Watertoren Dokkum rijksmonument

09/07/2010 10:34

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De naoorlogse watertoren van Dokkum is aangewezen als rijksmonument. Namens de minister van OCW kent de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed deze status toe aan bijzondere objecten die van nationaal belang worden geacht. Het is de eerste en enige watertoren uit de wederopbouwperiode die is ingeschreven in het Monumentenregister.

Watervoorziening in de wederopbouwperiode

In het naoorlogse uitbreidingsprogramma werd in Friesland in de jaren 1956 - '58 een viertal watertorens gerealiseerd. Het toenmalige programma voorzag in de bouw van nog twee torens, maar ontwikkelingen in de watervoorziening en de bouwtechniek maakten de bouw van nieuwe watertorens overbodig. Steeds meer watertorens worden sindsdien buiten gebruik gesteld. Sinds de jaren '70 van de twintigste eeuw wordt de bouwopdracht 'watertoren' in Nederland niet meer verstrekt. De toren in Dokkum, in bezit van waterbedrijf Vitens, is nog in functie en speelt dus nog steeds een rol in de drinkwatervoorziening in de provincie Friesland.

Ontwerp

Leeuwarder en voormalig Rijksbouwmeester Jo Vegter tekende voor het ontwerp van de watertoren. De buitengewoon fraai vormgegeven architectonische elementen maken deze watertoren uniek en van bijzondere architectuurhistorische waarde. In het oorspronkelijke ontwerp was bovenin de 37 meter hoge toren ruimte gecreëerd voor een restaurant. Architect Vegter wilde hiermee optimaal gebruik maken van de hoogte, markante ligging en krachtige beeldbepalende functie van de watertoren in het silhouet van Dokkum. Vernieuwend is de uitgesproken soberheid en de toepassing van glijbekisting bij de bouw van de toren. Om het reservoir aan de binnenzijde zo glad mogelijk en de toren aan de buitenzijde vuilafstotend te maken werd gebruik gemaakt van geverfde bekistingen.

100 topmonumenten

De watertoren in Dokkum is onderdeel van de zogenaamde 'Top 100', een lijst met belangrijke naoorlogse bouwwerken, in 2007 bekend gemaakt door toenmalig minister van OCW Plasterk. Deze honderd zijn evidente mijlpalen in de ontwikkeling van de architectuur, stedenbouw, landinrichting, bouwtechniek of ruimtegebonden kunst. Het zijn essentiële toonbeelden uit de periode 1940-1958, een periode waarin het naoorlogse Nederland voor een grote bouwopgave stond. Het ontstane bouwarsenaal kenmerkt zich door nieuwe bouwtypes, nieuwe materialen en hoogbouw.





http://www.cultureelerfgoed.nl




Rijksdienst Cultureel Erfgoed