KNHS

Theo Ploegmakers voorgedragen als nieuwe voorzitter KNHS 15 juli 2010
Theo Ploegmakers

ERMELO (KNHS) - De vertrouwenscommissie van de Ledenraad van de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie heeft unaniem en van harte ingestemd met de voordracht van een uit bestuur en directie van de KNHS samengestelde commissie, die op basis van een daartoe opgestelde profielschets op zoek ging naar een opvolger voor Martien van den Heuvel als voorzitter van de KNHS. Deze commissie heeft Theo Ploegmakers (63 jaar) uit Vught bereid gevonden de voorzittershamer over te nemen. Ploegmakers is thans vice-voorzitter van het Federatiebestuur en bestuurslid van de Sectorraad Paarden.

"Persoonlijk ken ik Theo al heel veel jaren en dus ook zijn kennis van en zijn belangstelling en inzet voor onze sport. Met bovendien zijn bestuurlijke ervaring en succesvolle achtergrond in het bedrijfsleven is hij ook naar mijn mening een ideale kandidaat voor het voorzitterschap van de KNHS. Theo is zéér gemotiveerd om van deze functie een succes te maken en is voornemens zijn andere bestuursfuncties in de paardensport, met uitzondering van die van de Sectorraad Paarden waarin hij immers de KNHS vertegenwoordigt, neer te leggen. Het verheugt mij persoonlijk zéér, dat het overleg tussen Federatiebestuur, de bestuurscommissie en de vertrouwenscommissie tot deze voordracht heeft geleid", aldus Martien van den Heuvel die de komende maanden gaat gebruiken om zijn functie over te dragen.

De verkiezing van Ploegmakers tot voorzitter van de KNHS zal op de eerstvolgende vergadering van de Ledenraad plaatsvinden. De feitelijke voorzitterswisseling vindt plaats tijdens de Ledenraadsvergadering op 13 januari 2011. De tussenliggende periode zal worden benut om de nieuwe voorzitter de gelegenheid te geven om zich in de nieuwe functie in te werken.

Theo Ploegmakers, gehuwd en vader van twee kinderen, is vice-voorzitter van Indoor Brabant en voorzitter van de KNHS Belangenvereniging Springen. Deze twee functies legt hij neer.

Bijlage bij persbericht Theo Ploegmakers Door: Jacob Melissen

Theo Ploegmakers (62) werd geboren in Asten, woont in Vught en kreeg de liefde voor de hippische sport met de spreekwoordelijke paplepel ingegoten. Ploegmakers is eigenaar-directeur van een holding waarin een aantal bedrijven is ondergebracht. Daarnaast is Ploegmakers vice-voorzitter van Indoor Brabant en voorzitter van de Belangenvereniging Springen.

Thuis had burgemeesterszoon Ploegmakers geen paarden, maar wel werd hij snel lid van de landelijke rijvereniging in Asten. "Ik heb de manege van de familie Heijligers gebouwd zien worden en heb daar Piet Raijmakers en Eric van der Vleuten als kwajongens leren kennen. Ik heb natuurlijk dressuur gereden in vier- en achttallen, maar al snel kwam de liefde voor de springsport echt boven drijven", vertelt Ploegmakers, die na zijn opleiding aan de Hogere Zeevaartschool als officier op de Shell tankervloot acht jaar lang de 'Zeven Zeeën' heeft bevaren. Nadat hij definitief voet aan wal had gezet kwam hij in dienst van het Amerikaanse bedrijf Ameron, waarvoor hij in het Verre Oosten diverse fabrieken heeft gesticht. Dit bedrijf produceerde pijpleidingen voor de scheepvaart en offshore industrie. "In die jaren had ik geen tijd om paard te rijden. Nadat ik weer in Nederland terugkwam ben ik wel weer gaan rijden en als directeur van Vink International ben ik Eric van der Vleuten gaan sponsoren. Ook kochten Eric en ik samen veulens en paarden, bijvoorbeeld voor mijn dochter, die intensief reed", vertelt Ploegmakers.

Binnen het bestuur van de KNHS gaat Ploegmakers zich bezighouden met topsport en moet dus gezien worden als opvolger van Bert van Wanrooij. "Mijn wortels liggen natuurlijk helemaal in de springsport en ik ben eerlijk genoeg om te erkennen dat het op dit moment voor mij fijner zou zijn geweest als ik meer ervaringen zou kennen met de andere disciplines. Maar ik heb over die andere disciplines altijd wel met belangstelling gelezen en ik ben me er al enige tijd in aan het verdiepen. Daarnaast is Maarten van der Heijden, de topsportmanager, helemaal ingevoerd in de dressuur, dus samen zullen we het wel kunnen vinden om elkaar te ondersteunen of om tegenwicht te bieden".

Theo Ploegmakers is nog steeds voorzitter van de Belangenvereniging Springen en in die functie heeft hij meermalen signalen afgegeven de structuur van de KNHS zoals die er nu uitziet niet ideaal te vinden. Er is naar zijn mening in het proces om tot de fusie die naar die ene KNHS moest leiden te veel rekening gehouden met de bestaande structuren om die missie te laten slagen. "Iedereen weet, ook in het bedrijfsleven, dat er om een fusie te realiseren vaak te veel compromissen gesloten moeten worden. Daarom is het normaal dat een aantal jaren na de fusie gekeken wordt of er geen aanpassingen in de organisatiestructuur moeten worden doorgevoerd. Mogelijk dat mijn in het bedrijfsleven opgedane kennis daarbij behulpzaam kan zijn", aldus Ploegmakers.

In het gesprek wordt duidelijk dat Theo, ook gebaseerd op zijn ervaringen als voorzitter van de Belangenvereniging Springen, duidelijke ideeën heeft, alleen vindt hij dit gesprek niet het podium om daar inhoudelijk op in te gaan. Toch licht hij een klein tipje van de sluier op. "Je hebt een Belangenvereniging Springen, een Disciplinecommissie Springen en daarnaast nog een Topsportcommissie, en dat ook nog eens allemaal per discipline ingevuld. Hoeveel commissies zijn dat wel niet? De vraag die ik heb is deze: Zou het niet mogelijk kunnen zijn om één commissie in het leven te roepen, die alle zaken kan behartigen, die binnen een discipline spelen? Ik heb gemerkt dat in de huidige situatie deze commissies erg in zichzelf gekeerd zijn geraakt. Daarnaast merk je dat door de veelheid aan commissies men op het kantoor van de KNHS het totale overzicht van wat er in een discipline gebeurt kwijtraakt en dus de brokken op zijn bord krijgt", aldus Ploegmakers.

"Ik heb begrepen dat men binnen de KNHS nu de strategie naar de toekomst gaat neerzetten. Op zichzelf is het volgens mij dan ook het goede moment om met een paar nieuwe bestuurders aan te treden. Net als in het bedrijfsleven ga je saneren met één manager, en als het bedrijf staat ga je kijken naar de toekomst met mensen die de opbouwperiode na de fusie niet hebben meegemaakt. De reden dat ik deze functie heb geaccepteerd is gelegen in het feit dat ik denk aan dat proces een bijdrage te kunnen leveren, en dat ik dat wil doen.