Rijksoverheid
Betreft Beantwoording vragen over de compensatie van bedrijven die door
kartels schade hebben geleden Ons kenmerk
ETM/MC / 10105462
Uw kenmerk
2010Z07522
Hierbij zend ik u de antwoorden op vragen van de leden Vos en Timmer (beiden
PvdA) over de compensatie van bedrijven die door kartels schade hebben geleden
(ingezonden 27 april 2010 onder nummer 2010Z07522).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel klokkenluider van het bierkartel.
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat bedrijven de door een kartel geleden schade
gecompenseerd zouden moeten krijgen?
Antwoord
Ik ben van mening dat de schade dient te worden gedragen door diegene die
daarvoor aansprakelijk is jegens de benadeelde. Bedrijven die schade hebben
geleden door een kartel of anderszins kunnen de schadeveroorzakende bedrijven
voor de rechter dagen om schadevergoeding te eisen.
Vraag 3
Bent u voornemens om in lijn met de aanbevelingen van voormalig
Eurocommissaris voor Mededinging, Kroes, in het witboek over
schadevergoedingsacties wegens schending van de communautaire
mededingingsregels uit 2008, zelf een dergelijke compensatieregeling in te
voeren? Zo ja, wanneer kan de Tweede Kamer voorstellen tegemoet zien die
compensatie van door kartels getroffen bedrijven of consumenten regelen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord
In de kabinetsreactie op het Witboek heeft de regering aangegeven positief te
staan tegenover de verbetering van schadevergoedingsmogelijkheden bij
mededingingsovertredingen. Nederland is nauw betrokken bij de ontwikkeling van
een Europese aanpak om de positie van gedupeerden bij schadeprocedures te
verbeteren.
Pagina 1 van 1
Directoraat-generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Directie Mededinging en
Consumenten
Ons kenmerk
ETM/MC / 10105462
Eurocommissarissen Viviane Reding en John Dalli hebben recentelijk
aangekondigd (eind maart 2010) met een geïntegreerde aanpak te komen. Naast
schadevergoedingsmogelijkheden voor schending van mededingingsregels zullen
hierin ook schadevergoedingsmogelijkheden voor schending van
consumentenregels worden meegenomen. Dit is in lijn met wat het kabinet in zijn
reactie op het Witboek Kroes heeft aangegeven. Het burgerlijk procesrecht is een
consistent geheel, waarbij het maken van uitzonderingen voor deelgebieden, zoals
mededingingsrecht of consumentenrecht, tot onduidelijkheden voor bedrijven en
consumenten kan leiden.
Met het oog op deze ontwikkelingen acht ik het niet verstandig hierop
vooruitlopend huidige wet- en regelgeving aan te passen. Het risico bestaat dat
deze naderhand weer aangepast moet worden. Een Europese aanpak zorgt voor
een gelijk speelveld voor burgers en ondernemingen binnen de EU.
Daarbij bestaat in Nederland een systeem van collectief verhaal voor de rechter.
De `Wet collectieve afwikkeling massaschade' (Wcam) is een vorm van collectief
verhaal, een schikking. Deze schikking kan voor de rechter algemeen verbindend
worden verklaard. Een schadevergoeding in geld is mogelijk. Via `opt-out' kunnen
benadeelden aangeven niet aan de schikking gebonden te willen zijn. De Wcam
staat ook open voor schadevergoedingsacties op mededingingsgebied. In 2008 is
de Wcam geëvalueerd, waarover beide Kamers der Staten-Generaal op 23 oktober
2008 een brief hebben ontvangen. Momenteel wordt gewerkt aan de
verbeterpunten die naar voren zijn gekomen uit de evaluatie. Zo is onder meer
een wetsvoorstel in voorbereiding tot invoering van een prejudiciële procedure bij
de Hoge Raad.
Tenslotte gaat Nederland de discussie voor mogelijke andere mechanismen voor
het verstrekken van schadevergoeding niet uit de weg. Nederland overlegt
hierover zowel met de Consumentenbond als met VNO-NCW.
Vraag 4
Kent u de experimentele klokkenluidersregeling voor tipgevers van kartels in het
Verenigd Koninkrijk? Zijn van dat experiment al resultaten bekend?
Antwoord
Voor zover ik heb kunnen nagaan is er in het Verenigd Koninkrijk geen sprake van
een experimentele klokkenluidersregeling. Mogelijk doelt u echter op het
volgende. De Office of Fair Trading (OFT), de mededingingsautoriteit in het
Verenigd Koninkrijk, heeft de mogelijkheid een beloning van ten hoogste
100.000,- pond sterling (ongeveer 120.000,--) uit te loven voor informatie over
een kartelactiviteit. Het toekennen van een beloning is ter beoordeling van de
OFT. De OFT is vrij aangeboden informatie te weigeren, zonder opgaaf van
redenen. Ook indien de OFT ermee heeft ingestemd informatie van iemand te
aanvaarden en die informatie een geloofwaardige basis vormt voor verder
onderzoek, kan de OFT besluiten, bijvoorbeeld op basis van dringender
Pagina 2 van 2
Directoraat-generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Directie Mededinging en
Consumenten
Ons kenmerk
ETM/MC / 10105462
prioriteiten, van de informatie geen gebruik te maken en daarom ook geen
financiële beloning toe te kennen. Indien de OFT wel een beloning wil
toekennen, hangt de hoogte van de beloning af van het nut dat de OFT daarvan
heeft, van de omvang van de schade voor de economie en voor de consument die
de OFT dankzij de informatie heeft kunnen ontdekken, van de inspanning die de
informant heeft moeten leveren om de informatie te verstekken en van het risico
dat hij daarbij heeft gelopen. Over de resultaten van dit beloningssysteem
verstrekt de OFT geen informatie, omdat daardoor de ontvangers van beloningen
achterhaald kunnen worden, wat hun veiligheid in gevaar kan brengen en
potentiële informanten kan afschrikken.
Vraag 5
Indien het experiment succesvol is, overweegt het kabinet een dergelijke
klokkenluidersregeling ook in Nederland in te voeren?
Antwoord
In haar brief van 22 mei 2008 aan de Tweede Kamer (kamerstukken II 2007-
2008, 28 844, nr. 14) heeft de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties geschreven dat het kabinet onvoldoende aanleiding ziet voor
de oprichting van een klokkenluiderfonds. Het kabinet is van mening dat
werkgevers en werknemers (zowel publiek als privaat) een eigen
verantwoordelijkheid hebben als het gaat om eventuele financiële maatregelen ten
behoeve van klokkenluiders. De nadruk moet liggen op maatregelen aan de
voorkant die voorkomen dat men aan de schadevergoeding toekomt. In haar brief
van 10 juli 2009 (kamerstukken II 2009-2010, 28 844, nr. 37) heeft de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uw Kamer op de hoogte gesteld
van het voornemen van het kabinet een advies- en verwijspunt voor
klokkenluiders op te richten. Tijdens het algemeen overleg op 16 december 2009
heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dit
kabinetsstandpunt bevestigd (kamerstukken II 2009-2010, 28 844, nr. 42).
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken
Pagina 3 van 3
---- --