Sandra Vásquez de la Horra
12 juli - 24 oktober 2010
Sandra Vásquez de la Horra is haar naam. Ze heeft de Chileense
nationaliteit maar woont sinds 1995 in Düsseldorf. Ze maakt
'bescheiden' werk. Het is klein van formaat en het betreft tekeningen.
Maar, oh wee, wanneer ze de tekeningen aan de muur hangt. Dan zijn ze
een onderdeel van een grotere samenhang, een ketting die zich over de
hele muur kan uitstrekken. Genode en ongenode gasten bevolken haar
wereld. Gastvrij laat ze hen toe, zonder aanzien des persoons. Het moet
echter gezegd, dat eenmaal in haar net verstrikt, is er geen ontsnappen
aan. Alles en iedereen wordt 'verzegeld' achter een dunne laag
bijenwas, die over alle tekeningen is aangebracht. Wat eerst vloei- en
dus kneedbaar was, blijkt plots weerbarstig, klaar voor de eeuwigheid.
Hoewel de wortels van deze intelligente, elegante kunst in Zuid-Amerika
liggen, ontleent Sandra Vásquez de la Horra's kunst ook veel aan een
rijke, gevarieerde visuele cultuur en een grondige kennis van de
Europese en Zuid-Amerikaanse literatuur, filosofie en antropologie. De
Italiaanse cultuur zal voor altijd een stempel op haar drukken - niet
alleen grote klassieke schrijvers als Dante, maar ook kunstenaars en
architecten als Leonardo da Vinci, Michelangelo, Palladio enzovoort
maken deel uit van haar referentiekader. Ze leest André Breton, Tristan
Tzara, Charles Baudelaire en Arthur Rimbaud. Ze houdt vooral van het
werk van Paul Eluard. Ook ontdekt ze de Amerikaanse literatuur, Walt
Whitman en schrijvers van de beat generation als Allen Ginsberg,
Gregory Corso, Lawrence Ferlinghetti en - later - Jack Kerouac.
Sandra Vásquez de la Horra heeft altijd getekend. Haar uitgesproken
figuratieve tekeningen zijn nooit 'mooi' in de klassieke zin van het
woord. Vaak hebben ze een ruw, direct karakter waarin een zekere
urgentie voelbaar is. Er zijn veel persoonlijke elementen in te vinden.
Sinds 1997 voltooit de kunstenaar haar tekeningen door ze in een bad
van vloeibare was te dopen. Die behandeling geeft het werk een
bijzondere materialiteit en verleent de potloodlijn een dubbelzinnige
diepte - de was dient als een doorzichtige huid die de tekening patina
geeft en als het ware in een andere tijd transponeert.
Sandra Vásquez de la Horra kiest graag papier van verschillende
kwaliteit en kleur en heeft een speciale voorkeur voor
boekhoudschriften waarin de kolommen door rode lijnen zijn aangegeven.
De was zorgt voor een zekere gelijkvormigheid van het papier, al
blijven na het wasbad wel kleine verschillen in kleurnuances zichtbaar
die het oppervlak een levendig aanzien geven. Dat maakt het mogelijk om
oud papier, vaak van middelmatige kwaliteit, te gebruiken dat ze graag
op vlooienmarkten aanschaft. De lijn is vloeiend en zeker, in één keer
doorgaand opgebracht. De vormen zijn vaak gevuld, als het ware
'ingekleurd' met grafiet, in een grote verscheidenheid van grijzen en
zwarten, die een enkele keer worden opgehoogd met een beetje kleur,
geel, roze of rood.
Elke tekening is een volledig zelfstandig kunstwerk dat zijn eigen
geschiedenis vertelt en zijn eigen ziel onthult, maar Sandra Vásquez de
la Horra voegt de tekeningen graag samen tot grote muurinstallaties -
soms wel een honderdtal werken van heel verschillende formaten. Zo kan
ze, althans tijdelijk, een opstelling vastleggen die bij een bepaald
schema hoort dat al dan niet gerespecteerd kan worden. Dan ontstaat een
soort narratieve structuur die eigenlijk geen verhaal in de ware zin
van het woord vertelt, maar doortrokken is van een humor die zowel
barok en overdadig is als getuigt van grote scherpte.
Het werk van Sandra Vásquez de la Horra wordt gekenmerkt door de
aanwezigheid van typografische elementen. In een aantal tekeningen
combineert ze beelden en schrifttekens, waarbij de laatste het beeld
expliciteren. Ze heeft een voorliefde voor grote en kleine hoofdletters
die ze naar believen over het blad strooit zonder zich te bekommeren om
correcte afbrekingsregels. Soms gunt ze de woorden de belangrijkste
plaats: ze beheersen het motief en worden het eigenlijke onderwerp. Het
is verleidelijk, vooral in de Duiste context, in deze manier van werken
een verband te willen zien met de werkwijze van de grote meesters in
het verdraaien van woorden en letters uit de Dada-periode, in het
bijzonder met Kurt Schwitters en Raoul Hausmann.
