Rijksoverheid
Antwoorden van de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
het lid Peters inzake de herdenking van het drama in Srebrenica, ingezonden 6 juli 2010,
nr. 2010Z10601.
1
Is de minister-president voornemens op 11 juli a.s. naar Bosnië-Herzegovina te gaan voor de
herdenking van de val van Srebrenica 15 jaar geleden? Zo nee, waarom niet? Wie gaat er wel
namens de Nederlandse regering naar de herdenking in Potocari?
Namens de Nederlandse regering zal op de bijeenkomst in Srebrenica ter herdenking van de
gebeurtenissen aldaar 15 jaar geleden, de Minister van Defensie, de heer Eimert van Middelkoop,
aanwezig zijn.
2
Bent u ervan op de hoogte dat in ieder geval alle landen in de regio en Turkije hun
regeringsleiders sturen, dat zowel de EU als de VS op zeer hoog niveau vertegenwoordigd
zullen zijn en dat deze aanwezigheid door de Bosnische bevolking en het maatschappelijk
middenveld van zeer groot belang gevonden wordt?
Ja, wij zijn ons bewust van het belang dat velen aan deze herdenking hechten. Gezien het grote belang
dat ook Nederland hecht aan deze herdenking, heeft Nederland besloten ook op politiek niveau aanwezig
te zijn bij deze 15-jarige herdenking.
3
Deelt u de mening dat het, mede gelet op onze historische betrokkenheid bij het drama,
wenselijk is dat de minister-president naar de herdenking in Potocari gaat?
Aanwezigheid van de minster van Defensie namens de regering vormt een zichtbaar en overtuigend
gebaar dat getuigt van de blijvende Nederlandse betrokkenheid.
4
Is het mogelijk de antwoorden op deze vragen uiterlijk op 10 juli aan de Kamer toe te zenden?
Ja.
Pagina 1 van 1
---- --