UMC St Radboud
Vierdaagseonderzoek focust op hart- en vaatziekten én warm weer
16-07-2010
Vierdaagse
Het onderzoeksteam van inspanningsfysioloog prof. Maria Hopman van het
UMC St Radboud richt zich tijdens de 94ste Vierdaagse op wandelaars met
hart- en vaatziekten én op de warme weersomstandigheden.
Maria Hopman en haar team doen voor de vierde maal onderzoek naar het
effect van fysieke inspanning onder wandelaars van de Nijmeegse
Vierdaagse. Het onderzoeksteam heeft net als voorgaande jaren twee
mogelijke onderzoeken in voorbereiding: een onderzoek gericht op
lichamelijke inspanningen van wandelaars met hart- en vaatziekten en
een onderzoek naar de fysieke omstandigheden van wandelaars die in hoge
temperaturen een zware prestatie moeten leveren (boven 25C).
Dit jaar is besloten om niet te kiezen voor één optie, maar om de twee
onderzoeken te combineren. Maria Hopman licht toe: `Ongeveer een kwart
van alle Vierdaagse deelnemers heeft te maken met een vorm van hart- en
vaatziekten. Hoge bloeddruk komt hierbij het meest voor. We weten
allang dat regelmatig bewegen een positief effect heeft op de
gezondheid. Aan de andere kant denken we dat deze mensen mogelijk een
verhoogd risico hebben op gezondheidsproblemen als zij zich zwaar
inspannen, juist tijdens hoge temperaturen. Gezien de verwachting op
warm weer hebben we dan ook besloten beide onderzoeken te combineren.'
Honderd wandelaars
Het onderzoeksteam volgt een groep van honderd wandelaars. Vijftig van
hen kampen met hart- en vaatziekten. Het betreft vooral mensen die een
hoge bloeddruk hebben en plastabletten gebruiken. Tot de groep behoren
ook wandelaars die een hartinfarct hebben gehad. De andere vijftig
wandelaars zijn gezond, zij dienen als `controlegroep'. Bij alle
wandelaars worden de lichaamtemperatuur, hartfrequentie en vochtbalans
gemeten, zowel in rust als tijdens het wandelen. Zo staan onderzoekers
langs de route om elke vijf kilometer de lichaamstemperatuur en
hartfrequentie te meten. Dit jaar worden er speciaal twee hartfilmpjes
per wandelaar gemaakt, de eerste in rust en de volgende na de eerste
wandeldag. Om de vochtbalans te meten, vinden er bloed- en
urinecontroles plaats. Voor dat laatste krijgen de wandelaars onder
meer het befaamde meeneemtoiletje uitgedeeld (voor de heren in de vorm
van een auto, voor de dames in de vorm van een vijgenblad). Zo krijgen
de onderzoekers inzicht in de urineproductie tijdens het wandelen.
Drinken
De afgelopen drie jaar zijn al veel waardevolle inzichten opgedaan.
Maria Hopman: `Het klinkt soms eenvoudig, maar veel drinken is
ontzettend belangrijk. Niet alleen tijdens de etappes, maar ook daarna
en voorafgaand. Ik raad wandelaars aan om, in de dagen voorafgaand aan
de Vierdaagse, ook al regelmatig wat extra water te drinken'.
Met de wetenschappelijke kennis die wordt opgedaan, adviseert het UMC
St Radboud de Vierdaagse organisatie de komende jaren ook nader op het
gebied van sport en gezondheid.