Zoals strookt met haar studie antropologie, staan mythen en
volksverhalen in het middelpunt van haar artistieke belangstelling en
leveren tal van onderwerpen. Religie en seks zijn belangrijke thema's
in haar werk. Sandra Vásquez de la Horra waagt zich zowel aan het
Heilig Hart van Jezus, de Onbevlekte Ontvangenis als aan heiligen als
St Lazarus en St Sebastiaan. Het geslacht is daarentegen heel
natuurlijk en met een zekere nonchalance behandeld. De politiek is een
belangrijk element in het universum van Sandra Vásquez de la Horra,
maar speelt vooral een rol op de achtergrond.
Maar Sandra Vásquez de la Horra baseert zich in haar werk niet alleen
op nationale bronnen. Ze past het ook in in een traditie, in de grote
kunstenaarsfamilie waarvan enkelen van de voorvaderen Goya en Redon
betreffen. Bepaalde figuren, en vooral hun gezichten, zijn een
discrete, aangrijpende hommage aan de 'grote meester van de zwarten'.
Net als hij gebruikt ze graag doodshoofden, gehangenen,
spookverschijningen, en heeft ze een voorkeur van de figuur van St
Sebastiaan, die Redon vaak tekende en schilderde. Ze heeft die invloed
op een bijna onmerkbare manier weten te herschrijven in haar eigen
beeldtaal.
Biografie
Sandra Vàsquez de la Horra is geboren in 1967 in Viña del Mar, Chili.
Op haar twaalfde verhuist ze naar de Kunstacademie van Valparaíso. Op
haar negentiende vertrekt ze naar Santiago. De Chileense Crea beweging
van kunstenaars en studenten voor democratie werd in deze tijd
opgericht en Sandra Vásquez de la Horra maakte hier actief deel van
uit. Ze verhuist terug naar Viña del Mar in 1989. Ze schrijft zich in
aan de universiteit om visuele communicatie en grafisch design te
studeren met een specialisatie in typografie. In 1995 vertrekt ze naar
Europa waar ze allereerst voor een jaar lessen bijwoont die gegeven
worden door Jannis Kounellis aan de Kunstacademie in Düsseldorf. Ze
keert terug naar Duitsland in 1999 op uitnodiging van Rosemarie Trockel
om haar lessen bij te wonen. Uiteindelijk, tussen 2001 en 2003, rondt
ze haar studies af aan de Kunsthogeschule für Medien in Keulen.
Sindsdien woont en werkt zij in Duitsland.
Haar werk is te zien geweest in groepstentoonstellingen in Centre
Pompidou te Parijs, Museum KunstPalast te Düsseldorf, en is momenteel
vertegenwoordigd in verschillende publieke en private collecties.
Een begeleidende catalogus bij deze tentoonstelling zal in juni 2010
gepubliceerd worden door Hatje Cantz. 184 pagina's, 136 illustraties in
kleur. In Engels, Nederlands en Duits. Verkrijgbaar in de museumshop.
Download hier het persbericht als pdf.
Beeldmateriaal
lees de voorwaarden voordat u het beeldmateriaal download. Wij stellen
het erg op prijs om een bewijsexemplaar van de publicatie te ontvangen!
El meón 2004 Graphite on paper, waxed 22 x 17
cm Collection Folker Skulima, Berlin
Zaaloverzicht, Courtesy of David Nolan Gallery,
New York
Zaaloverzichten, Courtesy of David Nolan
Gallery, New York
Traumfäger (Dream
Catcher) 2006 Graphite on paper, waxed 50 x 35 cm UBS Art Collection,
Zurich
Ghost II, 2007 graphite on paper, waxed 57 x
38,5 cm Nolan Judin Berlin, Berlin
Prima Donna, 2009 graphite on paper, waxed
38,5 x 26 cm The Florence and Daniel Guerlain collection, Paris
Ghost-chair 2003 Graphite
on paper, waxed 32.5 x 25 cm UBS Art Collection, Zurich
Santa Muerte, 2008
graphite on paper, waxed 70 x 50 cm Private collection, Cologne
Mr Recht Talking
about the Diablo, 2008 graphite on paper, waxed 32 x 25 cm David Nolan
Gallery, New York
Bonnefanten Museum Maastricht