De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht juli 2010
Nieuwsbericht
Datum 15 juli 2010
In zijn op 8 juli 2010 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur
op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses besloten
de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten.
De huidige rentetarieven blijven passend. Met inachtneming van alle
nieuwe gegevens die sinds zijn vergadering van 10 juni mei 2010
beschikbaar zijn gekomen, blijft de verwachting van de Raad van Bestuur
dat de prijsontwikkelingen op de voor het beleid relevante middellange
termijn gematigd zullen blijven, profiterend van een lage binnenlandse
prijsdruk. De laatste gegevens bevestigen tevens dat het economisch
herstel in het eurogebied zich in de eerste helft van 2010 heeft
voortgezet. Vooruitblikkend verwacht de Raad van Bestuur dat de
economie van het eurogebied in een gematigd en nog steeds ongelijkmatig
tempo zal groeien, in een klimaat van grote onzekerheid. De monetaire
analyse bevestigt dat de inflatoire druk op de middellange termijn
beperkt zal blijven, zoals blijkt uit de zwakke groei van de
geldhoeveelheid en de kredietverlening. Al met al verwacht de Raad van
Bestuur dat de prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden
gehandhaafd, waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied
zal worden ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig
verankerd in overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op
middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Het monetaire beleid zal al het noodzakelijke doen om de
prijsstabiliteit in het eurogebied op de middellange termijn te
handhaven. Dit is de noodzakelijke en centrale bijdrage die door het
monetaire beleid wordt geleverd ter bevordering van duurzame
economische groei, werkgelegenheidscreatie en financiële stabiliteit.
Alle buitengewone maatregelen die tijdens de periode van acute onrust
op de financiële markten zijn genomen, ook wel aangeduid met "ruimere
kredietondersteuning" ("enhanced credit support") en het Programma voor
de effectenmarkten ("Securities Markets Programme"), zijn volledig in
overeenstemming met het mandaat van de Raad van Bestuur en, gezien de
opzet ervan, tijdelijk van aard. De Raad van Bestuur blijft
prijsstabiliteit op de middellange tot langere termijn ten volle
nastreven. De monetairbeleidskoers en algehele verschaffing van
liquiditeit zullen voor zover nodig worden aangepast. De Raad van
Bestuur zal daarom alle ontwikkelingen gedurende de komende periode
zeer nauwlettend blijven volgen.
Wat betreft de economische analyse, is de economische bedrijvigheid in
het eurogebied na een periode van sterke afname sinds medio 2009
gestegen. Volgens de tweede raming van Eurostat is het reële bbp van
het eurogebied in het eerste kwartaal van 2010 gestegen met 0,2% op
kwartaalbasis. De meest recente economische gegevens en op enquêtes
gebaseerde indicatoren lijken aan te geven dat er gedurende het
voorjaar een versterking van de economische bedrijvigheid heeft
plaatsgevonden. De Raad van Bestuur verwacht dat in de loop der tijd en
in alle economieën en sectoren van het eurogebied het reële bbp in een
gematigd en nog steeds ongelijkmatig tempo zal groeien. Het aanhoudende
herstel op mondiaal niveau, en de invloed daarvan op de vraag naar
uitvoer uit het eurogebied, samen met de accommoderende
monetairbeleidskoers en de maatregelen die zijn genomen om het
functioneren van het financiële stelsel te herstellen, zouden steun
moeten geven aan de economie van het eurogebied. Verwacht wordt echter
dat het proces van balansaanpassing in verschillende sectoren en
arbeidsmarktvooruitzichten een dempend effect zullen hebben op het
herstel van de bedrijvigheid.
De Raad van Bestuur is van oordeel dat de risico's voor de economische
vooruitzichten globaal in evenwicht zijn, in een klimaat van grote
onzekerheid. Wat de opwaartse risico's betreft, zouden de
wereldeconomie en de buitenlandse handel krachtiger kunnen herstellen
dan voorzien en daardoor de uitvoer van het eurogebied verder kunnen
ondersteunen. Wat de neerwaartse risico's betreft, blijft er
bezorgdheid bestaan ten aanzien van hernieuwde spanningen in de
financiële markten, met mogelijke verdere negatieve effecten op de
financieringsvoorwaarden en het vertrouwen. Daarnaast zouden een
sterker of langduriger dan eerder verwachte negatieve
terugkoppelingslus tussen de reële economie en de financiële sector,
hernieuwde prijsstijgingen van aardolie en andere grondstoffen,
protectionistische druk, en de mogelijkheid van een onordelijke
correctie van mondiale onevenwichtigheden neerwaartse druk kunnen
uitoefenen.
