Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Datum 26 juli 2010
Betreft Antwoorden Kamervragen inzake de isolatieafstanden bij experimentele
gentechaardappels.
Geachte Voorzitter,
Bij deze bied ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van het Lid Ouwehand (PvdD),
ingezonden op 22 juni 2010, over de isolatieafstanden bij experimentele
gentechaardapppels aan.
1
Kent u het bericht `Geen isolatieafstanden bij gg-aardappel van Avebe'?
Antwoord
Ja.
2
Is het waar dat de Commissie Genetische Modificatie (Cogem) alleen de
risico's voor het milieu beoordeelt, en niet de economische risico's van
vervuiling van gangbare en biologische aardappels met genetisch
gemodificeerde organismen (ggo's)?
Antwoord
Ja, de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) is het onafhankelijk
adviesorgaan dat de regering adviseert over mogelijke risico's van de
vervaardiging van en handelingen met ggo's voor mens en milieu. Tevens
informeert de COGEM betrokken ministers over ethisch-maatschappelijke
aspecten verbonden aan genetische modificatie. De taken van de COGEM zijn
vastgelegd in de Wet Milieubeheer. Het werkveld van de COGEM omvat alle
gebieden in de biotechnologie, van landbouw tot medische toepassingen en van
laboratoria tot commerciële introductie. Echter de COGEM adviseert niet over
voedsel- of veevoederveiligheidsvraagstukken of over mogelijke risico's voor
behandelde patiënten bij medische toepassingen.
Pagina 1 van 5
3 Portefeuille Milieu
Is het waar dat het Rikilt-Instituut voor Voedselveiligheid momenteel nog Directie Risicobeleid
onderzoek doet naar de gezondheidsrisico's van cisgene ggo's? Zo ja,
wanneer worden deze resultaten naar de Kamer gestuurd? Zo nee, Datum
wanneer is dat onderzoek afgerond, wat waren de conclusies en wanneer 26 juli 2010
kan de Kamer de rapportage tegemoet zien? Kenmerk
RB\2010019012
Antwoord
Ja. Het Rikilt heeft onderzoek gedaan naar de voedsel- en
diervoederveiligheidsaspecten van cisgene gewassen. Dit rapport heb ik onlangs
de Kamer doen toekomen.
4
Op welke wijze heeft de Cogem de risico's van de Avebe aardappel voor
mensen en dieren in kaart gebracht? Hoe verhoudt deze risicoanalyse
zich tot het onderzoek van het Rikilt over de gezondheidsrisico's van
cisgene ggo's?
Antwoord
Het betreft hier een veldproefvergunning voor AVEBE voor aardappelplanten met
een verlaagd amylosegehalte die op 10 januari 2008 is afgeven. De COGEM heeft
op 20 september 2007 advies uitgebracht over de milieurisico's van deze
veldproef en heeft geconcludeerd dat de risico's van deze veldproef voor mens en
milieu verwaarloosbaar klein zijn. De COGEM stelt in haar advies: "Overigens is er
bij de voorgestelde werkzaamheden geen sprake van vervoedering of humane
consumptie waardoor eventuele gezondheidsrisico's nihil zijn."
Het Rikilt is gevraagd te oordelen over de voedsel- en diervoederveiligheid van
cisgene gewassen in het algemeen.
5
Is het waar dat het niet de bevoegdheid is van de Cogem om te adviseren
over de gezondheidsrisico's van cisgene ggo's?
Antwoord
Zie de antwoorden op de vragen 2 en 4.
6
Deelt u de mening dat het inbouwen van isolatieafstanden niet alleen
bedoeld is om de milieu- en volksgezondheidsrisico's van ggo's zo veel
mogelijk te beperken, maar dat isolatieafstanden ook nodig zijn om de
economische belangen van boeren in de omgeving te borgen en deze te
vrijwaren van vervuiling met ggo's?
