beantwoording vragen van het lid Van Dam over de resolutie in de
VN-Mensenrechtenraad aangaande de veroordeling van de aanval van Israël
op een internationaal hulpkonvooi
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Dam over de resolutie
in de VN-Mensenrechtenraad aangaande de veroordeling van de aanval van Israël
op een internationaal hulpkonvooi
Kamerbrief | 13 juli 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Dam over de resolutie in de
VN-Mensenrechtenraad aangaande de veroordeling van de aanval van Israël
op een internationaal hulpkonvooi. Deze vragen werden ingezonden op 4
juni 2010 met kenmerk 2010Z09120.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Van Dam (PvdA) over de resolutie in de
VN-Mensenrechtenraad aangaande de veroordeling van de aanval van Israël
op een internationaal hulpkonvooi.
Vraag 1
Is het waar dat Nederland in de VN-Mensenrechtenraad van 2 juni jl.
tegen de resolutie aangaande de veroordeling van de aanval van Israël
op een internationaal hulpkonvooi heeft gestemd?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Bent u bekend met de afgelegde verklaring van de Nederlandse
vertegenwoordiger en kunt u aangeven welke voorstellen van de Europese
Unie niet zijn overgenomen in de resolutie en aanleiding zijn geweest
voor het tegenstemmen?
Antwoord
De landen Pakistan, Soedan en Nigeria hebben namens de Arabische landen
en de landen van de OIC een spoeddebat aangevraagd tijdens de 14^e
reguliere zitting van de Mensenrechtenraad (MRR) over het
flottielje-incident. Tijdens dit debat hebben zij een resolutie
ingediend die verder ging dan een veroordeling van het Israëlische
optreden. De resolutietekst verzocht het ICRC om onderzoek te doen naar
de verblijfplaats van de opvarenden en verzocht ook de voorzitter van
de MRR om leden van een onafhankelijke fact-finding mission te benoemen
die in de 15^e zitting van de MRR (september 2010) moest rapporteren
over hetgeen is voorgevallen.
De EU heeft vervolgens tekstvoorstellen gedaan om de resolutie in lijn
te brengen met de voorzittersverklaring van de VN-Veiligheidsraad
(VNVR) van 1 juni 2010 en de verklaring die HV Ashton daags daarvoor
had uitgegeven. Deze voorstellen adresseerden onder andere de eigen
interpretatie die de concept-resolutie gaf aan de voorzittersverklaring
van de VN-Veiligheidsraad (die niet vooruitloopt op een internationale
onafhankelijke fact finding missie), en het feit dat de MRR
rechtstreeks het ICRC zou instrueren. Overeenstemming over de Europese
tekstvoorstellen bleek niet mogelijk, waarna de oorspronkelijke
resolutietekst in stemming werd gebracht.
Nederland heeft vervolgens een stemverklaring afgegeven waarin
uiteengezet is waarom ons land tegen een discussie in de
VN-Mensenrechtenraad was en waarom vervolgens een tegenstem is
afgegeven. Nederland was, met de VNVR en de HV, en is van mening dat
het éérst aan Israël en desgewenst de vlaggenstaten is om onderzoek uit
te voeren. Daartoe riep de VNVR op, daartoe riep de EU op en daartoe
heeft ook Nederland opgeroepen. Dat onderzoek zal meer duidelijkheid
moeten verschaffen over de wijze waarop is opgetreden. Of er een rol is
voor de VN of andere internationale organisaties, is pas daarna aan de
orde. Voorts moeten de internationale inspanningen gericht zijn op
de-escalatie en de herstart van het Midden-Oosten Vredesproces. Deze
resolutie zou daar niet aan bijdragen.
Vraag 3
Waarom hebben ondermeer België, Frankrijk en Groot-Brittannië besloten
zich van stemming te onthouden? Waarom vindt u de argumentatie van deze
andere EU-lidstaten niet valide dan wel niet overtuigend?
Antwoord
Het is niet aan mij om een oordeel te geven over de overwegingen die
geleid hebben tot de nationale positiebepaling van EU-partners. De
Nederlandse overwegingen - zoals hierboven omschreven - waren duidelijk
en noopten tot een tegenstem; Nederland is niet als enige tot deze
afweging gekomen, getuige de tegenstem van de VS en Italië. Overigens
waren deze landen het blijkbaar ook niet volledig eens met de inhoud
van de resolutie anders hadden ze zich niet onthouden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken