Datum 8 juli 2010 2010Z08757
Kamervragen lid Thieme (PvdD) over boorplatform in de Noordzee
-
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Thieme (PvdD) heeft gesteld over de
situatie van een boorplatform in de Noordzee mede namens de ministers van
Economische zaken, Buitenlandse Zaken en van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit. (Ingezonden 25 mei 2010)
1. Kent u het bericht "Boorplatform in Noordzee staat op springen"? 1)
1. Ja. Overigens betreft het geen platform op de Noordzee maar een
productieplatform in de Noorse wateren van de Noordoost Atlantische Oceaan,
ongeveer 170 kilometer ten noordwesten van de Noorse kustplaats Bergen.
Mijnbouwactiviteiten (offshore) in de Nederlandse zone van de Noordzee
vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Economische Zaken.
Via de Nederlandse Ambassade te Oslo en het Nederlandse Staatstoezicht op
de Mijnen zijn de vragen voorgelegd aan de betreffende Noorse instanties.
2. Kent u het rapport van de Noorse regering waarin gezegd zou worden dat de
bron ,,op springen staat? Zo ja, bent u bereid het rapport aan de Kamer ter
inzage te geven? Zo nee, bent u bereid dat rapport op te vragen?
2. Nee, de Noorse instanties hebben mij laten weten dat er op dit moment geen
officieel rapport van de Noorse overheid over de situatie bestaat. Zij hebben
wel aangegeven dat de verantwoordelijke oliemaatschappij Statoil een
onderzoeksrapport zal maken en dat de resultaten daarvan door Norwegian
Petroleum Safety Authority (PSA) openbaar zullen worden gemaakt op
www.ptil.no. Doorgaans vergt de uitvoering van een dergelijk onderzoek
enige maanden. Ik ben bereid het onderzoeksrapport toe te zenden op het
moment dat het er is.
1) Het Nieuwsblad, 23 mei 2010
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=6Q2QJIB6
a
Pagina 1 van 2
3. Is het waar dat het boorplatform al voor de derde maal in vijf maanden
Datum
problemen kent? Zo ja, bent u bereid de Noorse regering aan te spreken op 8 juli 2010
de risicos die daaruit voort kunnen vloeien voor de flora en fauna in de Ons kenmerk
Noordzee? RWS/SDG/NW10/862/91438
3. Ja, tijdens het boren zijn er drie incidenten geweest. Het gaat om incidenten
van boortechnische aard. Bij elke boring worden veiligheidsmaatregelen
getroffen om boortechnische problemen op te vangen. De PSA heeft mij
gemeld de situatie als ernstig, maar stabiel te beoordelen.
Ik zie geen reden om de Noorse autoriteiten aan te spreken op mogelijke
risicos voor flora en fauna in de Noordzee. De Noorse overheid is zich
voldoende bewust van de risicos. Zie de antwoorden op vraag 5.
4. Is het waar dat het boorplatform op dit moment ontruimd is? Kunt u
aangeven wie in een dergelijke situatie toezicht houdt op de stabiliteit van
platform en bron?
4. Nee, het platform is niet ontruimd, slechts het personeel dat niet strikt nodig
is voor de uitvoering van werkzaamheden is van het platform gehaald. Het
resterende personeel (129 personen) heeft de boring gestabiliseerd en
observeert of de maatregelen afdoende zijn. De oliemaatschappij Statoil is
verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden. De Noorse
overheid (PSA) ziet erop toe dat Statoil zich aan de regels houdt.
5. Bestaat er een calamiteitenplan voor het geval zich een soortgelijke
olielekkage voordoet als op dit moment het geval is in de Golf van Mexico? Zo
ja, kunt u inzage geven in dit calamiteitenplan? Zo nee, waarom niet?
5. Ja, in Nederland is dat het Rampenplan voor de Noordzee. Het plan is ter
inzage op de website Noordzeeloket (www.noordzeeloket.nl) en voorziet in de
aanpak van de bestrijding van de gevolgen van een olieramp op het
Nederlandse deel van de Noordzee. Ook in Noorwegen zijn conform wettelijke
regelingen ("Regulations relating tot conduct of activities in the petroleum
activities") operators verplicht een rampenplan te overleggen. De PSA houdt
daar toezicht op. Daarnaast is er ook nog het BONN-agreement tussen
verschillende staten en de OCES (Operators Co-operative Emergency
Services) tussen oliemaatschappijen die beide tot doel hebben het verlenen
van onderlinge bijstand in het geval van een dreigende of daadwerkelijke
calamiteit.op de Noordzee. In deze verwijs ik tevens naar de antwoorden op
de vragen van het lid Van der Ham (D66) over de olieramp in de Golf van
Mexico en de mogelijke risicos verbonden met de oliewinning op de Noordzee
(ingezonden 17 mei 2010).
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 2 van 2
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat