Gerechtelijke organisatie

Hoge Raad oordeelt dat de Staat niet aansprakelijk is voor schade door vuurwerkramp

Den Haag, 09 Juli 2010 - De kern van de uitspraak is dat het oordeel van het hof in stand blijft: de Staat der Nederlanden is niet aansprakelijk voor de door de Grolschbedrijven als gevolg van de vuurwerkramp geleden schade.

Achtergrond
De vuurwerkramp van 13 mei 2000 in Enschede heeft in de omgeving grote schade veroorzaakt, onder meer aan het bedrijfscomplex van Grolsch. De verzekeraars van de Grolschbedrijven hebben in verband met deze schade ruim ⬠60 miljoen uitgekeerd. De verzekeraars hebben de Staat aangesproken tot vergoeding van dit bedrag. Volgens de verzekeraars heeft de Staat onrechtmatig gehandeld tegenover deze bedrijven, in het bijzonder omdat de Staat wist van de gevaarlijke situatie en heeft verzuimd om die situatie op te heffen.
De rechtbank Den Haag heeft op 9 november 2005 de vorderingen afgewezen (LJN AU5877).
De verzekeraars hebben hoger beroep ingesteld bij het hof Den Haag. Het hof heeft op 30 september 2008 de vorderingen eveneens afgewezen (LJN BF1789). Volgens het hof heeft de staat zijn plicht om veiligheidsmaatregelen te nemen ter vermijding van hem bekende gevaren niet geschonden.

De procedure bij de Hoge Raad
De verzekeraars hebben beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Advocaten van de verzekeraars in cassatie zijn mr. R.S. Meijer en mr. B.T.M. van der Wiel in Den Haag.
Advocaten van de Staat zijn mr. M.W. Scheltema en mr. J.W.H. van Wijk in Den Haag.
De advocaten hebben de zaak op 6 november 2009 mondeling toegelicht. Op 5 februari 2010 heeft advocaat-generaal mr. J. Spier de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.

De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad laat het oordeel van het hof Den Haag in stand. Het hof heeft goed gemotiveerd waarom de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld en niet aansprakelijk is voor de door de Grolschbedrijven als gevolg van de vuurwerkramp geleden schade. De Staat behoefde in dit geval geen maatregelen te nemen om de door anderen in het leven geroepen gevaarlijke situatie op te heffen.
Daarmee is de uitspraak van het hof Den Haag van 30 september 2008 definitief geworden.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van 9 juli 2010. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Op vrijdag 9 juli 2010 zal van 11.00 â 13.00 uur (via onderstaand telefoonnummer) een persraadsheer bereikbaar zijn voor het geven van een toelichting.

Den Haag, 9 juli 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236

LJ Nummers

BL3262
AU5877
BF1789

Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 9 juli 2010 Naar boven