Wat de prijsontwikkelingen betreft, bedroeg de HICP-inflatie op
jaarbasis in het eurogebied volgens de voorlopige (flash) raming van
Eurostat in juni 2010 1,4%, ten opzichte van 1,6% in mei. De komende
paar maanden zal de HICP-inflatie op jaarbasis naar verwachting nog
enige verdere volatiliteit vertonen, met een tendens naar iets hogere
cijfers later in het jaar. Vooruitblikkend, zou de inflatie in 2011
over het geheel genomen gematigd moeten blijven, profiterend van een
lage binnenlandse prijsdruk. De inflatieverwachtingen voor de
middellange tot langere termijn blijven stevig verankerd in
overeenstemming met het streven van de Raad van Bestuur het
inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te
houden.
De risico's voor de prijsontwikkelingsvooruitzichten zijn over het
geheel genomen in evenwicht. De opwaartse risico's op de middellange
termijn houden met name verband met het beloop van de
grondstoffenprijzen. Bovendien zouden de indirecte belastingen en door
de overheid gereguleerde prijzen sterker kunnen stijgen dan momenteel
wordt verwacht, als gevolg van de noodzaak van begrotingsconsolidatie
gedurende de komende jaren. Tegelijkertijd zijn de risico's voor de
binnenlandse prijs- en kostenontwikkeling beperkt. Over het geheel
genomen zal de Raad van Bestuur de toekomstige ontwikkeling van alle
beschikbare prijsindicatoren nauwlettend volgen.
Wat de monetaire analyse betreft, bleef het twaalfmaands groeitempo van
M3 in mei 2010 onveranderd op -0,2%. Het groeitempo op jaarbasis van
leningen aan de particuliere sector steeg iets verder, maar bleef met
0,2% zwak. Samen blijven deze gegevens de beoordeling ondersteunen dat
het onderliggende tempo van de monetaire expansie gematigd is en de
inflatoire druk op de middellange termijn beperkt. De ontwikkelingen op
de kortere termijn in M3 en enkele van de componenten en tegenposten
ervan zijn volatiel gebleven en het kan goed zijn, gezien de
aanhoudende spanningen in enkele segmenten van de financiële markten,
dat deze volatiliteit voortduurt.
De eerder sterke invloed van de rentetarievenconstellatie op de
monetaire dynamiek lijkt geleidelijk af te nemen. Dit betekent dat het
feitelijke groeitempo van M3 nu minder wordt beïnvloed door de
neerwaartse impact van de steile rendementscurve en de daarmee verband
houdende allocatie van middelen naar langerlopende deposito's en
effecten buiten M3. Bovendien zou de invloed die de geringe ecarts
tussen de rentevergoedingen op verschillende M3-instrumenten hebben op
de verschuivingen binnen M3 naar M1 moeten afnemen. Met 10,3% is de
groei van M1 op jaarbasis echter nog steeds zeer krachtig.
De nog steeds zwakke groei op jaarbasis van bancaire leningen aan de
particuliere sector blijft tegengestelde ontwikkelingen verhullen, met
een positieve groei van leningen aan huishoudens en een negatieve groei
van leningen aan niet-financiële vennootschappen. Hoewel de
maandelijkse stroom van bancaire leningen aan niet-financiële
vennootschappen in mei positief was, is het in het licht van de
volatiliteit in de afgelopen maanden te vroeg om te oordelen of dit op
een keerpunt wijst. Een vertraagde reactie van leningen aan
niet-financiële vennootschappen op ontwikkelingen in de economische
bedrijvigheid is een normaal kenmerk van de conjunctuur.
De gegevens tot en met mei bevestigen dat sinds het begin van het jaar
de totale balansomvang van banken is gestegen. Het blijft een uitdaging
voor banken om de beschikbaarheid van krediet voor de niet-financiële
sector te vergroten wanneer de vraag aantrekt. Om aan deze uitdaging
het hoofd te bieden dienen banken waar nodig hun winsten te behouden,
de markt aan te spreken om hun kapitaalbasis verder te versterken of de
steunmaatregelen van overheden voor herkapitalisering ten volle te
benutten. In dit verband verwelkomt de Raad van Bestuur het door de
Europese Raad bekendgemaakte besluit om, met instemming van de
betreffende banken, de afzonderlijke resultaten te publiceren van de
stresstesten voor banken in de Europese Unie, die door het Committee of
European Banking Supervisors (CEBS) in samenwerking met de ECB zijn
uitgevoerd. Waar nodig dienen passende maatregelen te worden genomen.
