VNG: bedrijfsleven moet meer doen tegen zwerfafval
14.07.2010
Gemeenten zijn jaarlijks bijna EUR 200 miljoen kwijt aan het opruimen
van zwerfafval. Dit is onnodig als het bedrijfsleven meer zou doen
tegen zwerfafval, vindt de VNG. Het bedrijfsleven moet zowel de
hoeveelheid verpakkingsmateriaal reduceren (potentieel zwerfafval) als
meebetalen aan het opruimen van het zwerfafval.
Het opruimen kost gemeenten jaarlijks bijna EUR 200 miljoen, zo blijkt
uit recent onderzoek. Ongeveer de helft van het zwerfafval bestaat uit
verpakkingsmateriaal. Het verpakkende bedrijfsleven is verantwoordelijk
voor de inzameling en het hergebruik van verpakkingen, dus ook voor het
voorkomen dat die verpakkingen op straat belanden. Het bedrijfsleven
zelf toont op dit punt te weinig initiatief en innovatie. Aan eerdere
oproepen van de VNG om het bedrijfsleven daarom mee te laten betalen
aan de kosten van het opruimen van zwerfafval heeft de Tweede Kamer
geen gehoor gegeven.
Bedrijven hebben zich in de uitvoering van hun
producentenverantwoordelijkheid afhankelijk gemaakt van de overheid.
Gemeenten hebben daaraan tot nu toe steeds meegewerkt uit zorg voor een
nette openbare ruimte, maar vragen zich af of het nog wel verantwoord
is om de maatschappij voor een deel van deze kosten te laten opdraaien.
Niet de maatschappij moet betalen, maar de vervuiler. Het is daarom
tijd de kostendiscussie opnieuw te voeren. Statiegeld kan daarbij een
middel zijn.
Het bedrijfsleven voelt een mogelijke nieuwe discussie over statiegeld
als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangen. Dit is dan ook hét
moment voor het bedrijfsleven om te laten zien hoe zij het probleem van
zwervende verpakkingen wèl gaat aanpakken. De VNG hoopt dat het nieuwe
kabinet een duidelijk standpunt inneemt over de rol van het
bedrijfsleven bij afvalpreventie, bijvoorbeeld door invoering van
statiegeld op kleine PET-flesjes en ander verpakkingsmateriaal.