Gepubliceerd op 14 juli 2010
Hoe voorkómen we dat kinderen elke keer opnieuw uit pleeggezinnen "knallen"?
Onderzoek naar verminderen van het aantal vroegtijdig afgebroken
pleegzorgplaatsingen
Gepubliceerd op 14 juli 2010
prof. dr. J.M.A. (Jo) Hermanns (FMG)
Prof. dr. Jo Hermanns: 'Een afgebroken plaatsing in een pleeggezin
verhoogt het risico op daarop volgende afgebroken plaatsingen en op
psychische en gedragsproblemen bij het kind'
Voor kinderen die voor langere tijd in een pleeggezin worden geplaatst,
is de kans zeer aanzienlijk (30 tot 50 procent) dat ze voortijdig het
pleeggezin moeten verlaten vanwege onoverbrugbare, dagelijkse
conflicten met hun pleegouders. Mogelijk kan coaching van de
pleegouders ervoor zorgen dat de pleeghuisplaatsing succesvoller
verloopt. UvA-hoogleraar Opvoedkunde prof. dr. Jo Hermanns ontving een
ZonMw-subsidie van EUR 265.000 voor een onderzoek hiernaar.
Nederland kent twee soorten pleegzorgplaatsingen: de kortdurende
plaatsingen waarbij het kind na korte tijd weer terugkeert naar de
eigen ouders, en de zogeheten opvoedvariant, waarbij het kind voor
langere tijd of permanent in een pleeggezin wordt opgenomen. Maar
liefst 30 tot 50 procent van alle ongeveer 10.000 langdurige
pleegzorgplaatsingen wordt voortijdig afgebroken. `Een groot probleem',
zegt Hermanns, `aangezien een afgebroken plaatsing het risico verhoogt
op daarop volgende afgebroken plaatsingen en op psychische en
gedragsproblemen bij het kind.'
Uit eerdere onderzoeken naar afgebroken plaatsingen is gebleken dat één
factor cruciaal is: ruzies en conflicten tussen pleegouder en
pleegkind. `Het gaat hierbij om conflicten over
basisopvoedvraagstukken: regels rondom eten, kleding, huiswerk, gebruik
van tv en computer, hoe laat een kind thuis moet zijn, hoe laat het
moet opstaan. Zijn er 6 of meer keren per dag hoogoplopende conflicten
hierover, dan kunnen we voorspellen dat de plaatsing waarschijnlijk
vroegtijdig wordt afgebroken. De strijd laait dan zo hoog op, dat een
kind uiteindelijk bijna letterlijk uit het gezin "knalt".'
Beschadigde kinderen
De ruzies vinden hun oorzaak vrijwel altijd in disruptief gedrag van
het kind; veel pleegkinderen zijn beschadigd geraakt door eerdere
(traumatische) ervaringen zoals mishandeling, misbruik of
verwaarlozing. Hermanns wil nu met het ZonMw-geld onderzoeken of een
specifieke vorm van coaching, Parent Management Training Oregon (PMTO),
de ouders kan helpen om te gaan met dit gedrag. `De kinderen zijn
moeilijk te behandelen of te genezen, en daarom richten we ons op het
verbeteren van de vaardigheden van de pleegouders. We willen hen leren
hoe ze escalaties kunnen laten afnemen en hoe ze de sfeer kunnen
verbeteren.
Het gaat hierbij om een randomized control-onderzoek: de helft van de
deelnemende pleeggezinnen met veel conflicten (zij zijn geselecteerd
aan de hand van vragenlijsten) ontvangt care as usual (van bijvoorbeeld
de pleegzorgbegeleider en de gezinsvoogd); de andere helft krijgt PMTO
aangeboden, waarbij de pleegouders gedurende maximaal zes maanden een
personal coach toegewezen krijgen.
Extra complex
`PMTO is evidence based training die zijn werking heeft bewezen voor
ouders. We willen nu graag onderzoeken of deze vorm van coaching ook
werkt voor pleegouders.' In de Verenigde Staten is PMTO ook succesvol
toegepast bij pleegouders, maar daar is de situatie voor pleegouders
iets minder complex dan in Nederland, weet Hermanns. `In de V.S.
adopteren pleeggezinnen hun pleegkind; de "echte" ouders hebben
nauwelijks rechten meer. In Nederland houden de "echte" ouders het
gezag over hun kind, ook al is dat in een pleeggezin geplaatst. Dat
betekent dat deze een redelijk grote invloed kunnen uitoefenen op het
reilen en zeilen in een pleeggezin. Kinderen krijgen daardoor ook de
kans om ouders en pleegouders tegen elkaar uit te spelen, wat de
situatie nog eens extra complex kan maken. Het is dus de vraag hoe PMTO
in Nederland uitpakt, maar ik heb zeker goede hoop dat het kan helpen
om het aantal afgebroken plaatsingen te verkleinen.'
Het onderzoek, dat 2,5 jaar duurt, start in december. Twee postdocs
voeren het onderzoek uit, in samenwerking met De Rading, een Utrechtse
voorziening voor pleegzorg.
Auteur: Esther van Bochove, FMG Communicatie
Bron: FMG Communicatie
Universiteit van Amsterdam