Antwoord
Op basis van het Besluit ggo is het bij het afgeven van vergunningen voor de
introductie in het milieu van ggo's slechts mogelijk voorschriften in de vergunning
op te nemen in het kader van de bescherming van mens en milieu.
Isolatieafstanden worden alleen opgelegd wanneer dit vanuit
milieurisicoperspectief noodzakelijk is.
Daarnaast zijn er co-existentie afspraken gemaakt door de betrokken sector zelf,
waarbij er isolatieafstanden zijn afgesproken om de economische belangen van
boeren in de omgeving te borgen.
In de veldproefvergunningen wordt de vergunninghouder dan ook gewezen op de
co-existentieafspraken. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Verordening
coëxistentie teelt van het Hoofdproductschap Akkerbouw.
Pagina 2 van 5
7 Portefeuille Milieu
Deelt u de mening dat het voor hobbykwekers een groot probleem zou Directie Risicobeleid
zijn als er uitkruising zal ontstaan met de experimentele ggo aardappel
van Avebe? Zo ja, op welke wijze wilt u dit gaan voorkomen? Zo nee, Datum
waarom niet? 26 juli 2010
Kenmerk
8 RB\2010019012
Op welke wijze zal Avebe bij de eventuele veldproeven de nabij liggende
(hobby)kwekers op de hoogte stellen van de aanwezigheid van een
veldproef met gentechaardappels? In welke mate is er een verplichting
aanwezig om de naburige telers op de hoogte te stellen van
(voorgenomen) veldproeven met experimentele ggo's?
Antwoord op de vragen 7 en 8
Hobbykwekers kunnen economische schade ondervinden in het zeldzame geval
dat er uitkruising zou plaatsvinden. In het geval van de veldproeven van AVEBE
die worden uitgevoerd onder vergunningnummer DGM/SAS IM 07-004 zijn geen
isolatieafstanden in de vergunning opgenomen, omdat dit vanuit
milieurisicoperspectief niet nodig is.
Vanuit de veldproefvergunning is er geen verplichting om naburige telers op de
hoogte te stellen. Echter, het ministerie van VROM wijst de vergunninghouder
op de bestaande co-existentieafspraken, zoals die zijn vastgelegd in de
Verordening coëxistentieafafspraken van het Hoofdproductschap Akkerbouw,
Hierin is vastgelegd dat de teler van ggo gewassen boeren in de omgeving tijdig
infomeert over het voornemen om ggo's te telen.
9
Hoe verhoudt de observatie van de Cogem dat sommige hobbykwekers
wel op het veld vermeerderen, en dat er dus risico tot uitkruising is, zich
tot het concluderend advies dat geen isolatieafstand aangehouden hoeft
te worden ten opzichte van hobbykwekers?
Antwoord
Vermeerdering bij aardappelen gebeurt vegetatief, dus via knollen en niet via
zaad. Uitkruising speelt bij vermeerdering daarom geen rol. Het concluderend
advies van de COGEM dat geen isolatieafstand aangehouden hoeft te worden ten
opzichte van hobbykwekers die op het open veld kruisingen met aardappels
uitvoeren is gebaseerd op het feit dat de risico's voor mens en milieu van de
werkzaamheden met ggo's verwaarloosbaar klein zijn, ook na uitkruising.
10
Is het waar dat, hoewel opslagbestrijding voor phytophtora verplicht is,
dit in de praktijk geen garantie is van het verwijderen van
aardappelopslag? Zo ja, deelt u de mening dat het achterblijven van
gentechaardappels in de akkers niet uit te sluiten is en dat dit ook een
bron van vermenging kan zijn?
Antwoord
Conform de verordening van het Productschap Akkerbouw voor bestrijding van
Phytophthora infestans bij aardappelen is verwijdering van aardappelopslag
verplicht tot maximaal 2 planten per m2. Een absolute verwijdering van
aardappelopslag is onder deze verordening dus niet verplicht. Dit vormt over het