Rijksoverheid
Datum 26 juli 2010
Betreft
Beantwoording vragen over de sluiting van de ASR!vestiging in
Woudsend
Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen van de leden De Rouwe (CDA), Van
Hijum (CDA) en Jacobi (PvdA) over de voorgenomen sluiting van de ASR!vestiging
in Woudsend. De vragen werden mij toegestuurd op 15 juli 2010 onder nummer
2010Z10990.
1
Bent u bekend met de sluiting van de ASR!vestiging in Woudsend?
Antwoord
Ja.
2
Deelt u de grote zorg van zowel het gemeentebestuur als de provincie dat de
sluiting een forse aanslag op de werkgelegenheid in de regio betekent?
Antwoord
De voorgenomen sluiting van de ASR!vestiging in Woudsend, waar nu nog ruim
150 mensen werkzaam zijn, leidt inderdaad tot een gevoelig verlies aan regionale
werkgelegenheid. Dat betreur ik, zeker voor zover dat ook persoonlijke gevolgen
heeft voor de huidige werknemers van ASR Woudsend. Het besluit van ASR
Nederland om het merendeel van zijn activiteiten te concentreren op één locatie in
de regio Utrecht, lijkt echter vooral ingegeven door bredere strategische belangen
van bedrijfsvoering op concernniveau. Daar kan en wil de overheid niet in treden.
3
Hoe verhoudt dit vertrek zich met de kabinetsinzet om bijzondere aandacht te
besteden aan de mogelijke versterking van de ruimtelijk!economische structuur
van het Noorden?
Antwoord
Met zowel generiek als regiospecifiek programmatisch beleid zet het kabinet sterk
in op economische structuurversterking, ook in Noord!Nederland. Vooral het
programma "Koers Noord" staat daarin centraal. Daarmee wordt systematisch
gewerkt aan ondermeer de verdere uitbouw van sterke clusters van kennis en
Pagina 2 van 3
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Ruimtelijk Economisch
Beleid
Ons kenmerk
OI/REB / 10114368
bedrijvigheid, aan versterking van het innoverend vermogen van Noord!
Nederland, en aan het verhogen van opleidingsniveaus van de daar aanwezige en
potentiële beroepsbevolking. Al dit soort inspanningen staan in het teken van de
algehele transitie naar een sterke kenniseconomie, die ook het noorden van ons
land doormaakt. Zij blijven onverminderd relevant, ook voor die regio's binnen
Noord!Nederland die incidenteel met een forse economische tegenwind te maken
krijgen.
4
Bent u bereid om samen met de provincie, gemeente en ASR een acceptabele
oplossing voor het werkgelegenheidsprobleem te zoeken?
Antwoord
Het ligt niet op mijn weg om voor een individueel werkgelegenheidsprobleem,
zoals dat zich nu voordoet rond ASR Woudsend, op rijksniveau naar oplossingen
te zoeken. De primaire verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij lokaal en regionaal
betrokken partijen. Ik begrijp dat met name de gemeente Wymbritseradiel en de
provincie Friesland al nauw contact onderhouden met de Raad van Bestuur van
ASR Nederland. Zij streven naar oplossingen die de negatieve gevolgen van de
voorgenomen sluiting van ASR Woudsend zo veel mogelijk kunnen beperken.
5
Kunt u aangeven hoe één en ander zich verhoudt tot de krimpproblematiek? In
dat kader zijn er vorig jaar een tweetal moties aangenomen (32 123 VII, nr. 35 en
32 123 XIII, nr. 28). Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering
van deze moties?
Antwoord
Woudsend is gelegen in de zuidwesthoek van Friesland. Het Interbestuurlijk
Actieplan Bevolkingsdaling, waarin de geprognosticeerde
bevolkingsontwikkelingen zijn opgenomen zoals geraamd door de
onderzoeksbureaus Primos en Pearl, geeft voor Zuidwest!Friesland een
bevolkingsontwikkeling aan van vrijwel geen groei, maar ook geen grote krimp.
Motie 32 123 VII, nr. 35 verzoekt de regering om reorganisaties van de
rijksoverheid zo veel mogelijk te laten bijdragen aan versterking van de
economische structuur en werkgelegenheid in krimpgebieden. Bij de voorgenomen
sluiting van ASR Woudsend is geen sprake van een reorganisatie zoals in deze
motie bedoeld. Op dit moment is ook geen grote reorganisatie bij de rijksoverheid
voorzien. Daarom is het dus zeer waarschijnlijk aan een volgend kabinet om te
bepalen hoe met deze motie om te gaan.
Motie 32 123 XIII, nr. 28 verzoekt de regering om een inventarisatie te maken
van succesvolle lokale initiatieven die zorgen voor behoud van economische
bedrijvigheid, en dit instrumentarium aan te reiken aan gemeenten in
krimpregio's. Deze inventarisatie is inmiddels gereed en wordt gedrukt. Deze zal
Pagina 3 van 3
Directoraat
generaal
Ondernemen en Innovatie
Directie Ruimtelijk Economisch
Beleid
Ons kenmerk
OI/REB / 10114368
binnenkort aan uw Kamer worden toegezonden, en onder andere worden
verstuurd naar alle gemeenten en tal van organisaties.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken
---- --