Rechtbank Utrecht
Medewerker Politie Utrecht schuldig aan verduistering goederen
Utrecht, 26 juli - Een 52-jarige man is door de rechtbank in Utrecht
schuldig bevonden aan het verduisteren van goederen, toebehorend aan de
gemeente Utrecht en/of de politie Utrecht.
De man was werkzaam als Coördinator van de Jongerenteams bij de Politie
Utrecht en had voor zijn functie auto's en kampeerspullen in zijn
beheer. De laatste jaren stelde de gemeente budget ter beschikking aan
de politie ter financiering van deze Jongerenteams. De man had, nadat
hij van zijn rol als coördinator werd ontheven, ervoor gezorgd dat de
spullen in zijn eigen opgerichte stichting terecht kwamen. Echter,
zonder dit te overleggen met de gemeente of politie.
De man verklaarde dat hij met de nieuwe coördinator van de
Jongerenteams een overeenkomst had gesloten, waardoor de eigendom van
de goederen naar verdachte of diens stichting is overgegaan.
De rechtbank is van oordeel dat de man er niet op had kunnen en mogen
vertrouwen dat de nieuwe coördinator namens de gemeente bevoegd was. Er
waren juist aanwijzingen dat de man zich niet meer met de Jongerenteams
mocht bemoeien. Ook was onduidelijk of de goederen wel eigendom waren
van de gemeente. Verdachte heeft door eigendomsoverdracht naar hemzelf
of zijn stichting te bewerkstelligen, zonder te overleggen met de
gemeente of politie, maatschappelijk onbehoorlijk gehandeld. De
rechtbank acht het handelen van de man dan ook zeer kwalijk, omdat hij
gebruik heeft gemaakt van gelegenheid door zijn ambt geschonken.
Toch wordt de man geen straf opgelegd. De persoonlijke gevolgen zijn
voor de verdachte groot geweest, omdat hij als gevolg van de strafzaak
is ontslagen door de politie.
Daarnaast hecht de rechtbank geloof aan de verklaring van de man dat
hij de verduisterde auto's en kampeerspullen wilde inzetten voor zijn
droom om de Jongerenteams landelijk uit te rollen. Hij kan zich nu niet
meer inzetten voor de jongeren, terwijl hij hier jarenlang zijn hart en
ziel in heeft gestoken.
LJ Nummer
BN2252
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 26 juli 2010 Naar boven