Artsen zonder Grenzen
Centraal-Afrikaanse Republiek: dorpen leeg door LRA
23-07-2010
In het plaatsje Zémio in de Centraal-Afrikaanse Republiek heeft Artsen
zonder Grenzen een hulpoperatie opgezet. Vanuit de regio vlucht de
bevolking naar Zémio voor het Verzetsleger van de Heer, een
rebellenbeweging uit Uganda die ook in omliggende landen actief is.
Aanvallen
`Gedurende heel april voerde het Verzetsleger (Lord's Resistance Army,
LRA) erg gewelddadige aanvallen uit op plaatsen in deze regio. Vanaf
een gegeven moment waren het geen geïsoleerde aanvallen meer, maar een
regen van geweld tegen kleine dorpjes op 35 tot 40 kilometer van
Zémio', zegt coördinator Peter Heikamp van Artsen zonder Grenzen.
Actie
`Aan het eind van mei waren er al duizenden naar de stad gevlucht, en
er kwamen dagelijks mensen bij. We zagen al snel dat de
gezondheidstoestand spoedig zou kunnen verslechteren en ons team in de
hoofdstad Bangui besloot zo snel mogelijk actie te ondernemen. We
wilden ter plekke zijn om een toename van de sterfte te voorkomen, in
plaats van te reageren op toenemende sterfte.'
Kampen
Begin mei, toen Artsen zonder Grenzen aankwam in Zémio, hadden al zo'n
4.000 mensen in drie kampen hun toevlucht gezocht in de plaats. Een
vierde kamp huisvestte zo'n 3.000 vluchtelingen uit de Democratische
Republiek Congo, die in oktober vorig jaar gevlucht waren voor het
geweld van het LRA.
Medische posten
Ons team opende op 10 mei een polikliniek op om het ziekenhuis van de
overheid te ontlasten en zette daarna medische posten op in de kampen.
De posten richten zich vooral op malaria, diarree en
luchtweginfecties.'
Voedingsprogramma
Om uitbraken van ziekten te voorkomen vaccineerde Artsen zonder Grenzen
in juni 1.600 kinderen in de kampen. Een aanvullende vaccinatieronde
wordt op dit moment georganiseerd. Voor de Congolese vluchtelingen, die
meer getroffen zijn door ondervoeding, zet het team een
voedingsprogramma op. `Het lijkt erop dat zij kwetsbaarder zijn dan de
Centraal-Afrikanen', zegt Heikamp. `Misschien is dat omdat ze langer in
kampomstandigheden hebben geleefd en misschien minder hulp hebben gehad
van de lokale bevolking.'
Malaria
`We zien zo'n 450 patiënten per week - bijna het dubbele aantal in
vergelijking met toen we hier twee maanden geleden kwamen', zegt
verpleegkundige Orla Condren. `Verreweg de grootste doodsoorzaak is
malaria. We ondersteunen nu ook de verpleegafdeling van het lokale
ziekenhuis, omdat we een toename zagen in het aantal patiënten met
ernstige malaria. We zien ook een toename in ernstige ondervoeding',
zegt Condren. `Het gaat niet om chronische ondervoeding - de
voedingstoestand van de gevluchte bevolking is over het algemeen
behoorlijk goed. Maar door de verandering in hun situatie eten de
kinderen minder, net als de moeders van wie ze borstvoeding krijgen. Zo
krijgen ze minder voedingstoffen binnen en in combinatie met eenvoudige
malaria krijg je heel snel te maken met ondervoeding.'
Noodsituaties
`De toestroom van dorpelingen uit de omgeving is nu veel minder, nu de
dorpen in de buurt bijna helemaal leeg zijn', zegt Heikamp. `We horen
wel nog berichten over aanvallen tot op 100 kilometer afstand, dus de
situatie is nog te onveilig voor de mensen om terug te gaan.' Artsen
zonder Grenzen blijft de situatie in de wijde omgeving in de gaten
houden om te kunnen reageren op nieuwe noodsituaties die ontstaan door
aanvallen van de LRA.
Meer weten over onze projecten in de Centraal-Afrikaanse Republiek