Wilde hond en cheeta vrijwel verdwenen uit Kameroen
De wilde hond en de cheeta zijn vrijwel verdwenen uit Kameroen. Van de
andere grotere in het wild levende vleeseters, zoals de leeuw, de
gevlekte en de gestreepte hyena en het luipaard, zijn er nog slechts
kleine populaties. Dit zijn de resultaten van onderzoek dat het Centrum
voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden uitvoerde in
het Bénoué Complex in Noord-Kameroen.
Het CML deed het onderzoek in samenwerking met de Universiteit van
Dschang in Kameroen en de Painted Dog Foundation in Zimbabwe. De
resultaten stemmen somber over de wildpopulatie in heel West- en
Centraal Afrika, waar de omstandigheden vergelijkbaar zijn.
Oorzaken van uitsterven
De belangrijkste oorzaken van de instorting van de populatie wilde
honden en cheetaâs, zijn: vernietiging van hun leefomgeving, stropen
door de lokale bevolking, gebrek aan prooi en het doden van de dieren
door de beheerders van jaaggebieden. Voor de wilde hond geldt dat het
dier kan terugkeren door een efficiënte conserveringsstrategie: de
soort is veerkrachtig en kan profiteren van een betere leefomgeving
door verbeterd beheer, voor de cheeta is dat niet waarschijnlijk, omdat
er geen cheetapopulaties meer in de buurlanden aanwezig zijn.
Intensieve surveys
De partners in het onderzoek, dat wordt gefinancierd door WWF Nederland
en WWF Kameroen - hebben gedurende drie jaar intensieve surveys
uitgevoerd. Deze bestonden uit interviews met lokale mensen, de inzet
van automatische cameraâs waar de dieren met aas heen werden gelokt
(totaal meer dan 1200 dagen dat cameraâs werden gebruikt, zogenoemde
cameradagen), het tellen van sporen over een afstand van meer dan 4100
km en directe observatie.
Regionaal beschermingsprogramma
Cheeta
Cheeta
Naar aanleiding van het onderzoek heeft een groot aantal organisaties,
met steun van het Prins Bernhard Natuurfonds, het initiatief genomen
tot een groot regionaal programma dat gericht is op het beschermen van
grote carnivoren, die worden gezien als de ambassadeurs van het
natuurlijke savanne-ecosysteem in de regio van West- en
Centraal-Afrika. Het betreft de cheeta, wilde hond, leeuw, panter,
gestreepte hyena en gestippelde hyena.
Conserveringsstrategie
De onderzoeksresultaten moeten uitmonden in de ontwikkeling van
conserveringsinstrumenten. De inzet is het op peil houden van de
huidige populaties wilde dieren evenals het uitwerken een
conservingsstrategie met vijf hoofdcomponenten: Â
1. continu-onderzoek
2. directe conservering van de wilde honden
3. verdere capaciteitsopbouw
4. ontwikkeling van de lokale gemeenschappen
Lokale betrokkenheid
Door training en capaciteitsopbouw kon het project bogen op een actieve
en betrokken houding van lokale stakeholders zoals de staf van het
park, beheerders van jachtgebieden en lokale gemeenschappen. Dit biedt
een goede basis voor verder onderzoek naar grote vleeseters in de
regio.
Universiteit Leiden