Rijksvoorlichtingsdienst

Organisaties blijven investeren in kwaliteit

Het programma Versterking Opsporing en Vervolging, ingesteld om de kwaliteit van met name de politie, openbaar ministerie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te verbeteren, is afgerond. Er zijn in de afgelopen jaren belangrijke maatregelen ingevoerd om de kwaliteit, professionaliteit en de samenwerking tussen betreffende diensten te versterken. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het organiseren van tegenspraak in lopende strafrechtelijke onderzoeken, betere forensische samenwerking, duidelijker forensische rapportages en de mogelijkheid tot herbeoordeling van onderzoeken die nog niet tot een rechterlijke uitspraak hebben geleid door deskundigen van buiten het korps of het parket (review). Ook de Rechtspraak heeft maatregelen genomen zoals het verbeteren van de motivering in vonnissen en het instellen van een mogelijkheid om interne reflectie toe te passen op casusniveau. Dat blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer van minister Hirsch Ballin van Justitie. De bewindsman onderschrijft de ambitie van de diverse organisaties om te blijven investeren in kwaliteit.

Het versterkingsprogramma werd in 2005 ingesteld naar aanleiding van het evaluatieonderzoek van de Commissie Posthumus naar de Schiedammer parkmoord. De in dit programma opgenomen maatregelen zijn voortgekomen uit de ambitie van politie, openbaar ministerie en het NFI om door versterking van de kwaliteit en professionaliteit het vertrouwen te herstellen, een transparante en integere werkwijze vast te leggen en de criminaliteit daadkrachtig en effectief te bestrijden. Met de brief aan de Tweede Kamer zijn tevens de onderliggende eindrapportages van de betrokken diensten meegezonden.

Het openbaar ministerie heeft de afgelopen jaren tegenspraak georganiseerd bij lopende strafrechtelijke onderzoeken. Dat betekent dat bij grote onderzoeken een aparte officier van justitie op enige afstand de keuzes voor onderzoeksrichtingen toetst. Daarmee wordt voorkomen dat het onderzoek zich teveel en in een te vroeg stadium richt op een bepaalde verdachte, ook wel bekend als tunnelvisie. Ook kan tegenwoordig een herbeoordeling (review) van het onderzoek plaatsvinden wanneer dat is vastgelopen of dreigt vast te lopen. Daarbij kijkt een nieuw onderzoeksteam naar nieuwe aanknopingspunten. Verder worden er bijzondere kwaliteitseisen gesteld aan officieren van justitie die een Team Grootschalig Onderzoek (TGO) gaan leiden en zijn op elk parket specialistische officieren aangesteld, zoals forensische- en kwaliteitsofficieren.

De politie heeft stevig geïnvesteerd in de professionaliteit door strengere opleidingseisen en certificering van functies voor leidinggevenden en recherchemedewerkers (bijvoorbeeld in de TGO's) en de introductie van hogeropgeleiden in de recherche. Er is aandacht voor de samenstelling van de onderzoeksteams, waardoor verschillende disciplines worden ingebracht. Zo wordt onderscheid gemaakt naar verschillende soorten PD's (plaats delict) en de daarbij behorende capaciteit en specialismen.

De inbreng van forensische expertise in het opsporingsonderzoek is daardoor aanzienlijk versterkt. Sporen worden zorgvuldiger veiliggesteld en er worden duidelijker afspraken gemaakt over de levering en terugkoppeling van de voortgang van sporenonderzoek als onderdeel van de samenwerking met het NFI. Ook is er momenteel een landelijk systeem voor de registratie van sporen waarmee alle forensische sporen op ieder moment en iedere plaats te traceren zijn.

Het NFI heeft maatregelen genomen om de NFI-rapportages te verduidelijken. Deze rapportages worden gebruikt om tijdens de zitting technisch bewijs te leveren dan wel bewijslast te ondersteunen. Door meer uniformiteit, transparantie en volledigheid worden de rapporten inzichtelijker voor zowel rechters, officieren van justitie als advocaten. Verder heeft het NFI regionale centra of contactpunten ingericht voor politie. Deze kunnen de politie van dienst zijn bij de beoordeling wie welke sporen veilig kan stellen en welk forensisch onderzoek daarna moet plaatsvinden en met welk doel. Dat schept duidelijkheid over en weer en voorkomt nodeloze onderzoeken. Deze werkwijze was onderdeel van het actieplan van het NFI, wat ertoe heeft geleid dat de werkvoorraad is gedaald van 18.000 naar 2000. Ook de levertijd is teruggelopen van 70 naar 25 dagen. Verder heeft het NFI het Track & Trace-systeem in gebruik genomen. Track & Trace is een lokalisatie- en registratiesysteem; een onzichtbaar high-tech electronisch netwerk om sporendragers binnen het NFI te kunnen traceren.

In een gezamenlijke aanbiedingsbrief bij de rapportages geven de drie ketenpartners aan dat de komende jaren zal worden voortgebouwd op de bereikte resultaten en dat zij blijvend zullen investeren in verdere kwaliteitsverbetering en professionalisering van de opsporing en vervolging.

Hoewel de Rechtspraak geen deel uitmaakte van het versterkingsprogramma zijn er parallel wel initiatieven genomen om de kwaliteit van de strafrechtspraak te verbeteren. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om deskundigheidsbevordering en het organiseren van reflectie op casusniveau. Daarvoor is een 'Eigenwijsheidskamer' ingesteld waarin onder leiding van coaches het reflectief vermogen van rechters en secretarissen wordt vergroot. Tevens is er een handleiding ontwikkeld met informatie over het inschakelen van deskundigen en methoden om forensisch-wetenschappelijk onderzoek te analyseren en te waarderen. Ook heeft de rechtspraak geïnvesteerd in het verbeteren van de toelichting in vonnissen (arresten) hoe men bepaald ingebracht bewijs waardeert en hoe de rechter(s) tot een bepaalde strafmaat is (of zijn) gekomen.

Minister Hirsch Ballin concludeert in zijn brief dat er de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd door de betrokken organisaties, terwijl de dagelijkse werkzaamheden gewoon doorliepen. De bewindsman is de organisaties daar erkentelijk voor en onderschrijft de ambitie om voort te gaan op de ingeslagen weg.