Ministerie van Buitenlandse Zaken

verzoek inzake stand van zaken uitzetten Nederlanders uit Marokko

Kamerbrief inzake uw verzoek inzake stand van zaken uitzetten Nederlanders uit Marokko

Kamerbrief | 19 juli 2010

Gaarne bied ik u hierbij aan, op verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 6 juli 2010 in brief met kenmerk 2010Z08804/2010D28210, de stand van zaken betreffende het uitzetten van Nederlanders uit Marokk

Sinds mijn brief van 23 maart 2010 aan uw Kamer is de weg van de stille diplomatie bewandeld. Op hoog niveau is regelmatig contact geweest met de Marokkaanse autoriteiten en met de familie Boonstra. Er is met de Marokkaanse autoriteiten met name gesproken over mogelijkheden om op humanitaire gronden het contact tussen de familie Boonstra en de kinderen die bij hen opgroeiden te herstellen. Tot op heden heb ik geen indicatie gekregen voor een oplossing omdat deze zaak in Marokko zeer gevoelig blijft. Ik ben dan ook voornemens verder druk uit te oefenen om aan een oplossing bij te dragen.

Sinds mijn vorige brief heeft zich ook een ander Nederlands geval van uitzetting voorgedaan waarover ik mijn ambassadeur in Rabat om opheldering heb laten vragen. Ook in dit geval ging het volgens de Marokkaanse autoriteiten om proselitisme en werd betrokkene het land uitgezet wegens verstoring van de openbare orde. Indien men Marokko is uitgezet wegens verstoring van de openbare orde zijn de mogelijkheden om een toelichting op het besluit te krijgen, laat staan om het uitwijzingsbesluit vernietigd te krijgen, bijna non-existent. Zo blijkt uit een recente uitspraak van een administratief tribunaal in de zaak van een Canadese onderdaan tegen de Marokkaanse staat.

Overigens maken deze Nederlanders deel uit van een golf uitzettingen van christenen van vele nationaliteiten waaronder Britten, Nieuw-Zeelanders, Zuid-Afrikanen en Amerikanen. Druk vanuit het VK en de VS heeft nog tot geen enkele beweging aan Marokkaanse kant geleid om tot concessies te komen. Het Amerikaanse Congres hield op 17 juni jl. een hoorzitting over de situatie van de mensenrechten en de godsdienstvrijheid in Marokko in het licht van de recente golf van uitzettingen op basis van beschuldigingen van proselitisme. De heer Boonstra trad op als getuige waarbij hij zijn waardering uitsprak over de verleende assistentie door de Nederlandse ambassade en de door mij ontplooide acties richting de Marokkaanse autoriteiten memoreerde.

Ik blijf de situatie aangaande godsdienstvrijheid op de voet volgen.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen