primaire proces van de politie en de medewerkers in opleiding.
Deze laatste categorie wordt meegeteld, omdat deze voorziet in de
vervangingsbehoefte van uitstromend personeel in het primaire proces. Vanwege
het duale leerstelsel (werkend leren)zijn aspiranten al tijdens hun opleiding voor
een deel inzetbaar bij hun korps. Mijn voorgangster heeft u in mijn brief van 10
november 2009 (kenmerk 29 628, nr. 160) geïnformeerd over de definitie die voor
operationele sterkte wordt gehanteerd en in haar brief van 24 november 2009
(kenmerk 29 628, nr. 164) over de functies bij de politie die tot de operationele
sterkte worden gerekend.
Eind 2009 was de operationele sterkte van de politie 49.597 fte. Dit betekent een
stijging met 1.535 fte ten opzichte van 2008, toen de operationele sterkte 48.062
fte bedroeg.
Recherche
Bijzondere aandacht verdient de ontwikkeling van de sterkte van de recherche. De
hoeveelheid fte bij de recherche is gestegen van 10.974 in 2007 tot 12.377 in
2009.1 Het relatieve aandeel van de recherche in het totaal van het executieve en
het administratief!technische personeel nam toe van 21,1% in 2007 tot 23,2% in
2009. De recherche maakt onderdeel uit van zowel het werkproces opsporing als
het werkproces operationele ondersteuning.
3. Audit cijfer operationele sterkte 2008
In haar brief van 24 november 2009 (kenmerk 29 628, nr. 164) heeft mijn
ambtsvoorgangster een cijfer voor de operationele sterkte 2008 genoemd. In
dezelfde brief is aangekondigd een audit te laten uitvoeren op de correctheid van
dit cijfer.
Deze audit is uitgevoerd door een onafhankelijke derde partij
(PricewaterhouseCoopers) in de vorm van een steekproefanalyse. De validiteit van
het cijfer voor de operationele sterkte wordt bepaald door de omzetting van de
functies uit de 26 regionale functiehuizen naar het landelijke informatiesysteem
over de politie, PolBIS. In de audit is onderzocht of deze omzetting op een correcte
wijze is gebeurd. De korpsen koppelen aan iedere functie uit het eigen regionale
functiehuis zelf een functie uit het landelijke functiehuis in PolBIS. In PolBIS wordt
bij iedere functie vermeld, of deze operationeel of niet!operationeel is. Op basis
hiervan wordt de operationele sterkte van de Nederlandse politie vastgesteld.
De audit heeft uitgewezen, dat het genoemde cijfer van 48.062 fte als operationele
sterkte op 31 december 2008 valide is.
Naar verwachting zal begin 2011 begonnen worden met de invoering van het
Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie. Vanaf dat moment is er nog maar één
functiehuis en zal het niet meer nodig zijn, om de functies uit de regionale
functiehuizen om te zetten naar het landelijke functiehuis.
4. Aspiranten
Het aantal aspiranten in opleiding op de Politieacademie bedroeg eind 2009 6.186
fte en is daarmee, ten opzichte van 2008, iets gedaald (58 fte). De totale
functionele inzetbaarheid van aspiranten is daarmee ook vrijwel ongewijzigd ten
opzichte van 2008.
Met de korpsbeheerders is de afspraak gemaakt om in de jaren 2010 tot en met
2012 een instroom van gemiddeld 1.600 aspiranten per jaar te garanderen, om
ervoor te zorgen, dat de sterkte van de politie ook na 2014 op het niveau van 31!
12!2008 kan blijven, namelijk 48.062 fte. Het vorige kabinet heeft het handhaven
van deze sterkte ook gegarandeerd.
Het aantal van 1600 is eind 2008 bepaald en was gebaseerd op toenmalige
veronderstellingen over de uitstroom bij de politie, de duur van de opleiding en de
daarmee gepaard gaande vervangingsbehoefte.