Gezonde balansen, effectief risicobeheer en transparante en degelijke
bedrijfsmodellen zijn essentieel voor het versterken van de
schokbestendigheid van banken en voor het waarborgen van adequate
toegang tot financiering, zodat de basis wordt gelegd voor duurzame
groei, werkgelegenheidscreatie en financiële stabiliteit.
Kortom, de huidige basisrentetarieven van de ECB blijven passend. Met
inachtneming van alle nieuwe gegevens die sinds zijn vergadering van 10
juni 2010 beschikbaar zijn gekomen, blijft de verwachting van de Raad
van Bestuur dat de prijsontwikkelingen op de voor het beleid relevante
middellange termijn gematigd zullen blijven, profiterend van een lage
binnenlandse prijsdruk. De laatste gegevens bevestigen tevens dat het
economisch herstel in het eurogebied zich in de eerste helft van 2010
heeft voortgezet. Vooruitblikkend verwacht de Raad van Bestuur dat de
economie van het eurogebied in een gematigd en nog steeds ongelijkmatig
tempo zal groeien, in een klimaat van grote onzekerheid. Een onderlinge
toetsing van de resultaten van de economische analyse aan die van de
monetaire analyse bevestigt dat de inflatoire druk op de middellange
termijn beperkt zal blijven, zoals blijkt uit de zwakke groei van de
geldhoeveelheid en de kredietverlening. Al met al verwacht de Raad van
Bestuur dat de prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden
gehandhaafd, waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied
zal worden ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig
verankerd in overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op
middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Wat het begrotingsbeleid betreft, dient de nadruk duidelijk te liggen
op het waarborgen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. In het
huidige klimaat dienen alle landen van het eurogebied minimaal te
voldoen aan hun begrotingsconsolidatieplannen zoals voorzien in de
respectieve buitensporig-tekortprocedures. Mogelijk zijn ambitieuzere
begrotingsdoelstellingen, zoals die door een aantal landen reeds zijn
goedgekeurd, noodzakelijk wanneer de huidige plannen niet afdoende
blijken ter verwezenlijking van de hoofddoelstelling, namelijk het
stoppen en ombuigen van de toename van de overheidsschuldquote.
Bovendien dienen alle landen geloofwaardige aanpassingsmaatregelen te
specificeren die toereikend zijn om hun begrotingsdoelstellingen voor
2010, 2011 en daarna te halen, en hun toezegging gestand te doen om
gedurende de komende jaren, waar nodig, additionele maatregelen te
nemen.
Het nastreven van verregaande structurele hervormingen is van
essentieel belang voor het goed functioneren van het eurogebied en het
verbeteren van de vooruitzichten voor hogere duurzame groei. Dit zal
tevens het proces van begrotingsconsolidatie ondersteunen. Grote
hervormingen zijn met name nodig in de landen die in het verleden aan
concurrentievermogen hebben ingeboet of die kampen met hoge begrotings-
en externe tekorten. De maatregelen dienen voor een
loononderhandelingsproces te zorgen waarin lonen zich flexibel kunnen
aanpassen aan de werkloosheidssituatie en verlies aan
concurrentiekracht. Hervormingen ter versterking van de
productiviteitsgroei zouden het aanpassingsproces van deze economieën
verder ondersteunen.
Wat betreft de voorstellen die de Raad van Bestuur heeft ingediend bij
de door de Europese Raad opgerichte Task Force on Economic Governance
onder voorzitterschap van President Van Rompuy, dient naar het oordeel
van de Raad van Bestuur een grote sprong voorwaarts te worden gemaakt
wat betreft de voortgang naar versterking van de institutionele
fundamenten van de EMU. Het is van essentieel belang dat de governance-
en handhavingsstructuren in het economisch-beleidskader van het
eurogebied worden versterkt. Versterking van het toezicht op nationaal
begrotingsbeleid en waarborging van strikte naleving van de
begrotingsregels zijn essentieel. Verder is het van zeer groot belang
dat er scherp toezicht komt op de relatieve
concurrentiekrachtontwikkelingen en dat een controlemechanisme wordt
ingesteld om onevenwichtigheden in de landen van het eurogebied te
redresseren. Tegelijkertijd is het van belang een passend
crisisbeheerskader voor het eurogebied op te zetten dat moral
hazard-risico's tot een minimum beperkt.
De Engelstalige versie van dit nummer van het Maandbericht bevat drie
artikelen. In het eerste artikel worden gekeken naar de aanpassingen op
de arbeidsmarkten van het eurogebied in de context van de recente
recessie. In het tweede artikel wordt de effectiviteit van het
begrotingsbeleid in het eurogebied beoordeeld. In het derde artikel
wordt ingegaan op de impact van de financiële crisis op de economische
bedrijvigheid in de landen in Midden- en Oost-Europa.
---