beantwoording vragen van het lid Peters over de gewelddadige inname van
de humanitaire vloot voor Gaza
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Peters over de
gewelddadige inname van de humanitaire vloot voor Gaza
Kamerbrief | 13 juli 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen 2
t/m 7 gesteld door het lid Peters over de gewelddadige inname van de
humanitaire vloot voor Gaza. Deze vragen werden ingezonden op 3 juni
2010 met kenmerk 2010Z09056.
De vragen 1, 8 en 9 zijn separaat beantwoord bij mijn brief van 3 juni
2010 met kenmerk dam-367/10 (nog niet opgenomen in het Aanhangsel van
de Handelingen).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Peters (Groen Links) over de gewelddadige inname van
de humanitaire vloot voor Gaza.
Vraag 2
Onderschrijft u de constatering dat de VN Zeerechtconventie bindend is
en de San Remo Manual over het zeeoorlogsrecht niet?
Antwoord
Het VN Zeerechtverdrag is verbindend voor de verdragspartijen, voor
niet-partijen geldt dat grote delen van het zeerechtverdrag
gewoonterechtelijke regels bevatten. Het San Remo Manual on
International Law Applicable to Armed Conflicts at Sea is een
gezaghebbende compilatie van de geldende regels van zeeoorlogsrecht,
dat als document zelf niet bindend is.
Vraag 3
Hoe motiveert u uw aanname dat niet de VN Zeerechtconventie maar het
zeeoorlogsrecht van toepassing is omdat Israël een gewapend conflict
heeft met Hamas en omdat de VN Zeerechtconventie geen regels voor
zeeoorlog zou bevatten, in het licht van het feit dat Israël geen
gewapend conflict heeft met Turkije, vlaggenstaat van het aangevallen
schip, en zich jegens Turkije dus heeft te houden aan het gewone,
bindende zeerecht?
Antwoord
Juist omdat Turkije geen gewapend conflict heeft met Israël, moeten
schepen onder Turkse vlag verondersteld worden neutraal te zijn.
Neutrale schepen behoren geen blokkades te breken en mogen
gecontroleerd worden ten einde hun neutraliteit te bevestigen.
Vraag 4
Hoe motiveert u uw aanname dat Israël bevoegd is neutrale schepen op
volle zee te controleren, in het licht van het verbod van artikel 22
van de VN Zeerechtconventie, dat stipuleert dat een oorlogsschip een
buitenlandse commercieel schip op de volle zee niet mag enteren, tenzij
een verdragsuitzondering van toepassing is, zoals verdenking van
piraterij, slavenhandel etc, waarvan in dit geval geen sprake was?
Antwoord
Deze bevoegdheid is gebaseerd op het zeeoorlogsrecht. Artikel 22 van
het VN Zeerechtverdrag handelt over scheepvaartroutes en
verkeersscheidingsstelsels in de territoriale zee.
Vraag 5
Onder verwijzing naar uw antwoord op de vragen van 31 mei waarin u
aangeeft dat volgens de San Remo Manual on International Law neutrale
schepen alleen opgebracht kunnen worden als ze een blokkade breken 2),
onderschrijft u de conclusie dat Israël daarom geen recht had de
humanitaire vloot op te brengen, omdat die zich nog op volle zee bevond
en geen blokkade had gebroken?
Antwoord
Uit openbare media is begrepen dat door de Israëlische marine is
gewaarschuwd voor het aanstaande breken van de blokkade. Onder het
zeeoorlogsrecht zijn strijdende partijen bevoegd neutrale schepen te
onderzoeken om vast te stellen of deze inderdaad neutraal zijn.
Aangenomen wordt dat het de intentie van Israël is geweest een
dergelijk onderzoek uit te voeren.
Vraag 6
Onderschrijft u de toepasselijkheid van het internationale humanitaire
recht dat onder meer in de Vierde Geneefse Conventie, artikelen 17 en
23, zeeblokkades verbiedt voor humanitaire goederen?
Antwoord
De genoemde bepalingen van de Vierde Geneefse Conventie bieden de
strijdende partijen de mogelijkheid de hulpgoederen te controleren om
het karakter daarvan vast te stellen.
Vraag 7
Bent u, gelet op het feit dat u de rechtsregels van de San Remo Manual
als uitgangspunt neemt, ook van mening dat artikelen 47 en 103 van die
handleiding moeten gelden, namelijk dat aanvallen op schepen met een
humanitaire missie niet zijn toegestaan en dat humanitaire goederen
vrije doorgang moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Onderzoek zal duidelijk moeten maken of sprake was van een aanval in de
zin van regel 47. Neutrale schepen dienen onderzoek van de lading toe
te staan ten einde hun neutrale status te handhaven. In het geval van
een blokkade onderwerpt regel 103 schepen met hulpgoederen aan de
mogelijkheid van inspectie, uitgaande van de betrokkenheid van de
beschermende mogendheden of het ICRC bij het transport van de
hulpgoederen. Van dergelijke betrokkenheid was in onderhavig geval
overigens geen sprake.
Ministerie van Buitenlandse Zaken