Politie juist gehandeld bij schietpartij Spijkenisse
15 juli 2010 - Arrondissementsparket Rotterdam
De politiemensen die in februari in Spijkenisse een 46-jarige man
neerschoten, hebben volgens de regels gehandeld. De twee zullen dan ook
niet vervolgd worden, zo heeft de officier van justitie donderdag
bekendgemaakt.
De twee agenten kwamen op 5 februari 2010 naar de Hoeklaan in
Spijkenisse na een melding dat een man met een vuurwapen een vrouw
belaagde. Toen de politiemensen ter plaatse kwamen, zagen zij de man
met het wapen naast de auto van de vrouw. De man reageerde niet nadat
hem meerdere keren gesommeerd was zijn wapen op de grond te leggen.
Toen hij op de vrouw begon te schieten, schoten beide agenten gericht
op hem. De man overleed ter plaatse. De vrouw raakte gewond door vier
kogels, afgeschoten door de 46-jarige man.
Zoals te doen gebruikelijk stelde de Rijksrecherche een onderzoek in.
Op basis daarvan concludeert de officier van justitie dat de
politiemensen volgens de zogenoemde ambtsinstructie hebben gehandeld.
Sommaties om het wapen neer te leggen, het trekken van het politiewapen
en dat op hem richten om hem onder controle te krijgen zodat ze hem
konden aanhouden, hadden niet gewerkt. Redelijkerwijs waren er geen
andere manieren meer om de man onder controle te krijgen, zonder gevaar
voor hun eigen leven en dat van de vrouw, anders dan door het gebruik
van het vuurwapen. Eén van de agenten schoot eerst op het onderlichaam
van de man, maar omdat die daar niet op reageerde, schoot hij hoger. De
agenten hebben in totaal acht keer geschoten.
De officier van justitie heeft de nabestaanden van de man donderdag
ingelicht over het onderzoek van de Rijksrecherche en de conclusie. Zij
kunnen de beslissing van de officier aanvechten bij het Gerechtshof in
Den Haag.
Openbaar Ministerie