Uit realisatiecijfers over 2009 blijkt dat de voorziene uitstroom van personeel
(functioneel leeftijdsontslag, pensionering) is gedaald van 969 fte (2008) naar 864
fte (2009). De gemiddelde leeftijd waarop uitgetreden wordt, is gestegen van 60
jaar en 4 maanden (2008) naar 60 jaar en 5 maanden(2009). De combinatie van
een lagere jaarlijkse voorziene uitstroom en een hogere uittredeleeftijd, maakt dat
er in de komende jaren rekening gehouden dient te worden met een vertraagde, en
later verhoogde voorziene uitstroom. Dit wordt nog versterkt als de effecten van de
Tijdelijke Ouderen Regeling uitgewerkt zijn.
De onvoorziene uitstroom van executieve medewerkers is door de recessie
(tijdelijk) aanzienlijk teruggevallen van 2,1% (2008) naar 1,6% (2009). Voor
administratief!technische medewerkers gelden respectievelijk de percentages 5,2
en 3,7%. Daarnaast is inmiddels besloten tot verkorting van een deel van de
politieopleidingen van 4 naar 3 jaar.
Al deze ontwikkelingen leiden op korte termijn tot een lagere vervangingsbehoefte
voor de operationele sterkte bij de Nederlandse Politie, dan eerder berekend. Deze
lagere vervangingsbehoefte vertaalt zich, in combinatie met de financiële
perspectieven van korpsen, al in een lagere inname van aspiranten: in 2010 zullen
naar verwachting ongeveer 1.200 aspiranten worden ingenomen, waarvan 137
personen de opleiding voor Recherchekundige zullen volgen. De lagere inname van
aspiranten doet zich zeker voor bij die korpsen die bij de herijking van het
budgetverdeelsysteem zouden moeten dalen in sterkte en bij de korpsen die onder
preventief toezicht staan.
Vooralsnog is deze inname van aspiranten voldoende om de operationele sterkte op
peil te houden. Ik zal u in mijn volgende rapportage over de sterkteontwikkeling
informeren over de nieuwe sterktedoelstelling en de realisatiecijfers over de inname
van aspiranten.
5. Financiële problematiek
Het totaal van de beschikbare middelen van de politie is van belang voor het op peil
houden van de operationele sterkte. De financiële situatie is niet rooskleurig. Op dit
moment staan dertien regionale politiekorpsen onder preventief toezicht vanwege
meerjarige financiële tekorten in hun begroting 2010. Zoals ik op 24 juni in een
debat met uw Kamer heb toegezegd, zal ik u na de zomer informeren over de stand
van zaken bij de korpsen die onder preventief toezicht zijn gesteld.
6. Afwikkeling petitie "Platform Bezorgde Dienders"
Het "Platform Bezorgde Dienders" heeft op 23 november 2009 een petitie doen
toekomen aan mijn ambtsvoorgangster. De zorgen die in de petitie werden
uitgesproken hadden betrekking op de inzet van personeel en de indeling van
diensten, nadruk op productie, geweld tegen de politie en problemen met de
basisvoorziening handhaving.
Op 24 november 2009 heeft het lid Brinkman (PVV) hierover tijdens de
begrotingsbehandeling gevraagd hierop te reageren. Mijn ambtsvoorgangster heeft
hierop toegezegd met het Platform in gesprek te zullen treden. Op 27 januari 2010
heeft dit gesprek plaatsgevonden. Het Platform heeft toen de gelegenheid gekregen
de petitie toe te lichten. Mijn ambtsvoorgangster heeft duidelijk gemaakt de zorgen
te herkennen. Zij heeft daarbij echter ook opgemerkt, dat een aantal zaken in
eerste instantie binnen de korpsen zelf onderwerp van gesprek moeten zijn om tot
oplossingen te komen. De aanwezige leden van het Platform zijn hiervan ook
doordrongen. Hiermee is deze toezegging afgedaan.
Ik vertrouw erop, dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,