beantwoording vragen van de leden Bontes en Wilders over het Belgisch
EU-voorzitterschap en de onderhandelingen met Turkije
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Bontes en Wilders over
het Belgisch EU-voorzitterschap en de onderhandelingen met Turkije
Kamerbrief | 13 juli 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Bontes en Wilders over het Belgisch
EU-voorzitterschap en de onderhandelingen met Turkije. Deze vragen
werden ingezonden op 30 juni 2010 met kenmerk 2010Z10230.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Bontes en Wilders (PVV) over het Belgisch
EU-voorzitterschap en de onderhandelingen met Turkije.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht "EU wil nieuwe stap in toetreding
Turkije"? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het initiatief van aankomend EU-voorzitter België om
nieuwe stappen te zetten in het toetredingsproces van Turkije tot de
Europese Unie?
Antwoord
Het Belgisch EU-voorzitterschap heeft in zijn werkprogramma gesteld dat
de aangescherpte uitbreidingsstrategie van 2006 alsmede de vorderingen
die individuele kandidaat-lidstaten boeken bij het doorvoeren van
hervormingen leidend moeten zijn voor het tempo van de
toetredingsonderhandelingen. Dat is ook de lijn van de Nederlandse
regering.
Turkije heeft, ondanks herhaalde aansporingen, de Douane-unie met de EU
nog altijd niet van toepassing verklaard op Cyprus. Hierdoor worden
acht bevroren hoofdstukken niet in de onderhandelingen betrokken en kan
geen enkel hoofdstuk voorlopig worden gesloten. Na de opening op 30
juni 2010 van het hoofdstuk voedselveiligheid en
veterinair/fytosanitair beleid zijn er, als gevolg van uiteenlopende
politieke bezwaren van enkele lidstaten, nog maar drie hoofdstukken
waarop geen de facto blokkade ligt (sociaal beleid, mededinging en
aanbesteding). Ik verwijs u graag naar mijn Turkije-brief aan de Kamer
van 12 maart 2010 (kamerstuk 32 123 V, nr 74). Turkije heeft het tempo
waarmee de toetredingsonderhandelingen worden gevoerd (en
onderhandelingshoofdstukken kunnen worden geopend) grotendeels zelf in
de hand.
Vraag 3
Hoe strookt dit beleidsvoornemen van België met de nieuwe koers van de
Turkse regering, onder leiding van islamist Erdogan, om meer prioriteit
te geven aan goede banden met landen in het Midden-Oosten, bijvoorbeeld
schurkenstaten als Iran en Syrië?
Antwoord
Het openen, en voorlopig sluiten, van hoofdstukken in de
toetredingsonderhandelingen met Turkije gebeurt op basis van objectieve
criteria. Als Turkije aan de voorwaarden voldoet, kan er voortgang
worden geboekt in de onderhandelingen en kunnen hoofdstukken worden
geopend. Dit staat los van het nabuurschapsbeleid dat Turkije voert met
Iran en Syrië.
Tegelijkertijd stelt het onderhandelingsraamwerk uit 2005 wel dat
Turkije zich gedurende de toetredingsonderhandelingen geleidelijk dient
aan te passen aan het beleid en de standpunten van de Europese Unie ten
aanzien van derde landen en de positie van de EU in internationale
organisaties.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de recente ontwikkelingen met betrekking tot het
zogenaamde hulpkonvooi voor de kust van Gaza, waarbij de Turkse
regering oorlogszuchtige taal uitte ten opzichte van Israel, aanleiding
geven om de EU-onderhandelingen met Turkije te stoppen? Zo ja, bent u
bereid uw Europese collega's hiervan te overtuigen?
Antwoord
Zoals ik reeds stelde in mijn antwoord op vragen van het lid Van der
Staaij (SGP), hecht Nederland er aan dat Israël en Turkije bilateraal
blijven zoeken naar manieren om de traditioneel goede banden te
herstellen. Deze opvatting draagt Nederland zowel in contacten met
beide landen als in EU-verband uit. De EU dient in haar dialoog met
Israël en Turkije, waar mogelijk, bij te dragen aan verbetering van de
relaties tussen beide landen. Dat is immers in het Europese veiligheids
en economische belang. Het overleg op 1 juli jl. tussen de Turkse
minister van Buitenlandse Zaken, Ahmet Davutoglu, en de Israëlische
minister van Handel en Industrie, Benjamin Ben Eliezer, is in dit kader
bemoedigend.
Vraag 5
Wanneer bent u eindelijk bereid uit te spreken dat Turkije nooit lid
mag worden van de Europese Unie?
Antwoord
In het onderhandelingsraamwerk uit 2005 is vastgelegd dat toetreding
tot
de EU het doel is van de onderhandelingen met Turkije.
Tegelijkertijd is overeengekomen dat de onderhandelingen een open-einde
proces zijn, waarvan de uitkomst (en derhalve toetreding) niet op
voorhand
kan worden gegarandeerd.
1) Het Parool, 28 juni 2010
http://www.parool.nl/parool/nl/225/BUITENLAND/article/detail/302769/201
0/06/28/EU-wil-nieuwe-stap-in-toetreding-Turkije.dhtml
Pagina 3 van 3
Ministerie van Buitenlandse Zaken