Rijksoverheid
Beleidsdoorlichting Internationaal Ondernemen 2004-2008 - Terugkijken
Hierbij bied ik u aan de Beleidsdoorlichting Internationaal Ondernemen
Terugkijken met een Blik Vooruit (december 2009) en de visie van de externe
begeleidingscommissie erop (december 2009). De doorlichting is in opdracht van
het ministerie van Economische Zaken (EZ) door onderzoeksbureau EIM
uitgevoerd en door een externe commissie onder voorzitterschap van de heer
H. Zwarts begeleid.
Aanleiding voor de doorlichting is geweest een begrotingsverplichting evenals de
actuele politieke context met sterk toegenomen aandacht voor globalisering en
daarmee voor internationale handel en investeringen.
De doorlichting verschaft inzicht in de legitimiteit, effectiviteit, doelmatigheid en
samenhang van het beleid voor internationaal ondernemen van EZ over de
periode 2004-2008. Daarnaast biedt de doorlichting inzicht in nieuwe
onderzoeksinzichten op het gebied van internationaal ondernemen en nieuwe
trends in de internationale economie op de middellange termijn (2015).
De beleidsdoorlichting bevestigt dat open markten bijdragen aan een welvarend,
duurzaam en ondernemend Nederland. Open markten verbeteren namelijk de
allocatie van productiemiddelen. Internationaal ondernemen draagt dus bij aan de
productiviteit, innovatie en dynamiek in de Nederlandse economie en leidt
daarmee tot een groter verdienvermogen van ons land.
Ondernemen ook internationaal - is in principe een private activiteit.
De taak van de overheid is daarbij in de eerste plaats de juiste randvoorwaarden
voor het bedrijfsleven te creëren zodat ondernemingen kunnen floreren. Deze
randvoorwaarden hebben het karakter van een (semi-)publiek goed en zouden in
een vrije markt niet tot stand komen. De overheid kan zorgen voor een goed
ondernemingsklimaat door bijvoorbeeld goed onderwijs aan te bieden en voor
goede infrastructuur te zorgen. Een stabiel financieel klimaat is ook een goed
voorbeeld, zoals de crisis nog maar eens heeft aangetoond.
In aanvulling op het randvoorwaarden scheppende beleid voor een goed
ondernemingsklimaat heeft het bedrijfsleven bij zijn internationale activiteiten
belang bij een (pro-)actieve ondersteuning van de overheid om knelpunten weg te
nemen die het zelf niet kan overwinnen, zoals:
- onvolledige en asymmetrische informatie: bedrijven hebben geen volledige
informatie over buitenlandse markten of de kosten om deze te verkrijgen zijn te
hoog;
- externe effecten: partijen in de omgeving van het bedrijf dat internationaal
onderneemt, profiteren hiervan mee (spillovers); het betreffende bedrijf neemt dit
echter niet mee in zijn besluitvorming; hierdoor zou vanuit maatschappelijk
oogpunt minder internationaal worden ondernomen dan gewenst;
- een ongelijk speelveld;
- een wezenlijk andere verhouding tussen de private en de publieke sector,
intransparante wet- en regelgeving en de noodzaak van aansluiting op bestaande
overheidsnetwerken in veel opkomende markten;
- moeilijke verzekerbaarheid van internationaal kapitaal;
- publieke goederen en diensten: die zouden in een vrije markt niet of moeilijk
totstandkomen.
Het algemene beeld dat in de doorlichting wordt geschetst, is dat de overheid een
legitieme rol op het terrein van internationaal ondernemen heeft en dat het
gevoerde beleid en de gehanteerde instrumenten in menig opzicht adequaat zijn
geweest, op zich voordoende trends hebben ingespeeld en in een behoefte van
bedrijven hebben voorzien.
De overheid zet zich mede via de inzet van een gericht financieel en niet-
financieel instrumentarium (pro-)actief in om deze knelpunten te ondervangen en
ondernemers bij het verzilveren van kansen te ondersteunen. Het
instrumentarium vertoont een sterke samenhang en is zeer flexibel. Het prioritaire
landenbeleid zorgt door focus voor meer effectiviteit ervan. De financiële
regelingen zijn gestroomlijnd en efficiënter gemaakt en meer maatwerk
kan worden geleverd. In het bijzonder economische diplomatie levert duidelijke
positieve maatschappelijke baten op.
Van de 13 geselecteerde beleidsinstrumenten zijn voor 4 instrumenten externe
evaluaties beschikbaar:
i) klanttevredenheidsonderzoeken over informatievoorziening en voorlichting door
de EVD;
ii) maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) en ex post evaluaties van het
financiële instrumentarium;
iii) jaarrapportages van Individuele Marktbewerking
iv) evaluaties van het postennet.
Het grootste deel van het budget beschikbaar voor de 13 geselecteerde
beleidsinstrumenten is aan deze 4 instrumenten gekoppeld.
De doorlichting biedt ook aanknopingspunten voor verbetering van het beleid,
zoals:
- verdere stimulering en ondersteuning van de activiteiten van het Nederlandse
bedrijfsleven op de belangrijkste opkomende markten zoals Brazilië, China en
India;
- versterking van de inzet van economische diplomatie om (met name
opkomende) markten voor het bedrijfsleven toegankelijk te maken die anders
gesloten blijven;
integratie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in het
landenbeleid en het financieel instrumentarium;
- versterking van het beleid op het snijvlak van productiviteit, innovatie en
internationalisering vanuit het inzicht dat meer productieve en innovatieve
bedrijven eerder en vaker internationaliseren;
- aanpassing van het beleid in het licht van de toenemende schaarste aan
grondstoffen, energie, water en natuur;
- verdere vergroting van de meetbaarheid van het beleid.
Deze en andere verbeterpunten zijn reeds of worden op korte termijn
geïmplementeerd. Voorbeelden hiervan zijn:
- meer voorlichting, versterkte inzet van instrumenten op knelpunten voor
Nederlandse bedrijven in China en India en intensievere economische diplomatie
op de belangrijkste opkomende markten die in beginsel eenmaal per jaar op het
niveau van de minister of staatssecretaris van Economische Zaken met een
bedrijfslevenmissie worden bezocht;
- structurele aandacht voor MVO in het landenbeleid (waaronder economische
missies en Holland Branding) en het financieel instrumentarium;
- groeiende aandacht in het beleid voor internationale kansen op het gebied van
duurzaamheid, bijvoorbeeld in de milieu- en watersector; kansen om grote
buitenlandse aanbestedingen binnen te halen worden door de overheid
ondersteund door het faciliteren van clusters van bedrijven, zoals in het geval van
de opdrachten die naar aanleiding van de orkaan Katrina in de VS zijn binnen
gehaald;
- het basispakket voor ondernemers bevat instrumenten ter bevordering van
innovatie en internationaal ondernemen; tevens is er een link binnen de
programmatische aanpak;
- verbreding naar meer vormen van internationalisering wordt gefaciliteerd door
inzet van instrumenten die aansluiten op alle vormen van internationalisering,
zoals prepare2start en 2g@there;
- nagaan van de wenselijkheid om in het beleid voor internationaal ondernemen
aandacht te besteden aan ondernemerstypen en diversiteit van de ondernemer;
- ontwikkeling van een integrale kabinetsvisie inzake energieschaarste; met oog
daarop zal worden onderzocht welke schaarste er is evenals welk beleid andere
landen voeren en wat we daarvan kunnen leren;
- introductie in 2009 en doorontwikkeling van resultaatsturing op basis van
outputindicatoren.
Het volgende kabinet zal mede op basis van de doorlichting verder richting geven
aan het beleid voor internationaal ondernemen voor de komende jaren.
(w.g.) Maria J.A. van der Hoeven
Minister van Economische Zaken