Nederlandse Zorgautoriteit
NZa adviseert dummyprijzen forensische zorg
22-07-2010
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert het Ministerie van
Justitie bij de inkoop van zorg voor patiënten met een strafrechtelijke
titel (DBBC's) dummyprijzen te hanteren. Dummyprijzen helpen
marktpartijen om ervaring op te doen met DBBC's zolang de prestaties en
tarieven in de forensische zorg niet gereguleerd zijn. De prijzen
hebben geen verplichtend karakter maar dienen als handvat bij de
onderhandelingen. Dit is één van de conclusies van de NZa in het Advies
Forensische zorg dat vandaag verschijnt.
In 2009 adviseerde de NZa Ministerie van Justitie om per 2010 de
DBC-productstructuur in te voeren voor forensische zorg in een
strafrechtelijk kader. Vanwege de beveiligingscomponent heet deze
systematiek Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinatie. Invoering
van de DBBC-systematiek leidt tot een betere samenhang tussen curatieve
en penitentiaire voorzieningen. Patiënten krijgen meer dan nu een
behandeling op maat waardoor de kans op recidive verkleint. Daartoe
heeft Justitie de Wet forensische zorg opgesteld die naar verwachting
op 1 januari 2012 in werking treedt. In 2011 zijn de prestaties en
tarieven nog niet gereguleerd, maar kunnen de betrokken partijen vast
proefdraaien met de DBBC's. Om de partijen daarbij richting te geven
adviseert de NZa het gebruik van dummyprijzen.
Forensische zorg in strafrechtelijk kader wordt gegeven aan volwassenen
die geestelijke gezondheidszorg (GGZ), verslavingszorg en verstandelijk
gehandicaptenzorg nodig hebben. De systematiek van DBBC's wordt
gebruikt om de zorg te beschrijven die deze patiënten ontvangen en
sluit zoveel mogelijk aan bij de DBC-systematiek voor de reguliere GGZ.
De verantwoordelijkheid voor de financiering van de forensische zorg in
strafrechtelijk kader is, op de kapitaallasten na, overgegaan van VWS
naar Justitie.