Politieacademie
Onveiligheid grote Brabantse gemeenten in belangrijke mate terug te voeren op
hoog aanbod van criminele groeperingen
Uit de Gemeentelijke Veiligheidsindex van Politie & Wetenschap (GVI)
blijkt dat de vier grootste Brabantse steden tot de onveiligste
gemeenten van Nederland behoren. Nader onderzoek naar achtergronden en
verklaringen laat zien dat de hoge criminaliteitsscores samenhangen
met de verwevenheid tussen reguliere zichtbare criminaliteit
(`geregistreerde' criminaliteit) en in de regio actieve criminele
groeperingen (`georganiseerde' criminaliteit). Dat vraagt om
intensivering van de bovenlokale en institutionele samenwerking tussen
bestuur, politie en justitie bij de aanpak van zichtbare en
(grotendeels) onzichtbare vormen van criminaliteit.
Dit zijn enkele belangrijke bevindingen van een bijzondere
achtergrondstudie naar het bestendige, relatief hoge
criminaliteitsniveau van grote Brabantse gemeenten, welke in opdracht
van Politie en Wetenschap is uitgevoerd door dr. Balthazar Beke, dr.
Edward van der Torre en dr. Menno van Duin.
Aanleiding voor deze studie waren de onverminderd hoge posities van
Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en ook Breda op de ranglijst van (meest)
onveilige gemeenten: de Gemeentelijke Veiligheidsindex. Het
criminaliteitsniveau in deze Brabantse gemeenten is op (veel)
onderdelen vergelijkbaar met dat van de vier `grote steden': Amsterdam,
Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4).
Dat gegeven was voor de burgemeesters van Eindhoven, `s Hertogenbosch
en Tilburg aanleiding om een verzoek neer te leggen bij Politie &
Wetenschap (P&W) voor een nadere analyse met als leidende vraag hoe
deze hoge criminaliteitsniveaus te verklaren zijn. Er is ook onderzoek
gedaan naar de criminaliteit in Breda.