Rijksoverheid
Datum 22 juli 2010
Betreft
Standpunt op de Voorstudie multidisciplinaire richtlijn dwang
en drang
Geachte voorzitter,
Met mijn brief van 17 februari 2010 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009)2010, 25
424, nr. 97) heb ik u de Voorstudie naar de haalbaarheid en de wenselijkheid van
de multidisciplinaire richtlijn dwang en drang aangeboden. In diezelfde brief heb ik
ook aangegeven dat ik vóór de zomer met een definitief standpunt op de
Voorstudie zou komen na kennis te hebben genomen van de reacties op de
Voorstudie van de beroepsgroepen, die met dwangtoepassing in de ggz te maken
hebben.
Inmiddels hebben de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, het Nederlandse
Instituut van Psychologen, de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde
Psychologen & Psychotherapeuten en V&VN hun reactie op de Voorstudie naar mij
toegezonden. Hun reacties zijn, weliswaar met de nodige sectorale accenten en
nuanceringen, overwegend positief. Alle partijen menen dat een multidisciplinaire
richtlijn dwang en drang haalbaar en wenselijk is. Het zou een goed instrument
zijn om bijvoorbeeld het beleid rond het terugdringen van dwang en drang te
ondersteunen en de goede voorbeelden opgedaan bij alle dwang en
drangprojecten zorgvuldig te bundelen. Wel worden door bovengenoemde partijen
kanttekeningen geplaatst bij de houdbaarheidstermijn van een dergelijke richtlijn
(de voorkeur gaat uit naar een voorlopige richtlijn), de financiële
randvoorwaarden en de effectiviteit van implementatie) en
verankeringsstrategieën.
Volledigheidshalve deel ik u mee dat de Nederlandse Vereniging van
Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten aangegeven heeft de
ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn drang en dwang een goed initiatief
te vinden maar verder geen concrete ideeën of voorstellen voor uitwerking te
hebben omdat vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten, gelet op hun rol
en taak, weinig met dwang en drang te maken te hebben. Mocht een dergelijke
situatie zich toch in hun praktijk voordoen dan schakelen zij een huisarts of een
ggz)instelling in. De Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen &
Psychotherapeuten zal derhalve in dit traject verder buiten beeld blijven.
Gelet op het bovenstaande concludeer ik dat de ontwikkeling van een
multidisciplinaire richtlijn dwang en drang voor alle betrokken veldpartijen
Ons kenmerk
CZ)CGG)3007936
Pagina 2 van 2
wenselijk en haalbaar is. Ik sta daarom positief tegenover de ontwikkeling van een
dergelijke richtlijn.
Gelet op de hoge urgentie van de ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn
voor dwangtoepassing in de ggz en de omstandigheid dat de richtlijn van
essentieel belang is voor het (overheids)beleid inzake het terugdringen van
separaties en andere vormen van dwangtoepassing, roep ik de beroepsgroepen op
om zo spoedig mogelijk te komen tot de ontwikkeling van de multidisciplinaire
richtlijn dwang en drang. Op korte termijn zal ik de beroepsgroepen vragen om in
het najaar met een concreet plan van aanpak hiervoor te komen.
Met betrekking tot de ontwikkeling van (multidisciplinaire) richtlijnen in algemene
zin verwijs ik naar de 'richtlijn voor richtlijnen' die door een werkgroep van
deskundigen onder de verantwoordelijkheid van de Regieraad Kwaliteit van Zorg
(maart 2010) is verschenen. Ik adviseer de beroepsgroepen deze richtlijn te
betrekken bij de ontwikkeling van de multidisciplinaire richtlijn dwang en drang.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
---- --