beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Irrgang over
salarisverhoging van Keniaanse parlementsleden.
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Van Bommel en Irrgang
over salarisverhoging van Keniaanse parlementsleden.
Kamerbrief | 19 juli 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Van Bommel en Irrgang over salarisverhoging van
Keniaanse parlementsleden. Deze vragen werden ingezonden op 5 juli 2010
met kenmerk 2010Z10544.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden van Bommel Irrgang (SP) over salarisverhoging van
Keniaanse parlementsleden.
Vraag 1
Is het waar dat Keniaanse parlementsleden onlangs hebben besloten hun
eigen salaris met 25% te verhogen waardoor zij nu, omgerekend, 11.000
euro per maand gaan verdienen? 1) Is het tevens waar dat het gemiddelde
inkomen in dit land rond de 1300 euro per jaar ligt?
Antwoord
Ja. Het besluit is vooralsnog echter niet uitgevoerd omdat president
Kibaki het nog niet heeft goedgekeurd. Het BNP per capita in Kenia lag
in 2008 overigens op circa 788 US$ (UN Data).J
Vraag 2
Wat is uw opvatting over de hoogte van het salaris van Keniaanse
parlementariƫrs in het algemeen en deze verhoging in het bijzonder,
gezien het feit dat Kenia een partnerland is van Nederlandse
ontwikkelingssamenwerking en in 2010 14,9 miljoen euro aan
ontwikkelingshulp ontvangt?
Antwoord
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 2 van het lid Driessen (PVV),
ingezonden op 5 juli 2010 (vraagnummer 2010Z10539).
Overigens hebben maatschappelijke organisaties in Kenia, hierin
gesteund door Nederland en andere leden van de internationale
gemeenschap, al langer bepleit dat de vaststelling van de hoogte van
salarissen en emolumenten voor parlementsleden het best gedaan kan
worden door een onafhankelijke en breed samengestelde commissie, en
niet door de belanghebbenden zelf. Die druk heeft ertoe geleid dat een
dergelijke verandering is voorzien in de conceptgrondwet waarover op 4
augustus in Kenia een referendum gehouden wordt.
Vraag 3
Wordt er in het kader van de HGIS-nota 2010, waarin de geplande
uitgaven voor Goed Bestuur in Kenia staan voor 4,5 miljoen euro 2), ook
aandacht besteed aan de uitgaven aan salarissen van politici in Kenia?
Zo ja, vindt u de genoemde salarishoogte en -verhoging passen bij de
normen waar u aan denkt in het kader van Goed Bestuur? Zo nee, gaat u
de Keniaanse politici hierop aanspreken?
Antwoord
In het kader van het Goed Bestuursprogramma wordt in algemene zin veel
aandacht besteed aan verantwoordelijk gedrag van gezagsdragers en
binnenlandse verantwoordingsplicht (domestic accountability). Zo
krijgen maatschappelijke organisaties steun om hun rol bij het
verbeteren van binnenlandse verantwoordingsprocessen vorm te geven.
Voorts worden uit het programma bijdragen gegeven om de in het
Nationale Akkoord afgesproken hervormingen gestalte te geven. In het
kader van de politieke dialoog die de EU met de Keniaanse overheid
voert, is de kwestie van salarissen van gezagsdragers herhaaldelijk aan
de orde geweest.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat het niet is uit te leggen aan Nederlandse
belastingbetalers indien er Nederlandse ontwikkelingshulp naar Kenia
blijft gaan terwijl Keniaanse politici zich ongegeneerd schuldig maken
aan zelfverrijking met gemeenschapsgeld? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
wat betekent dit voor de toekomstige hulprelatie met Kenia?
Antwoord
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 3 van het lid Driessen (PVV),
ingezonden op 5 juli 2010 (vraagnummer 2010Z10539).
1) Trouw, 2 juli 2010
2) HGIS-nota 2010, pag. 27
Ministerie van Buitenlandse Zaken