College Breda geeft richting aan ontwikkeling bouwplannen
Stedelijke programmering 2020: plannen die aansluiten bij vraag van
Breda krijgen voorrang
Het college van burgemeester en wethouders heeft de Stedelijke
Programmering 2020, Koers Gezet vastgesteld. In de notitie geeft het
college richting aan de ontwikkeling van bouwplannen in Breda.
Uit gemeentelijke analyses en signalen van de provincie blijkt dat de
gemeente in het verleden medewerking verleende aan teveel plannen en
projecten. Daarom ziet het college zich genoodzaakt nu in te grijpen.
Door stagnerende woningbouw, ingestorte kantorenmarkt en de
kredietcrisis, is een nieuwe situatie ontstaan. Dit is niet uniek voor
Breda, veel gemeenten in Nederland zien zich geconfronteerd met
eenzelfde situatie.
Het college doet daarom een nadrukkelijk beroep op haar partners om,
vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, invulling te geven aan de
nota. Het steunt de dynamiek van de stad, maar geeft scherp aan wat
wenselijk is wat betreft locaties, tijd en stedenbouwkundige kwaliteit.
Burgemeester en wethouders hechten aan flexibiliteit om goed in te
kunnen spelen op actuele ontwikkelingen of nieuwe inzichten.
In hoofdlijnen wil het college minder plannen voor appartementen en
meer grondgebonden woningen. Breda wil minder kantoren en juist meer
bedrijventerreinen om haar regionale en Europese positie te versterken.
Om dat te realiseren stimuleert het college dat een aantal projecten
versneld worden uitgevoerd, zoals de bouw van het OV- terminalcomplex.
De gemeente vindt dat andere plannen moeten worden aangepast om het
aanbod beter aan te laten sluiten bij de huidige vraag. De Bouverijen
in Teteringen is hier een voorbeeld van.
Tot slot wordt een aantal plannen aangehouden, zoals de HERO-locatie,
die niet vóór 2020 als woningbouwprogramma zal worden ontwikkeld.
De planning voor bouwplannen wordt als gevolg hiervan aanpast. Tot 2020
staat Breda de bouw van maximaal 6.888 woningen toe en 200 hectare
nieuw bedrijventerrein. 54 hectare bedrijventerrein komt in aanmerking
om te worden gerevitaliseerd. Verder heeft het het college besloten dat
er tot 2020 minimaal 160.000 m2 en maximaal 240.000 m2 aan kantoren
erbij kunnen komen.
Het college deelt net zoals bij de Structuurvisie 2020 de stad in drie
gebieden in:
- transformatiegebieden, de gebieden waar grootschalige veranderingen
plaatsvinden,
- herstructureringsgebieden, delen waar een aantal projecten wordt
uitgevoerd en
- consolidatiegebieden, waar weinig ontwikkelingen gaan plaatsvinden.
In de transformatiegebieden geeft het college ondermeer prioriteit aan
Bouverijen en Meulenspie in Teteringen, aan de bouw van de OV-terminal
en 3Hoefijzers. De ontwikkeling van het CSM- terrein staat de komende
tien jaar echter nog niet op de planning. Het college gaat onderzoeken
hoe het beste met dit braakliggend terrein omgegaan kan worden
(transitiebeheer).
In de herstructureringsgebieden geeft het college ondermeer voorrang
aan de ontwikkeling van Achter de Lange Stallen, de Vlaszak en de
uitvoering van de prestatieafspraken met de woningcorporaties in Hoge
Vucht, Doornbos, Linie en Driesprong.
In de consolidatiegebieden, zoals Prinsenbeek en Ulvenhout stelt het
college voor om in actie te komen als er voldoende ruimte in de
bouwplannen overblijft.
Het college spreekt de komende periode met woningcorporaties,
ontwikkelaars en instellingen om te komen tot afspraken die nadere
invulling kunnen geven aan dit besluit.
De nota wordt op 21 september ter bespreking voorgelegd aan de
commissie Ruimte. De uitkomsten van de bespreking in de commissie en de
gesprekken met belanghebbenden vormen de basis voor de geactualiseerde
Structuurvisie Breda.
Breda, 14 juli 2010
Gemeente Breda